De huidige kompassen zijn voorzien van een indeling in 360 graden, en algemeen worden de vier hoofdstreken Noord Oost Zuid en West door een letter aangegeven.
Een windrichting, windstreek, kompasstreek of hemelstreek is 1/32e deel van de kompasroos en komt overeen met 11,25°. Het wordt gebruikt voor het globaal aangeven van de richting van waaruit de wind komt. De vier hoofdstreken zijn noord, oost, zuid en west.
Het wijzertje wijst altijd naar het noorden. Dat komt doordat het wijzertje een magneet is die zich richt naar het magneetveld van de aarde. Je kunt tegenwoordig ook een kompas-app op je smartphone gebruiken. Die gebruikt het digitale kompas van je smartphone.
Dat kan met een horloge, maar ook met behulp van de Poolster. 's Nachts is de Poolster een betrouwbare aanwijzer van het noorden. Als je de Poolster weet te vinden, dan weet je ook waar het noorden, oosten, zuiden en westen zijn. De Poolster is de voorste ster van het pannetje van de Kleine Beer.
Het is de richting halverwege tussen West en Zuidwest. Begin met het gezicht naar het Noorden, draai dan 112,5° naar links . Je kijkt dan naar het West-Zuidwesten.
Een kompasroos kent een verdeling in graden, van 0° tot 360°. Met de klok meedraaiend, ligt het noorden op 0°, het oosten op 90°, het zuiden op 180° en het westen op 270°.Waarna we weer bij het noorden terugkomen. Vaak zit het kompas op een doorzichtige grondplaat met daarop een getekende pijl, de richtingspijl.
Standaard kompaspeiling
Als we beginnen vanuit de Noordpositie en 22,5° met de klok mee bewegen, bereiken we de NNO (Noord-Noordoost) richtingen . Als we nog eens 22,5° bewegen, bereiken we de Noordoost-richtingen. Dit gaat de hele klok rond door, totdat we teruggaan naar het beginpunt.
Als het vanuit zee waait, is het relatief zacht in Nederland. Als de wind uit het oosten waait, is het relatief koud. Dus als het in de herfst vaker gaat waaien vanuit zee, dan gaat de gemiddelde temperatuur in de herfst omhoog.
Om te begrijpen in welke richting u gaat, houdt u het kompas voor u, zodat de pijl in de richting wijst waarin u loopt.Draai vervolgens de wijzerplaat zodat de N (voor Noord) op één lijn staat met het rode uiteinde van de kompasnaald . Het cijfer op de rand van de kompaswijzerplaat is uw richting.
Omgekeerd wordt de lokale declinatie afgetrokken van een ware peiling om een magnetische peiling te verkrijgen . Met een lokale declinatie van 14°E wordt een ware peiling (d.w.z. verkregen van een kaart) van 54° omgezet naar een magnetische peiling (voor gebruik in het veld) door de declinatie af te trekken: 54° – 14° = 40°.
iPhones hebben standaard een kompas geïnstalleerd, die je kunt vinden door naar de standaard kompas-app te gaan. Samsung heeft het in zijn Quick Tools, maar wil je bijvoorbeeld op een OnePlus gebruikmaken van een kompas, dan moet je hiervoor een kompas-app downloaden uit de Google Play Store.
Bovenaan zit het noorden, onderaan het zuiden, links het oosten en rechts het westen. Het noorden staat op 360° (° betekent graden), het zuiden op 180°, het oosten op 90° en het westen op 270°. Aan de hand daarvan worden de juiste graden genoteerd.
Nederland. In Nederland werd bij de invoering van het metriek stelsel in 1816 de bunder gelijkgesteld aan 1 hectare of 10.000 m² ( 100m × 100m = 10.000 vierkante meter = 1 hectare = 1 bunder ).
Ga 's ochtends bij uw hoofdingang staan. Als de zon links van u opkomt, staat uw huis op het noorden . Als de zon rechts van u opkomt, staat uw huis op het zuiden. Rond het middaguur staat de zon ongeveer in het zuiden op het noordelijk halfrond en in het noorden op het zuidelijk halfrond.
De hoofdstreken worden vaak met de eerste letter afgekort. Soms wordt daarbij vaak de voorkeur gegeven aan de Engelse afkortingen (noorden = N, oosten = E, zuiden = S, westen = W).
Zuidoost (ZO), 135°, halverwege tussen zuid en oost , is het tegenovergestelde van noordwest.
“Wetenschappen-wiskunde wordt vandaag in de markt gezet als dé moeilijkste richting.
In alle maanden is zuidwest de overheersende windrichting, vooral in de winter- en herfstmaanden. In de herfst- en wintermaanden waait de wind zo'n 30% van de dagen uit het zuidwesten. In het voorjaar is te zien dat de windrichtingen noord en noordoost bijna net zo vaak voorkomen als de zuidwestenwinden.
De windroos laat zien hoe vaak de wind uit een bepaalde richting komt. Hierbij zijn de richtingen opgedeeld in twaalf klassen van 30 graden. Hoe langer een staafje, des te vaker komt de wind uit de bijbehorende richtingsklasse.
Als je gaat wandelen in een gebied dat je niet kent, heb je behalve een kompas ook een kaart nodig. Op de kaart staat een pijl naar het noorden. Met het kompas kun je zien waar het noorden is. Zo weet je hoe je de kaart moet houden en kun je bepalen waar je bent.
De magnetische kompasnaald wordt aangetrokken door de noordpool van de aardmagneet. Daarom wijst de kompasnaald altijd naar het noorden.”
In zijn oorspronkelijke vorm was dit een tol in een cardanische ophanging. De snelle draaiing van de tol zorgt ervoor dat de as van de tol evenwijdig gaat staan aan de as van de draaiende aarde en daarna in dezelfde richting blijft. Een gyroscopisch kompas geeft dus het ware noorden aan.