Afhankelijk van uw gewas mag u 15, 20 of 30 kilogram extra stikstof per hectare gebruiken.
Op het rechterdeel van het perceel, waar naar efficiëntie van stikstofbenutting (= opbrengst stikstof / totale stikstofgift) is gestrooid (kaart 7), varieert de kunstmestgift van 100 tot 200 kg per hectare. De meest efficiënte delen krijgen 200 kg per hectare, de minste efficiënte stukken 100 kg per hectare.
De gebruiksnorm voor stikstof uit dierlijke mest is 170 kilogram per hectare landbouwgrond. Heeft u een derogatievergunning*? Dan mag u meer stikstof uit dierlijke mest gebruiken. Voor landbouwgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant of Limburg is de norm dan 230 kilogram per hectare.
Bij een gemiddelde van 4 kg stikstof per m³ mest komt er dus 120 tot 240 kg stikstof per ha beschikbaar voor het grasland uit drijfmest. In het bemestingsplan wordt exact uitgerekend hoeveel kuub moet worden bemest voor de eerste snede. Maar minstens zo belangrijk is de vraag: wat er ín de mest zit.
Bij een opbrengst van 18 ton droge stof per hectare hebben de maïsplanten ongeveer 240 kilogram stikstof nodig en ruim 80 kilogram fosfaat. De wetgeving staat echter niet toe om deze hoeveelheden aan te voeren in de vorm van mest.
In kunstmest is stikstof aanwezig als nitraat (NO3) en/of ammonium (NH4). Dit zijn minerale meststoffen. Gewassen kunnen deze stikstofvormen makkelijk opnemen. Dit geeft de mogelijkheid om gewassen gericht te bemesten op het moment en in de hoeveelheid die een gewas nodig heeft.
Welke mest bevat veel stikstof? Een van de meest stikstofrijke meststoffen is kippenmest.
De stikstofnorm voor dierlijke mest is een norm die uitgedrukt wordt in kg totale N uit dierlijke mest per hectare en per jaar. De norm voor dierlijke mest bedraagt normaal 170 kg N/ha, maar in sommige gevallen geldt een lagere norm (raadpleeg hiervoor het Mestbankloket).
Afhankelijk van de ligging en de grondsoort van uw perceel ligt wordt uw gebruiksnorm 220 of 240 kilogram per hectare in 2023. De gebruiksruimte rekent u op dezelfde manier uit. Aantal hectare landbouwgrond op 15 mei x 220 of 240 kg stikstof uit dierlijke mest.
Koemest heeft namelijk een lagere voedingswaarde, uitgedrukt in de NPK waarde: 3-2-3,5. Oftwel 3% Stikstof (N), 2% Fosfaat (P) en 3,5% Kalium (K). Kippenmestkorrels bevat de volgende NPK verhouding: 4-3-3, oftewel: 4% Stikstof (N), 3% Fosfaat (P) en 3% Kalium (K).
De maximaal toegestane stikstofneerslag per hectare per jaar is in Duitsland 100 gram, terwijl het in Nederland momenteel 0 gram is. Voorheen was de drempelwaarde in Nederland 0,7 gram, maar na de uitspraak van de Raad van State in 2019 over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is deze 0 geworden.
Beperk de gift dan tot 15-20 kg N/ha. Voor bedrijfssituaties met alleen maaien zijn de adviezen ongeveer 15 kg N/ha hoger. Hoofdstuk 2 van de Adviesbasis Bemesting geeft u in detail antwoord over de N-bemesting voor uw specifieke situatie.
In 2021 bestond de stikstofemissie naar de lucht uit 122 miljoen kilogram ammoniak (met name afkomstig uit de landbouw) en 178 miljoen NOx (vooral uit verkeer en industrie).
Dat meldt de bank in een marktonderzoeksrapport. De prijzen voor stikstofkunstmest variëren vandaag de dag tussen de 70 en 90 euro per 100 kilo. Dezelfde prijsniveaus gelden voor kalium.
En die grenswaarde vult ieder land voor Natura 2000, het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden, weer anders in. In Nederland gold een grenswaarde van 1 mol stikstof (14 gram) per hectare per jaar voor een activiteit in de nabijheid van een Natura 2000-gebied.
In moderne fabrieken wordt stikstofkunstmest gemaakt uit aardgas. In meerdere verwerkingsfasen wordt het aardgas, hoofdzakelijk bestaande uit methaan, opgewaardeerd tot stikstofkunstmest door het te binden met de stikstof die in de lucht aanwezig is. Van het gas dient 80% als echte grondstof voor kunstmest.
Het is algemeen bekend dat de stikstof uit het product KAS ( kalkammonsalpeter) voor 50% uit nitraat stikstof bestaat en voor de andere 50% uit ammonium stikstof.
Daarom gelden ook voor het gebruik van dierlijke mest maximale gebruiksnormen. De gebruiksnorm houdt in dat maximaal 170 kilogram stikstof per hectare door middel van dierlijke mest toegepast mag worden.
U mag op uw landbouwgrond 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar gebruiken. Met een derogatievergunning voor 2023 is dat 220 of 240 kilogram.
Ons advies is elke 3 tot 4 dagen op de afgegraasde percelen 100 tot 200 kg GrasPlus 13500 per hectare te strooien. Per 100 kg bevat deze meststof 17 kg Stikstof, 16 kg Kali en 6 kg Natrium. In de praktijk betekent bovenstaand advies dat men vaak moet strooien met kleine hoeveelheden.
U mag stikstofkunstmest van 1 februari tot en met 15 september gebruiken op gras- en bouwland. U verdeelt het gelijkmatig over het perceel. Dat hoeft niet emissiearm.
Stikstofbron: Kunstmest
De sluitpost in de voorjaarsbemesting is de kunstmest. Hiermee kan worden bepaald hoeveel ruw eiwit er uiteindelijk in het gras terecht komt. In dit voorbeeld is aan kunstmest nodig: 95 – 15 – 54 = 26 kg N! Dit komt overeen met niet meer dan 100 kg KAS per ha.
Kunstmest geeft een groeispurt
Ze worden als het ware snel opgedreven (net een plofkip). Met kunstmest zie je na een week tot tien dagen al verschil, met organische meststof duurt dat wel twee tot drie weken. Die groeispurt kan een voordeel hebben.
Volgens de European Chemicals Agency (ECHA) is kunstmest de grootste bron van vervuiling met microplastics in de landbouw.