Het heffingsvrij vermogen is in 2021 omhoog gegaan naar € 50.000. Het kabinet heeft besloten dat deze verhoging niet mag doorwerken in andere regelingen. Daarom is de berekening van de eigen bijdrage voor klanten met vermogen aangepast. Vanaf 2023 kijken we niet meer naar het heffingsvrij vermogen.
Telt spaargeld mee? In 2022 telt vermogen (zoals spaargeld) tot € 30.846 per persoon niet mee voor de eigen bijdrage. Dit noemen we het 'heffingsvrije vermogen'. Het vermogen boven € 30.846 telt wel mee voor de eigen bijdrage.
Goed om te weten: niet al uw spaargeld telt mee. Er is in 2021 een vrijstelling van 31.340 euro per persoon. Heeft u dus een vermogen dat lager is dan de vrijstelling, dan heeft dat geen invloed op de eigen bijdrage.
Gelukkig is hier iets aan te doen: in je testament kun je de zogenaamde AWBZ-clausule opnemen. Deze clausule regelt dat de kinderen hun erfenis mogen opeisen als de langstlevende ouder een beroep doet op langdurige zorg.
Hoe hoog is de eigen bijdrage? In eerste instantie betaalt iedereen die naar een verpleeg- of verzorgingshuis gaat de lage eigen bijdrage. Die verschilt van 184 euro tot 966,60 euro per maand (2023), afhankelijk van het inkomen en vermogen. Op de website van het CAK kunt u een proefberekening maken.
Overleg ruim op tijd met een notaris
Hoe eerder hoe beter. Als u veel spaargeld heeft en jaarlijks een notariële schenking op papier wilt doen heeft u al 15-20 jaar nodig om 1 ton per kind veilig te stellen. Daarnaast kijkt het CAK voor het vaststellen van uw eigen bijdrage naar uw vermogen op de peildatum.
Hoe werkt het in 2023
Vanaf 2023 kijken we niet meer naar het heffingsvrij vermogen. We werken met een toetsbedrag van € 31.340 (alleenstaand) of € 62.680 (met partner). Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage. Het vermogen boven het toetsbedrag telt wel mee voor de eigen bijdrage.
Wanneer uw partner langdurig in een verpleeghuis of een andere Wlz-instelling woont, kunt u kiezen voor AOW als alleenstaande. U blijft gewoon getrouwd, maar krijgt dan beiden AOW ter hoogte van 70% van het netto minimumloon.
Kosten particulier verzorgingshuis per maand in 2023
Anno 2023 liggen de prijzen gemiddeld tussen de €1.500 en €5.000 per maand en variëren per verzorgingshuis. De genoemde kosten betreffen de kosten voor het verblijf (woon- en servicekosten) en zijn exclusief de zorgkosten.
Zorgtoeslag is een tegemoetkoming in de premie van uw zorgverzekering, en het verplicht eigen risico. Hoeveel zorgtoeslag u krijgt, hangt af van onder andere uw inkomen en het inkomen van een mogelijke toeslagpartner. Die heeft u bij een geregistreerd partnerschap of huwelijk.
Voorheen gebruikten we hiervoor de grondslag sparen en beleggen van de Belastingdienst. Dat is het vermogen min het heffingsvrij vermogen. In 2023 werken we met een toetsbedrag van € 31.340 (alleenstaand) of € 62.680 (met partner): Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage.
U mag aardig wat spaargeld hebben zonder dat uw zorgtoeslag in gevaar komt. U kunt in 2023 zorgtoeslag krijgen als uw vermogen op 1 januari 2023 niet hoger is dan € 127.582. Hebt u een toeslagpartner? Dan mag het vermogen op 1 januari 2023 van u samen maximaal € 161.329 zijn.
Wat is de belastingvrije voet voor spaargeld? Of met andere woorden, hoeveel geld kun je sparen zonder belasting te betalen? In fiscaal jaar 2022 is dit bedrag € 50.650 of € 101.300 voor fiscale partners.Voor 2023 gaat dit bedrag omhoog naar ongeveer € 57.000, of ongeveer € 114.000 voor fiscale partners.
Woont u of uw partner in een zorginstelling en krijgt u of uw partner een AOW? Dan kunt u bij de SVB uw AOW voor gehuwden veranderen naar een AOW voor ongehuwden.Als u daarvoor kiest, dan krijgt u een hoger AOW-pensioen. Een AOW voor ongehuwden kan soms (grote) gevolgen hebben voor uw eigen bijdrage.
Na drie jaar in het verzorgingshuis ziet de Belastingdienst uw huis niet meer als uw hoofdverblijf. Daardoor moet u de waarde van het huis opgeven in belastingbox 3 voor sparen en beleggen. Het gevolg is dat de waarde wel gaat meetellen voor uw eigen bijdrage en u bovendien vermogensheffing gaat betalen.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.605, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.210 (bedragen voor 2023).
Een rusthuisbewoner die zijn factuur zelf niet kan betalen, kan tussenkomst vragen aan het OCMW van de gemeente waar hij of zij was ingeschreven voor opname in het rusthuis. Deze tussenkomst is enkel mogelijk als het gaat om een OCMW-rusthuis en dus niet bij private rusthuizen.
Wanneer u in een verpleeghuis of verzorgingshuis verblijft betaalt u in de meeste gevallen wel een eigen bijdrage voor uw verblijf en voor de zorg die u tijdens uw verblijf ontvangt. Hiermee heeft u onder meer recht op persoonlijke verzorging, huishoudelijke verzorging, ondersteunende begeleiding en verpleging.
De eigen woning telt tot 2 jaar na uw opname in de zorginstelling niet mee voor het bepalen van uw eigen bijdrage voor de zorg. Als u de woning niet verkoopt voor 1-1-2021, telt uw woning op 1-1-2021 mee als box 3 vermogen.
De AOW van de persoon die overleden is stopt op de dag na het overlijden. Dit geldt ook voor de inkomensondersteuning AOW en het vakantiegeld.
U houdt gewoon uw zorgtoeslag als u wordt opgenomen. Ook als u op het adres van de zorginstelling wordt ingeschreven. De adreswijziging hoeft u ook niet door te geven. Die krijgen wij door van de gemeente.
Uitzondering voor huurtoeslag
Dus als uw toeslagpartner staat ingeschreven op het adres van het verpleeghuis, dan telt uw toeslagpartner niet mee voor de huurtoeslag. Als u toeslagpartner langer dan 1 jaar in een verpleeghuis verblijft , dan telt deze persoon die niet thuis woont, niet mee voor de huurtoeslag.
Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee. Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen. Lees meer bij Wat zijn uw bezittingen en schulden?
Die rente beschouwt de Belastingdienst als inkomen. Daarom moet je vanaf een bepaald bedrag belasting betalen over je spaargeld. In 2023 mag je 57.000 euro belastingvrij sparen.Heb je een fiscaal partner, dan mag je zelfs tot 114.000 euro belastingvrij sparen.
Hoeveel financiële buffer heb je precies nodig? Als je bijvoorbeeld een gezin van vier man hebt, is het volgens het Nibud nodig om minimaal zo'n € 5.000 aan buffer te hebben. Voor gezinnen met een eigen koopwoning en auto geldt een hoger bedrag: zo'n € 9.200 voor een gezin met twee partners en twee kinderen.