Er zijn open, gesloten en suggestieve vragen, controlevragen en tegenvragen.
Vraagsoorten. Er zijn verschillende soorten vragen. Vragen kunnen verschillen naar het doel van de vraagsteller, de vorm van de vraag of de situatie waarin deze gesteld wordt.
Vraag naar wat iemand ergens van weet of vindt, waarbij het antwoord geheel open is.
Circulaire vragen
Dit type vragen peilt naar patronen die mensen verbinden. Ze helpen om uit het lineaire en het causale denken te stappen (oorzaak → gevolg) en leggen de nadruk op de wederkerigheid in relaties.
Suggestieve vragen
Een suggestieve vraag stuurt bewust naar de antwoordmogelijkheden 'ja' of 'nee'. Gebruik daarom zo weinig mogelijk suggestieve vragen. Soms kunnen ze nuttig zijn, bijvoorbeeld als je de ander wilt overhalen of als je een bevestiging wilt van wat je hebt afgesproken.
Een indirecte vraag geeft inhoudelijk wel een vraag weer, maar heeft niet de vorm van een vraag. De woordvolgorde is anders dan bij een directe vraag en bij hardop lezen stijgt de intonatie niet zoals bij een vragende zin. De vraag is of een jeugdrechter dan nog onpartijdig kan zijn.
Feitelijke vragen - vragen naar feiten - kennen maar één correct antwoord. Voorbeeldvragen naar feiten: Wat is het kookpunt van water? Wanneer overleed Koningin Wilhelmina?
Je herkent een suggestieve vraag aan het feit dat het gewenste of verwachte antwoord er al in doorklinkt. Denk maar eens aan iemand bij de kassa van een restaurant staat te wachten. De vraag van de serveerster “U wilt ook betalen?” is een suggestieve vraag. Het antwoord is natuurlijk hoogstwaarschijnlijk “Ja”.
Met dergelijke vragen probeert men de ondervraagde te intimideren en imponeren om zo een gevormde hypothese of om een eigen vooroordeel bevestigd te zien. “Heb ik gelijk als ik zeg dat je daar was?” (weinig suggestief) of “Je was daar hè?” (sterk suggestief).
Zinvolle vragen / zinloze vragen: een indeling
Groep A: Vragen die je kunt stellen en waarop jij en/of een ander een antwoord kunt geven. Dit noemt Schwab zinvolle vragen. Groep B: Vragen die je kunt stellen en waarop noch jij en/of noch een ander een antwoord kan geven.
Hypothetische vragen is een onderhandelingstactiek die bedoeld is om meer inzicht te krijgen in de belangen, alternatieven en prioriteiten van de andere partij. Door vragen te stellen als “wat als..” en “veronderstel dat…” wordt duidelijk hoeveel waarde specifieke aspecten van de onderhandeling hebben.
Een diepte-interview kan je vergelijken met een gewoon sollicitatiegesprek. Hier legt de recruiter echter meer de nadruk op jouw persoonlijkheid. Hij of zij heeft als doel om jouw motivatie, werkervaring en vaardigheden af te toetsen. Zo kan de werkgever zien of er een match is tussen jou en de functie.
Een gesloten vraag heeft vooraf bepaalde antwoordkeuzes waaruit de respondent kan kiezen. Bij een open vraag wordt de respondent gevraagd om in zijn of haar eigen woorden feedback te geven.
Een kritische vraag
Een vraag kan bedoeld zijn om achter de gedachte, drijfveer of behoefte van een ander te komen: heb je trek in een stukje taart?, of om te onderzoeken of er aanknopingspunten zijn om te verbinden: waar heb jij gestudeerd?, of puur uit (persoonlijke) interesse.
Een gesprek beginnen
Een praatje met iemand maken, begint met het stellen van een open vraag. Denk maar eens aan vragen als “Hoe gaat het met je?” of “Heb jij gisteren iets leuks gedaan?” en “Wat zijn jouw weekendplannen?” Vervolgens kun je ook met open vragen doorvragen.
Soms hoor je ook wel eens een dubbele vraag terugkomen in één zin. Een bekend voorbeeld - bijvoorbeeld tijdens een vergadering of tijdens een leergesprek in het onderwijs - is "Ik ben wel benieuwd: wie is voor en wie is tegen?" Dit zijn eigenlijk twee vragen.
Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij iemand een vraag stelt, en daar geen antwoord op verwacht. Iemand zou bijvoorbeeld kunnen roepen: [Ben je helemaal gek geworden?] De steller van de vraag verwacht hier natuurlijk geen ja of nee op, maar wil aangeven dat hij denkt dat je gek bent.
Verdiepingsvragen: Vragen door op het antwoord dat je hebt gekregen. Wat bedoel je met…, wat betekent…, wie bedoel je met…, etc. Ze dienen om de kern boven tafel te krijgen.
Vraag op een neutrale, eerlijke manier om informatie en u zult eerlijke, doordachte en waardevolle feedback terugkrijgen. Verstop een mening of een veronderstelling in uw enquêtevraag en u zult vooringenomen, onbruikbare reacties ontvangen.