Tussen 2015 en 2019 werden er jaarlijks gemiddeld 194.179 sociale huurwoningen toegewezen door corporaties. Die moesten worden verdeeld onder statushouders en andere burgers. In die periode ging gemiddeld 7,9 procent naar statushouders: zo'n 15.300 woningen per jaar.
Asielzoekers die een verblijfsvergunning krijgen horen sinds 1 juli 2017 niet meer automatisch bij de groep die voorrang krijgt als een gemeente een huisvestingsverordening heeft.
Krijgen vluchtelingen voorrang voor een sociale huurwoning? Er is al jaren een tekort aan sociale huurwoningen in Nederland. Daarom hebben gemeenten aparte regels voor groepen die met spoed een woning nodig hebben. Vluchtelingen die het asielzoekerscentrum moeten verlaten kunnen daar ook onder vallen.
Een asielzoeker krijgt bij aankomst onderdak, maaltijden en zaken zoals toiletartikelen en wasmiddel. Tijdens de asielprocedure ontvangt een asielzoeker maximaal ongeveer € 60 per week voor eten, kleding en zakgeld voor andere uitgaven.
Het aantal geliberaliseerde huurhuizen is in de periode 2013-2017 gegroeid van 87.000 naar 125.000, een toename van 45 procent, zo tonen cijfers van Aedes.
Normaal gesproken gaat 30 procent van de vrijgekomen corporatiewoningen naar bijzondere of kwetsbare groepen, zoals statushouders. De rest gaat naar reguliere woningzoekenden. Die maatregel wordt dus tijdelijk genegeerd, behalve voor uitzonderlijke gevallen waarvoor met spoed een woning wordt gezocht.
Voor een sociale huurwoning moet je in minstens negentig gemeenten gemiddeld meer dan zeven jaar ingeschreven staan, blijkt uit onderzoek van de NOS. In de vijf gemeenten met de langste inschrijfduur (Landsmeer, Wormerland, Haarlemmermeer, Diemen en Amstelveen) wacht je gemiddeld zelfs langer dan zeventien jaar.
Mensen met een verblijfsvergunning betalen zelf de huur voor hun woning. Zij betalen, net als iedereen, de normale huurprijs.
Volgens de Telegraaf had, van de asielmigranten die tussen 2012 en 2019 vijf jaar in Nederland stonden ingeschreven, 53 procent een bijstandsuitkering (16.580 personen). In de periode 2004-2011 was dit 38 procent (14.970 personen). Bij vrouwen ligt dit percentage nog hoger en deze groep komt nauwelijks aan het werk.
Vergoedingen bij een noodopvang
Ook gemeenten die op een andere manier zijn betrokken bij de centrale opvang van asielzoekers ontvangen hiervoor een vergoeding (artikel 5, Faciliteitenbesluit). Het bedrag voor deze uitkering is €18,15 per asielzoeker per maand.
Kosten individuele asielzoeker
De kosten van het COA voor het opvangen van asielzoekers in een AZC zijn gemiddeld ongeveer € 27.900 per persoon per jaar.
Wanneer asielzoekers een verblijfsvergunning krijgen, koppelt de regievoerder van het COA hen voor huisvesting aan een gemeente. Daarbij kijken we waar voor hen de beste kansen liggen voor integratie en participatie in de Nederlandse samenleving.
Gemeenten hebben 10 weken de tijd om woonruimte te vinden. Gemiddeld duurt het momenteel langer voor ze een woning aangeboden krijgen, omdat er te weinig woningen zijn. Als de gemeente een woning heeft gevonden, hebben vergunninghouders 2 weken de tijd om te verhuizen.
Wat de groep statushouders extra kwetsbaar maakt, is dat het overgrote deel een tijdelijk contract heeft. Uit CBS-onderzoek blijkt dat 88 procent van de statushouders die sinds 2014 in Nederland zijn gekomen een tijdelijk contract heeft.
Het gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen van statushouders die een vergunning kregen in 2014 bedroeg 12,3 duizend euro in 2015, 12,7 duizend euro in 2016 en 13,5 duizend euro in 2017. Statushouders uit 2015 kregen in 2016 gemiddeld 12,3 duizend euro en 13 duizend euro in 2017.
Het aantal sociale huurwoningen is tussen 2018, toen het initiatiefvoorstel is opgesteld, en 2020 gestegen van 2.087.000 naar 2.097.000. (Volgens het CBS is er in Nederland geen eenduidige definitie van sociale-huurwoningen).
Aandeel bijstandsgerechtigden daalt verder
Anderhalf jaar na het verkrijgen van de verblijfsvergunning, ontvangt 90 procent van de 18 tot 65-jarigen die in 2014 een vergunning hebben gekregen, een bijstandsuitkering. Vijf-en-een-half jaar na het verkrijgen van een vergunning – is dit percentage gedaald naar 40 procent.
Iedere vluchteling (volwassen/kind) ontvangt € 59,92 per week per persoon: € 46,97 euro voor voeding en € 12,95 euro voor kleding en andere persoonlijke uitgaven. Vluchtelingen in de particuliere opvang ontvangen een extra toelage, tot een maximum van 4 vluchtelingen.
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) geeft de TWV aan de werkgever van de asielzoeker. Dit gebeurt als een asielaanvraag minstens 6 maanden in behandeling is. Het 1e halfjaar kan een asielzoeker dus niet werken. Het UWV controleert ook of de werkgever genoeg loon betaalt.
Het geld voor de opvang van asielzoekers komt uit de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). Ook het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) betaalt een deel van de opvang.
Het Rijk bepaalt elk half jaar hoeveel statushouders elke gemeente moet huisvesten. Afhankelijk van hun woonsituatie tellen alleenstaande minderjarige statushouders mee voor het realiseren van die gemeentelijke taakstelling.
Het gebrek aan betaalbare huurwoningen komt door een opeenstapeling van zaken. Schattingen over het aantal mensen dat een huis nodig heeft zaten ernaast, door de economische crisis lag de bouw stil én politieke keuzes versterkten de problemen. Meer over de oorzaken van het woningtekort vind je hier.
De gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning in Nederland is zeven jaar. Waar je écht lang moet wachten? Dat is in de gemeenten Landsmeer, Wormerland, Haarlemmermeer, Diemen en Amstelveen. De wachttijd is daar gemiddeld langer dan 17 jaar.