Meet eens per kwartaal je score, al meteen vanaf het moment dat je start met borstcrawl leren. In het begin is die waarde hoog. Misschien heb je wel 30 slagen nodig om in 30 seconden aan de overkant te komen (SWOLF = 60). Maar hoe beter je de techniek onder controle krijgt, hoe efficiënter je gaat zwemmen.
Voorbeeld: je zwemt één baan in een 25 meterbad. Dit doe je met 20 slagen in 24 seconden. Jouw swolf-score is 44 (20 + 24). Tegenwoordig hebben veel sporthorloges de functie om automatisch de swolf-score te meten en te berekenen.
En de streeftijd voor 100 meter is dus 1 min 30 sec. 1 4 x 50 m Rust = streeftijd U zwemt 4 x 50 meter.
“Over het algemeen besteden mensen tussen 45 minuten en 1 uur aan een zwemsessie, goed voor een zwemafstand van ongeveer 1 kilometer.”
Dat betekent dat deze zwemmer dus gedurende een lange afstand een tempo van 1.55 per 100 meter kan volhouden, zonder te verzuren. Op de 1000 meter zwemt hij ongeveer 19.10 minuut.
Ook voor hart en longen is zwemmen goed. Zoals bij alle sporten vergroot je longinhoud. Zelfs als je maar één keer per week zwemt voel je je fitter. Wie regelmatig zwemt heeft dan ook een pak minder kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten.
Om de conditie op te bouwen moet er minimaal 2 tot 3 keer per week gezwommen worden. De trainingen duren minimaal 30 minuten. Dit moet over een langere periode (minimaal een half jaar) worden volgehouden. Formuleer verschillende doelen om zicht te houden op het verloop van de trainingsperiode.
Dit kun je doen door je tijdens het banen zwemmen eens een aantal keer onderwater te laten zakken en af te zetten in een stroomlijn. Drijf dan volledig uit en kijk hoe ver je bent gekomen. Zet vervolgens ook eens af op de manier hoe je dit normaal deed (waarschijnlijk boven water zonder stroomlijn).
Zwemmen is een cardiotraining, en met cardio verbrand je vet. Afhankelijk van de intensiteit van je training gaat het om circa 500 tot 750 calorieën per uur. Dit is dus ook nog eens behoorlijk veel voor een sport waar je relatief helemaal niet zo vermoeid van raakt.
Je verbrand veel meer calorieën met een uur fanatiek doorzwemmen dan dat je met een uur hardlopen doet. Gezien het ook nog minder belastend is, is zwemmen dus de betere keus als je wilt afvallen.
Bijna 130 kilometer per uur is wel eens gemeten en zij doet dat niet alleen in een binnenbad, maar tot 800 meter diepte in open zee.
Goede zwemmers hebben een SWOLF van ongeveer 42? (22 seconden / 20 slagen).
Als je gemiddeld 700 kcal per uur verbrandt, dan moet je al bijna 13 uur zwemmen om een kilo vet te verbranden. Om 10 kilo af te vallen is dit dus 130 uur zwemmen. Trek je tweemaal per week een uurtje wat baantjes, dan ben je daar zo een jaartje mee bezig.
Zwemmen versterkt ook de buikspieren en core en vermindert de taille- en heupomvang. Je wordt er dus niet alleen fitter door, het is gewoon een fantastische oefening voor het hele lichaam.
Borstcrawl. De borstcrawl is de snelste zwemslag en daarom de belangrijkste slag in het wedstrijd zwemmen.
De nadelen van zwemmen
Er zitten helaas ook nadelen aan het zwemmen. Zo weet je niet zeker of het zwembadwater waar je in zwemt schoon genoeg is. Ook moet je rekening houden met de openingstijden van het zwembad en met een constante chloorlucht.
Daarbij levert het water ook nog eens extra weerstand, waardoor het lichaam harder moet werken en hiervoor extra energie nodig heeft. Met een goede zwemtraining kun je dan ook 500 tot 700 calorieën per uur verbranden. Maar 2 maal per week gaan zwemmen levert niet de resultaten op die je graag zou willen zien.
Water zorgt voor weerstand
Het water zorgt echter voor de juiste weerstand die onze spieren aan het werk zetten. Ook verbruikt je lichaam veel energie om na het zwemmen in koud water weer op temperatuur te komen. Heb je gezwommen in warm water? Dan is de kans groot dat je een tikkie rozig bent geworden.
Maar ook zwemmen kan je helpen! Niet alleen train je daarmee je bilspieren, bovenbenen en hamstrings, ook kan je lichaam straks meer aan doordat je maar kort kan ademhalen tijdens de afstanden die je aflegt.
Maar in het water kan een 500m voor een beginnend zwemmer al snel een kwartier duren. 15 minuten over 500 meter. Wandelend zou je daar nog niet eens de helft van de tijd over doen.
Oefen eerst staand in ondiep water hoe laag je kunt ademen. Daarna kun je het zwemmend oefenen terwijl je aan de kant ligt, rustig borstcrawl benen zwemt en met je handen de kant vasthoudt. Draai telkens je hoofd opzij om te ademen en blaas onder water uit. Zorg dat je horizontaal in het water blijft liggen.
Je zwemt in crawl, maar je zet de beweging van je ene arm pas in als de hand van de andere helemaal vooraan is. De ene arm blijft altijd onbeweeglijk voor je uit liggen terwijl je beweegt met de andere.
Hoewel jij misschien denkt dat je beter naar de sportschool kan gaan voor je ideale lijf, is zwemmen een veel betere optie. Met krachttraining train je vaak maar één spiergroep en tijdens het zwemmen gebruik je bijna al je spieren. Je gebruikt namelijk je bovenlichaam, je onderlichaam, je nekspieren en je core.
Zwemmen verhoogt je hartslag zonder het lichaam te belasten, verstevigt de spieren, bouwt kracht op en verbetert je uithoudingsvermogen. Om variatie in je zwemtraining te brengen, kan je verschillende slagen afwisselen, bijvoorbeeld schoolslag, rugslag, zijslag, vlinderslag of vrije slag.
Zwemmen is een cardiovasculaire inspanning en verlaagt je bloeddruk en cholesterolniveau. Zo verminder je aanzienlijk de kans op hart- en vaatziekten, op voorwaarde dat je regelmatig traint: minstens drie keer per week 30 minuten zwemmen of een andere sport die je hartritme de hoogte injaagt.