'Oudere mensen hebben minder slaap nodig' klinkt het vaak, maar dat is slechts een fabeltje. Wat er wel gebeurt bij het ouder worden, is het optreden van veranderingen in het slaappatroon. Een oudere persoon heeft dus net als de gemiddelde volwassene een slaapbehoefte van 7 à 8 uur per nacht.
Uit nieuw wetenschappelijk onderzoek onder 38.000 volwassenen blijkt dat volwassenen die dagelijks vijf uur of minder slapen een grotere kans lopen op een vroegtijdige dood dan mensen die iedere nacht minstens zes à zeven uur slapen. Wat er zo schadelijk is aan korte nachten, maakt het onderzoek niet duidelijk.
Algemeen kan je stellen dat mensen doorheen hun leven gaandeweg minder slaap nodig hebben. Een oudere persoon heeft vaak genoeg aan 6 à 7 uur slaap, terwijl een baby soms tot 16 uur per dag slaapt.
Minimaal 6,5 uur per nacht
Volgens Hamburger is een gemiddelde nachtrust van vier uur niet gezond, zeker op de lange termijn. "Al voelt iemand zich op dit moment goed genoeg bij minder dan 6,5 uur slaap, dat wil niet zeggen dat diegene geen klachten kan ontwikkelen op de lange termijn."
Naarmate mensen ouder worden, verandert hun slaappatroon. Ouderen worden namelijk vaker wakker, slapen lichter, hebben tijdens hun slaap meer last van geluiden en brengen minder tijd door in hun diepe slaap. Desalniettemin, hebben ouderen evenveel slaap nodig als jongere mensen.
Niet diep genoeg slapen kan te maken hebben met het gebruik van bepaalde middelen, zoals alcohol of slaaptabletten. Je slaapt dan wel, maar de kwaliteit is niet optimaal. Diep kunnen slapen hangt ook samen met de opgebouwde slaapdruk.
Microslaap is lastig te herkennen. Ze komt meestal onaangekondigd, hoewel zich soms van tevoren sufheid en plotseling opkomende vermoeidheid voordoet. Knikkebollen en dichtvallende oogleden kunnen een aanwijzing zijn.
'Oudere mensen hebben minder slaap nodig' klinkt het vaak, maar dat is slechts een fabeltje. Wat er wel gebeurt bij het ouder worden, is het optreden van veranderingen in het slaappatroon. Een oudere persoon heeft dus net als de gemiddelde volwassene een slaapbehoefte van 7 à 8 uur per nacht.
De diepe slaap en de REM-slaap zijn het belangrijkst. De diepe slaap zorgt voor lichamelijk herstel en de droomslaap zorgt voor geestelijk herstel.
Volwassenen hebben voldoende aan 6 tot 8 uur slaap per nacht. Bij ouderen verdwijnt meestal de behoefte aan lange slaap: hun slaappatroon verandert. 's Nachts slapen ze korter, terwijl ze overdag indutten.
Ouderen hebben vaak de neiging om steeds eerder naar bed te gaan en vaker middagdutjes te doen, bijvoorbeeld doordat ze in hun stoel indommelen. Dit soort slaapgewoontes en een verstoord slaapritme kunnen een belangrijke oorzaak zijn van slaapproblemen.
Zo heeft een baby van 0 tot 3 maanden 14 tot 17 uur slaap nodig. Een tiener zal genoeg hebben aan 8 tot 10 uur. Ben je een volwassene tussen de 26 en 64 jaar? Dan weet je dat 7 tot 9 uur goed voor je is.
Een van de manieren om bij te dragen aan een goede diepe slaap, is niet te zwaar te tafelen en geen alcohol te drinken in de laatste uren voor het slapengaan. Een goed verduisterde omgeving speelt een belangrijke rol: de aanmaak van melatonine, het hormoon dat u slaperig maakt, wordt afgeremd door licht.
Slaaphygiëne. De perfecte nachtrust ziet er volgens wetenschappers als volgt uit: een duur van circa acht uur, een korte inslaaptijd, 20% diepe slaap, 20% REM-slaap en minder dan 5% wakker gedurende de nacht. Het is ook mogelijk om korter te slapen en evengoed die percentages van diepe- en REM-slaap te halen.
Ga niet uit van de tijd dat je naar bed gaat maar ga uit van de tijd dat je moet opstaan. Als bij jou om 6.30 uur de wekker gaat dan dien je dus om 23.00 uur in bed te liggen. Hou dit ritme 10 dagen vol. Als je dit volhoudt dan word je vanzelf voordat de wekker gaat al wakker.
De extra uren die je creëert door 's nachts hooguit 3 à 4 uur te slapen zijn extra waardevol. Het is namelijk geen lastige opgave om deze tijd nuttig te besteden. Omdat je veel vroeger dan normaal bent opgestaan en haast als enige wakker bent, kun je volledig ongestoord je gang gaan.
Slaapgebrek blijkt het functioneren van onze hersenen heel sterk te beïnvloeden. Het levert problemen op met het geheugen, het concentratievermogen, de spraak, de reactiesnelheid en de besluitvaardigheid. Het tast ook het gevoel voor tijd en ruimte aan.
Als je te weinig hebt geslapen, is voldoende drinken helemaal belangrijk om je lichaam extra te ondersteunen. Eet een gezond ontbijt. Dat ontbijten gezond voor je is weet eigenlijk ook iedereen. Maar voor de mensen die toch nog niet ontbijten: na een korte nacht kun je ieder beetje energie gebruiken.
Mensen die een hele nacht wakker blijven presteren nogal altijd beter dan personen die elke nacht minder dan zes uur slapen. Dit hebben wetenschappers van de universiteit van Pennsylvania ontdekt. De wetenschappers lieten proefpersonen twee weken lang vier, zes of acht uur per nacht slapen.
Mensen met hypersomnia slapen soms negen uur of meer, maar voelen zich 's ochtends nog steeds niet uitgeslapen. 's Ochtends kunnen ze moeilijk wakker worden, ze hebben geen energie en blijven zich vermoeid voelen. Ze hebben overdag nog steeds behoefte aan slaap en kunnen verward of prikkelbaar zijn.
Ga sporten en bewegen, overdag of vroeg in de avond. Neem 's avonds geen koffie, andere drank met cafeïne en nicotine. Stop een uur voor het slapengaan met kijken naar tv, tablet, computer en smartphone. Zorg een uur voor het slapengaan voor ontspanning (korte wandeling, warm bad, ontspanningsoefeningen, muziek).
Een middagdutje wordt niet voor niets een powernap genoemd. Twintig minuten is al genoeg om even bij te tanken en je minder slaperig te voelen. Na zo'n dutje kun je er weer fris tegenaan. Je bestrijdt hiermee niet alleen je vermoeidheid: je zorgt zo ook dat je je mentaal beter voelt.
“Als iemand in slaap valt tijdens het kijken, betekent het dat er al een verhoogde slaperigheid aanwezig is. De persoon in kwestie is mentaal te moe om te volgen en het wordt wel heel moeilijk om de aandacht bij het programma te houden.
Moeheid komt meestal door slaapproblemen. Maar ook psychische of lichamelijke oorzaken zijn mogelijk. Psychische oorzaken hebben te maken met hoe u zich voelt en waar u aan denkt. Lichamelijke oorzaken hebben te maken met wat u aan uw lijf voelt (jeuk, pijn) en met allerlei ziekten.