De plantafstanden die je best aanhoud zijn 25 cm tussen de rijen en 10 cm tussen de planten (zomerprei) en 45 cm tussen de rijen en 15 cm tussen de planten (herst- en winterprei). De ponsgaten kun je maken met een preiplanter. Een preiplanter zorgt er voor dat het planten zeer snel en moeiteloos gaat.
Per vierkante meter kan je ongeveer 37 tot 52 prei planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 5 tot 8 prei planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Om meer wit te krijgen moet je de aarde ophogen. Wanneer de planten 40cm hoog zijn moet je de aarde tot op 20cm ophogen. Herhaal hetzelfde na 3-4 weken. Plant de prei op 3cm van elkaar in rijen 40cm uit elkaar.
Laat de sterkste en dikste plantjes staan en verplant de andere planten op een andere plaats. De afstand tussen planten in de rij is 12 - 15 cm afhankelijk van de soort.De afstand tussen de rijen is 30 - 50 cm. Prei heeft een speciale behandeling nodig.
Vanaf eind mei tot juli kun je ze dan uitplanten op 40 x 15 cm. De plantjes zijn dan ongeveer vier tot zes millimeter dik (het liefst zo dik als een potloodje). Plant de prei het liefst zo diep mogelijk, dat ze nog net boven de grond uitsteken.
Een veel geplante nateelt, in uitzonderlijke situaties zelfs tot begin augustus, is winterprei . Prei heeft veel voeding nodig, een goede bemesting is hier zeker op zijn plaats.
In Nederland begin je het beste met het voorzaaien van prei in januari binnen in een propagator of kas, vooral als je vroege prei wilt kweken. Voor een latere start, zoals in maart of april, kun je prei direct buiten in de moestuin of in een kas zaaien.
Prei zaailingen kweken in de grond
Maak met uw vinger 'gaten' van zo'n 4cm diep en maximaal 2cm breed. Houd er ook rekening mee dat ze niet te dicht op elkaar staan. Houd een afstand van zo'n 15 cm aan achter elkaar en zo'n 30cm naast elkaar. Zet vervolgens de zaailingen in de grond.
De klassieke ammoniumnitraat kan in de zomer zeker gebruikt worden op jonge prei. Naar het najaar toe kan kalknitraat wel omdat de groei dan al vertraagd is, kalknitraat gebruik je best als er snel nood is aan extra stikstof.
De wortels van de prei zitten in de bovenste 25 centimeter voor 65% in de grond. Daarna krijg je een laag van 25% die tussen de 25 en 50 centimeter diep in de grond zit. 10% van de wortels zitten lager dan 50 centimeter in de aarde.
De bos met plantjes wordt in een grote emmer met water gezet en vervolgens worden de plantjes stuk voor stuk uit de bos gehaald om te verplanten. Veel moestuiniers knippen hierbij het bovenste deel van het plantje af om de groei te bevorderen.
Voor een korte periode verdraagt prei wel temperaturen tot -5°C. Maar daalt het kwik tot -10°C, dan is er zeker schade te verwachten. Ook spruitkool en savooikool kunnen wel wat vorst verdragen, maar waakzaamheid is hier ook geboden.
Om preiplanten succesvol te telen zal je de prei regelmatig moeten bemesten met mest met een hoog stikstofgehalte. Preiplanten hebben de mest nodig om de bladeren te laten groeien. Er zijn drie soorten prei: zomerprei, herfstprei en winterprei.
Stap 2: Hoe groot moet je moestuin zijn
Een moestuin vraagt immers dagelijks om wat aandacht. Voor een echte beginneling is een lapje grond van zo'n 10 m² ruim voldoende. Als je ervan droomt om – bijna – het hele jaar door je eigen verse groenten te oogsten, dan moet je ongeveer 50 m² oppervlakte per persoon voorzien.
Een gemakkelijk haalbaar gemiddelde van al die cijfers is 2 kg per m2. Dus dan heb je voor een gezin van 4 personen theoretisch gezien 200 m2 tuin nodig. Heb je een koude kas, serre of platte bak? Dan kun je vele malen meer kilo's per m2 produceren dan in de vollegrond.
Na zes maanden groeien, kan de prei worden geoogst! Prei wordt geoogst met behulp van een zogeheten spitvork. Deze wordt naast de prei diep in de grond gestoken, waardoor de grond omhoogkomt. De prei wordt door de teler dan eenvoudig uit de grond getrokken.
Veel kalk nodig (1-1,5 kg/10 m²):
Bladgroenten, zoals sla, spinazie, selder, veldsla, peterselie, prei … Koolgewassen, zoals witte kool, rode kool, bloemkool, spuitkool, savooikool …
En je kunt zien dat wel altijd een klein stukje blad boven het gat uitsteekt. Het liefst wil je waarschijnlijk dus lange witte schachten (omdat die zacht van structuur en sterk van smaak zijn), daarom plant je zo diep mogelijk (maar een deel van het blad van de zaailingen dus altijd boven de grond).
Het uitplanten kan tot begin augustus. Maak hiervoor geultjes van ongeveer 18 cm diep. De onderlinge afstand in een rij moet ongeveer 15 cm zijn en tussen de andere rijen 50 cm. Ook voor de winterprei soorten geldt stap 4, zoals benoemd bij de zomerprei.
Prei: koolsoorten, Oost-Indische kers, schorseneren, selderij, tomaten, uien, wortels.
In maart, buiten onder platglas of tunnel, zaaien voor de herfstprei en in april buiten voor de winterprei. De zomerprei wordt in maart gepoot als ze 3 á 4 mm dik zijn. En de andere (herfst en winter) prei wordt gepoot 13 weken na het zaaien (+/- 90 dagen, zie eerder in dit artikel).
Een onregelmatige gewasstand en verzwakte groei bij prei kan eventueel een gevolg zijn van een aantasting door de schimmel “rozerot” (Fusarium culmorum). Alhoewel je bij rotting meestal het verband legt met te natte grond hoeft dit niet altijd zo te zijn.
De preivlieg of uienvlieg
Naast prei en ui tasten deze vliegen ook knoflook, pijpajuin en sjalotten aan. De larven die uit de langwerpige witte eitjes komen, voeden zich met de wortels of vreten zich een weg naar het hart van de plant. Dit kan leiden tot verzwakte planten en een verminderde opbrengst.
De bloemen van de doorgeschoten prei, knoflook of ui. zijn heel goed in een salade te verwerken. De smaak is. doorgaans krachtig.