Een auto moet zijn voorzien van drie remlichten, waarvan er één op het midden van de achterzijde van de auto is aangebracht (auto's in gebruik genomen vóór 1-10-2001 moeten minimaal twee remlichten voeren).
OK, nog één datum dan: een derde remlicht is verplicht vanaf 30 december 2001. Bij auto's van voor die datum mag (maar het hoeft niet) u een derde remlicht hebben indien 'ie maar in het midden van de auto en boven (lees: hoger dan) de originele remlichten gemonteerd zit.
Een voertuig met huifopbouw dient dus wel voorzien te zijn van een derde remlicht. Voertuigen van de categorie N1 moeten voorzien zijn van een derde remlicht. Alleen wanneer het voertuig een open laadruimte heeft hoeft geen derde remlicht gemonteerd te worden.
Voor personenauto's die na 30-09-2001 in gebruik zijn genomen en voor bedrijfsauto's met een toegestane maximum massa minder of gelijk aan 3500 kg die in gebruik zijn genomen na 31-12-2012 is een derde remlicht verplicht.
In Nederland moeten auto's die na 30 september 2001 in gebruik genomen zijn een derde remlicht hebben. Dit derde remlicht moet in het midden geplaatst zijn en hoger zitten dan de twee andere remlichten. In België geldt dat voor auto's die in gebruik zijn genomen na 1 mei 2003.
Remlichten zijn verplicht, omdat deze duidelijk maken wanneer u remt. Daarnaast moet de kleur van remlichten rood zijn. Bij auto's die vanaf 30 september 2001 in gebruik zijn genomen, is het derde remlicht ook verplicht. Dit is het remlicht dat zich in het midden, boven de achterruit van uw auto bevindt.
Remlichten zijn de drie rode lichten aan de achterkant van de auto die aangaan zodra je remt. Het is belangrijk in het drukke Nederlandse verkeer dat achterliggers kunnen zien als jij op je rem gaat staan.
De achterlichten en mistachterlichten mogen niet anders dan rood stralen. De remlichten mogen niet anders dan rood of ambergeel stralen. Het derde remlicht mag niet anders dan rood stralen. De achterkentekenplaatverlichting mag niet anders dan wit stralen en mag niet naar achteren stralen.
Bij toegestane verlichting echter wel en spreekt het voor zich dat beiden dan ook moeten branden. Maar met de werkende lamp uitgeschakeld zou de APK geen probleem hoeven zijn omdat deze lampen niet onder de noemer vallen van verplichte verlichting binnen het APK reglement.
In de APK regelgeving staat in artikel 5.2.51 dat een mistachterlicht verplicht is voor auto's die na 31 december 1997 voor het eerst in gebruik zijn genomen. Op uw auto is een mistachterlicht dus niet verplicht.
Hiervoor gebruikt een bestuurder 4 soorten lichten: Er zijn de dimlichten, waarmee men meestal rijdt als het donker is. En de grootlichten, die ook wel eens de verstralers worden genoemd. De meeste wagens hebben vooraan ook mistlichten.
Staat u buiten de bebouwde kom op de rijbaan? Of op parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens langs autosnelwegen en autowegen? Dan moet u in het donker stadslicht en achterlicht voeren. Dit moet ook overdag als het zicht slecht is.
Mistachterlicht. Aan de achterzijde is wettelijk minimaal één mistlicht verplicht, maar is het toegestaan om er twee te monteren. Mistachterlichten stralen een helder rood licht uit. Mistachterlicht is alleen toegestaan als door dichte mist of zware sneeuwval het zicht minder is dan 50 meter.
De lichten die we het vaakst gebruiken, zijn de dimlichten. Deze lichten steken we aan wanneer de avond valt of het donker is. Ook bij regenweer, sneeuw, mist en andere omstandigheden waarbij het onmogelijk is om verder te kijken dan 200 meter is het verplicht om de dimlichten aan te steken.
Het is niet toegestaan om op de momenten dat verlichting verplicht is uitsluitend stadslicht te voeren. Dimlicht moet in die gevallen ook zijn ingeschakeld of bij mist de mistlampen voor. Stadslicht is verplicht als je 's nachts (of bij slecht zicht overdag) buiten de bebouwde kom of op de rijbaan parkeert.
Formeel maakt één mistachterlicht onderdeel uit van de verplichte verlichting. Vervolgens is er ook nog sprake van toegestane verlichting. Daarbij wordt vermeld dat één extra mistachterlicht toegestaan is. De twee geschakelde mistachterlichten zijn dus toegestaan.
Om maar gelijk antwoord te geven op die vraag, ja, het is legaal in Nederland. Xenon verlichting installeren in Nederland mag gewoon. Sinds 1 april 2012 is het toegestaan om zelf verlichting in te bouwen in alle auto's die er bestaan op de markt zonder aanpassingen.
Een goede garage zal bij de APK keuring alle belangrijke eisen voor je verlichting checken. Zo moet je koplamp vochtdicht zijn en het lichtbeeld mag niet vertekenen. In principe is het normaal dat door het ventilatiesysteem je koplampen lek zijn.
twee dagrijlichten ; twee bochtlichten; twee hoeklichten ; één manoeuvreerlicht aan elke zijkant van het voertuig.
Op je dashboard kun je altijd zien welke verlichting je hebt ingeschakeld. Dit zijn de symbolen die daarvoor worden gebruikt: Stadslicht is niet hetzelfde als dagrijverlichting. Bij dagrijverlichting branden de achterlichten niet.
De remlichten mogen niet anders dan rood of ambergeel stralen.
Xenon autolampen geven tot wel drie keer zoveel ligt als halogeenlampen.
De BA15S lamp komt voornamelijk voor als normale verlichting en achteruitrijverlichting en de P21 of BA15S als remlicht. Om zeker te zijn dat je de juiste lamp koopt, kun je het type op de achterkant van het te vervangen lampje aflezen.
Remlichten blijven branden. De meest bekende oorzaak is de remlichtschakelaar bij je rempedaal. Als deze niet werkt gaan, voor de veiligheid de remlichten branden. Andere oorzaken kunnen zijn een kortsluiting in de remlampjes of je hebt een remlichtlampje vervangen die niet goed is.
De remlichtschakelaar zit, of bij het rempendaal, of hij is gemonteerd in je hoofdremcilinder. Als je de rem intrapt dan maakt de schakelaar bij het rempedaal contact en verbind dan de remlichten aan stroom zodat ze gaan branden.