3-1 winnaar 4 punten, verliezer 1 puntje, 3-2 winnaar 3 punten, verliezer 2 punten.
Wie het eerst 25 punten heeft behaald wint de set. Wie het eerst drie sets heeft gewonnen, wint de wedstrijd. Bij een gelijke stand, 2–2 in sets, wordt een beslissende set tot 15 punten gespeeld, bij deze beslissende set wordt er van kant gewisseld bij de eerste die acht punten heeft.
Basisregels voor scoren:
Volleybal volgt een rally-scoresysteem, wat betekent dat er bij elke rally een punt wordt toegekend, ongeacht welk team serveert . Om een set te winnen, moet een team 25 punten behalen, met een voorsprong van twee punten. Als de score 24-24 bereikt, gaat de set door totdat een team een voorsprong van twee punten behaalt.
Er wordt gespeeld om drie gewonnen sets, een beslissende (vijfde) set wordt gespeeld om 15 gewonnen punten.Met een derde set kan men twee punten verdienen.
Als beide teams een gelijk aantal sets winnen (bijvoorbeeld beide 2 sets), dan wordt er een vijfde set gespeeld, ook wel de 'beslissende set' genoemd. Deze set wordt gespeeld tot 15 punten, waarbij een team ook minimaal 2 punten meer moet hebben dan het andere team om te winnen.
3-1 winnaar 4 punten, verliezer 1 puntje, 3-2 winnaar 3 punten, verliezer 2 punten.
5: Een 5 is een hoge set naar de rechterantenne waar een tegenovergestelde (rechtervoor) aanvaller hem kan slaan . Pipe: Een pipe is een hoge set naar de middelste achterkant, direct achter de 10' lijn waar een achterste rij aanvaller hem kan slaan. 3: Een 3 (ook wel een 32 of 33 genoemd) is een shoot set tussen de buitenste en middelste hitters.
Gemiddeld genomen duurt een set ongeveer 20 minuten. Een set gaat tot de 25. Wel moet de set met twee punten verschil geëindigd worden. Dat kan dus betekenen dat een set klaar is bij 25-10, maar dat kan ook pas bij 35-33.
Bij een gelijkspel krijgt elke ploeg één punt.
Elk team mag tot drie balcontacten gebruiken om de bal terug over het net te spelen.
H% Hitpercentage (Kills - Fouten) / Pogingen Het hitpercentage is het totale aantal kills in de wedstrijd (seizoen), minus eventuele hitfouten, gedeeld door het totale aantal hitpogingen tijdens de wedstrijd (seizoen). K% Killpercentage Kills / Pogingen Het totale aantal kills gedeeld door het totale aantal hitpogingen voor de wedstrijd (seizoen).
Een libero mag geen aanval voltooien (vanaf elke plek op het veld) als de bal boven de bovenkant van het net is tijdens contact. Ze mogen echter wel aanvallen zolang de bal niet helemaal boven het net is tijdens contact . Dit is een spel dat je niet vaak zult zien, maar het gebeurt wel af en toe.
De winnaar van een competitie wordt bepaald door het team dat tijdens de gehele competitie de meeste punten heeft weten te verzamelen. De punten worden als volgt verdeeld: 3 punten voor een overwinning. 1 punt voor beide teams bij een gelijkspel.
Een wedstrijd bestaat uit vier of vijf sets. De wedstrijd wordt gewonnen door het team dat minstens drie sets wint. De volgende eindstanden kunnen voorkomen: 4-0, 0-4, 3-1, 1-3, 3-2 en 2-3. Afhankelijk van de speelwijze, het niveau of het speelgebied kan het aantal sets verschillend zijn.
De libero is de speler in het 'andere shirt' in een volleybalteam. De functie van een libero is uitsluitend passen en verdedigen. De liberospeler mag ook alleen in de achterste 3 posities van het volleybalveld staan. Je zult een libero dus nooit zien aanvallen of serveren.
Teams die dicht bij elkaar staan, vooral aan het einde van het seizoen, spelen tegen elkaar.Het ene team wint en krijgt 3 punten, het andere heeft één wedstrijd minder om 3 punten te halen. Dit maakt het een zes-pointer.
Je ontvangt 10 punten bij een perfect voorspelde uitslag en 5 punten als je alleen de winnaar goed hebt. Je krijgt 7 punten wanneer je de winnaar goed hebt en het doelpuntenaantal van één van de teams juist hebt. Heb je een gelijkspel voorspeld maar de doelpunten niet goed dan ontvang je 5 punten.
Gelijkspel is een gelijke eind- of tussenstand bij een competitie. Een synoniem voor gelijkspel is 'kiet' van het Franse quitte. Onbeslist of draw zijn ook gangbare benamingen. In veel sporten wordt gelijkspel als een onbevredigende uitslag ervaren.
Een speler mag de bal niet twee keer na elkaar aanraken, behalve bij het blokkeren. Elk team mag maximaal drie keer balcontact achter elkaar hebben, waarbij de blokkering niet als een balcontact telt. De bal mag de antennes of andere voorwerpen buiten het veld niet raken. De spelers mogen het net niet raken.
Bij een inworp is de bal in het spel zodra hij de zijlijn heeft bereikt, met andere woorden zodra hij de zijlijn raakt, vanuit de neutrale zone gezien.
Als de teams na vier gespeelde sets gelijk staan (met beide twee gewonnen sets), gaat de vijfde set tot de 15 punten.
In volleybal verwijst "444" naar een rotatiesysteem of opstellingsconfiguratie die vaak door teams wordt gebruikt . De nummers 4-4-4 vertegenwoordigen de spelersposities in elke rij op het veld.
Setter is de controletoren en heeft de moeilijkste taak. Hij moet rekening houden met de neigingen van al zijn/haar aanvallers en hoe hij/zij specifiek voor hen moet setten.
Waar staat "5-1" voor? "5-1" betekent 5 aanvallers en 1 setter . Het is een van de meest gebruikte rotatietechnieken in zaalvolleybal, en variaties kunnen vrij worden toegepast, vooral op basis van de vaardigheden van de verdedigende spelers.