Meer jongeren zijn naar de havo of het vwo gegaan en minder naar het vmbo. In 2020/2021 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,5 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo.
In Nederland heeft bijna 40 procent van de 15- tot 75-jarigen een havo- of vwo-diploma of een afgeronde mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4. Deze groep middelbaaropgeleiden is al jaren de grootste groep en blijft door de jaren heen in omvang vrij stabiel.
Nederland telt nu ongeveer 60.000 leerlingen die een gymnasiumcurriculum volgen op meer dan 300 verschillende scholen. Hoewel dit nog maar 7 procent is van de totaal aantal leerlingen is dat toch een behoorlijke stijging.
Gegevens in een tabel
In het schooljaar 2020/2021 gingen ruim 934 duizend jongeren naar een vorm van voortgezet onderwijs. Hiervan volgde ruim 20 procent een vmbo- opleiding, 3 procent het praktijkonderwijs, ruim 17 procent havo en bijna 19 procent vwo. Ruim 40 procent van de jongeren zat in een algemeen leerjaar.
Het landelijk slagingspercentage voor het vwo examen is 94,0%. En daar wil jij natuurlijk bij horen! Er zijn 4 profielen op het VWO: natuur & gezondheid, natuur & techniek, economie & maatschappij en cultuur & maatschappij. De slagingspercentages verschillen per profiel.
Ook het vijfde jaar (pre examenjaar) wordt genoemd als zwaar jaar. Maar als je het vierde jaar goed doorkomt zal het vijfde ook wel lukken.
Een advies voor het voortgezet onderwijs kan enkelvoudig zijn: vmbo-b, vmbo-k, vmbo-gt, havo, vwo; of dubbel, met twee aan elkaar grenzende schooladviezen: vmbo-b/k, vmbo-k/gt, vmbo-gt/havo, havo/vwo. Een advies dat uit meer dan twee niveaus bestaat is niet toegestaan.
Voor het VWO adviseert CITO, de organisatie die de eindtoets maakt, een score van minstens 545. Bij een iets lagere score wordt de havo aanbevolen (zolang de score wel minstens 537 is). Bij een score van 536 of lager past dan weer één van de vmbo-leerwegen.
Conclusie: het gymnasium is ongeveer 10-15% moeilijker dan het atheneum. Die 10-15% komt doordat je op het gymnasium 2 (redelijk zware) vakken meer volgt dan op het atheneum. Maar iedereen die atheneum aankunt, zal ook succes hebben op het gymnasium, mits hij/zij hard werkt! Heel veel succes met de middelbare school!
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Waarom zou je eigenlijk vwo gaan doen? De meest voorkomende reden om vwo te gaan doen is dat je daarna naar de universiteit kan. Zo wilde Jaimie bijvoorbeeld Sterrenkunde studeren en was Wouts voorkeur Biologie. Er zijn ook leerlingen die het nog niet weten en vwo doen om straks meer keuze te hebben.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Belemmeringen voor de doorstroom havo-vwo
In het havo-profiel cultuur en maatschappij (CM) is wiskunde niet verplicht. Op het vwo maakt wiskunde deel uit van ieder profiel, ook CM. Doorstromers met een CM-profiel zullen dus alsnog examen in wiskunde moeten doen.
Aangezien er nog geen wettelijk doorstroomrecht is, kunnen scholen zelf bepalen welke eisen zij stellen voor toelating van havo-gediplomeerden tot het vwo. Bijna alle scholen met een vwo-afdeling stellen dergelijke eisen.
In 2017 behaalden 6154 leerlingen de maximale score van 550. De maximale score van 550 kan ook worden behaald als er fouten worden gemaakt. Voor de maximale score van 550 moest een leerling 20 fouten of minder maken (van in totaal 220 taal- en rekenopgaven). Bij deze score adviseren scholen het vwo-niveau.
De scores voor begrijpend lezen en rekenen tellen het zwaarst mee voor het schooladvies. Dit omdat begrijpend lezen bij de meeste vakken in het voortgezet onderwijs belangrijk is en omdat rekenen de basis is van wiskunde, maar ook belangrijk is bij de andere bètavakken.
Op het vwo waren de verschillen het grootst. Het gemiddelde eindcijfer bedroeg daar in 2019/'20 6,87 tegen 6,73 een jaar eerder. Het gemiddelde eindcijfer steeg het laatste jaar sterker bij meisjes dan bij jongens; het nam bij meisjes toe van 6,76 naar 6,97, bij jongens van 6,70 naar 6,77.
Het laagste niveau is praktijkonderwijs. Dit is bedoeld voor kinderen met een IQ onder de 80. Er staat voor dit onderwijs niet een bepaald aantal jaren. Je kan dit onderwijs volgen tot je achttiende jaar.
In 2010 had ruim 20% van de bevolking van 25-64 jaar een hbo-diploma en bijna 12% een universitaire graad (samen ruim 32%). Het percentage hogeropgeleiden is sindsdien met bijna 8 procentpunten gestegen: in 2019 had ruim 24% een hbo- en ruim 15% een wo-diploma (samen meer dan 40%).
RTL Nieuws heeft op basis van de methodiek die voor het landelijke beeld gebruikt is de cijfers per school berekend. Aan elk schoolniveau is een cijfer gegeven. Het gemiddelde cijfer in Nederland was afgelopen schooljaar een 7,79, dit staat gelijk aan een vmbo/havo advies.
Hangt van je inzet af denk ik. Ik vond VWO5 qua diepgang van de vakken en het tempo waarin de stof erdoorheen werd gejaagd, moeilijker dan VWO4.
Verschil tussen atheneum en gymnasium
Er is geen niveauverschil tussen atheneum en gymnasium. Echter, het enige verschil is dat je op het gymnasium extra vakken krijgt: klassieke culturele vorming, Latijn en Grieks. Op het gymnasium moet je ook in een van de twee klassieke talen eindexamen doen.
De wet verplicht VWO-leerlingen om examen te doen in Engels en daarnaast nog minimaal één andere vreemde taal: op het atheneum een 2e moderne vreemde taal (MVT) zoals bijvoorbeeld Frans of Duits, of op het gymnasium Grieks of Latijn.