Er is in de afgelopen tien jaar weinig veranderd. Veel vrouwen die moeder worden zorgen daarom nog steeds vaker voor de kinderen terwijl hun partner meer uren werkt. Zij raken daardoor achter in hun carrière en halen dat ook niet meer snel in. Slechts 45 procent van de Nederlandse vrouwen werkt fulltime.
De cijfers van Eurostat tonen ook dat steeds meer vrouwen in de voorbije jaren zijn overgestapt van een deeltijdse naar een voltijdse baan. In 2018 ging dat om tien procent van de vrouwelijke werknemers, in 2022 was dat 13 procent.
In 2019 werkten ruim 4,5 miljoen personen voltijds (51%). Dat wil zeggen dat zij een baan hadden van 35 uur per week of meer (voltijdsbaan). Ruim 1,6 miljoen personen (18%) werkten minder dan 20 uur per week. Ongeveer 2 miljoen hoger opgeleiden werken voltijds.
Eén op de tien vrouwen is een 'traditionele huisvrouw'. Hun denkbeelden zijn traditioneel. Zo zijn zij het eens met de drie stellingen 'werken en kleine kinderen gaat niet samen', 'mannen horen alleenverdiener te zijn' en 'vrouwen zijn geschikter om kinderen op te voeden'.
Van alle werkenden werkte 48 procent in deeltijd. Van de vrouwen werkte 70 procent in deeltijd in 2021, van de mannen 28 procent. Ruim drie kwart van de werkende 15- tot 25‑jarigen werkte in deeltijd. Van de jongeren die onderwijs volgen en daarnaast werken, had 87 procent een deeltijdbaan.
Slechts 45 procent van de Nederlandse vrouwen werkt fulltime. Maar het ligt niet alleen aan de belastingdruk; ook culturele aspecten en de houding van mannen spelen een grote rol”, aldus Starink.
Vrouwen noemen als reden om parttime te werken: Meer tijd voor het huishouden. Meer vrije tijd. Zorg voor de (klein)kinderen.
Van alle moeders (15 tot 65 jaar) is ruim 70 procent aan het werk. Begin deze eeuw was dat nog 55 procent. Vooral onder hooggeleide moeders is sprake van een hoge arbeidsparticipatie; 84 procent heeft een baan van 12 uur of meer per werk. Van de laagopgeleide moeders geldt dat voor ongeveer de helft.
In 2021 was van de bevolking van 15 tot 65 jaar 3,1 procent van de mannen en 3,6 procent van de vrouwen werkloos. In 2013 was het werkloosheidspercentage in deze leeftijdscategorie 7,2 procent onder mannen en 7,6 procent onder vrouwen. Er waren toen naar verhouding iets meer vrouwen dan mannen werkloos.
Aandeel werknemers onder statushouders neemt toe
Uit de CBS-studie blijkt dat na zeven jaar 45 procent van alle 18- tot 65-jarige statushouders een fulltime baan heeft. De meeste werkende statushouders werken in deeltijd (53 procent) en met een tijdelijk contract (79 procent).
Bovenaan de lijst staat Cyprus waar gemiddeld 1307 uur wordt gewerkt. Daarna komen Letland met 1243 uur en Tsjechië met 1235 uur.
Werkende mannen werkten in 2021 gemiddeld 39,4 uur per week, werkende vrouwen 29,2 uur. In 2013 werkten zowel mannen met 38,8 uur als vrouwen met 27,4 uur een fractie minder. Het verschil tussen mannen en vrouwen is iets afgenomen.
Bijvoorbeeld: een fulltime werkweek is in dit geval 40 uur en Corina werkt 34 uur. De berekening is dan: (34/40) * 100 = 85% Deze uitkomst vul je in bij percentage dienstverband.
Vrouwelijke werknemers in Nederland verdienen gemiddeld minder dan mannelijke werknemers. Volgens cijfers van het CBS uit 2021 verdienen vrouwen gemiddeld 13% per uur minder dan mannen. Dat verschil noemen we de loonkloof.
Het arbeidsvolume per voltijdsequivalent van kmo's in de privésector in België bedraagt 1.447.509 vte op 31 december 2023, wat overeenstemt met 58,1 % van het totale arbeidsvolume van de privésector in voltijdsequivalenten in België (2.492.235 vte).
Zo is van de 55- tot 60-jarigen 81% aan het werk, terwijl dat bij de 60- tot 65-jarigen 64,6% is. De stijging van de arbeidsparticipatie in de afgelopen tien jaar is wel groter bij de hogere leeftijdsklassen.
Het aantal werklozen in Duitsland is in december minder sterk gestegen dan verwacht. Vorige maand zijn er 10.000 werklozen bijgekomen, 5.000 minder dan verwacht werd volgens analisten, meldt persbureau Reuters. Volgens het ministerie is de werkloosheid in totaal gestegen tot 2,87 miljoen.
Hekkensluiter. Hoewel uit de index blijkt dat de arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland consequent verbetert, van 65,2 procent in 2000 tot 81,1 procent in 2022, blijft het aandeel vrouwelijke werknemers in fulltime posities achter. Met 48,3 procent is Nederland zelfs hekkensluiter.
Vrouwen vaker werkloos dan mannen
Vrouwen in de beroepsbevolking waren in het derde kwartaal van 2024 vaker werkloos dan mannen: respectievelijk 3,9 en 3,5 procent. Vergeleken met hun mannelijke leeftijdsgenoten was de werkloosheid wel lager onder jonge vrouwen tot 25 jaar en bij vrouwen van 55 tot 65 jaar.
Bij 15,8 procent van de paren met minderjarige kinderen werkt één partner voltijds, terwijl de ander niet werkt. Die paren bestaan meestal uit een man met en een vrouw zonder betaald werk. Kleiner van omvang is het aantal paren waarbij beide ouders voltijds (14,1 procent) of beide in deeltijd werken (12,3 procent).
In 2021 was 66,3% van alle niet-onderwijsvolgende vrouwen van 15 jaar tot de AOW-leeftijd economisch zelfstandig. Al een aantal jaren stijgt het aandeel vrouwen dat netto minstens het bijstandsniveau verdient (1 080 euro per maand in 2021).
Meeste moeders werken 20 tot 35 uur per week
De meeste moeders met kinderen jonger dan 18 jaar werken 20 tot 35 uur per week. Met het jongste kind op de middelbare school werken iets meer moeders 35 uur per week of meer (voltijds) dan met het jongste kind jonger dan 13 jaar.
In alle andere lidstaten heeft een ruime meerderheid van de werkende vrouwen een voltijdbaan. Onder Bulgaarse vrouwen komt een deeltijdbaan het minst voor: vrijwel alle vrouwen die er werken doen dat voltijds. Ook onder Bulgaarse mannen komt deeltijdwerken met 1 procent zelden voor.
Als je parttime werkt, heb je meer tijd voor jezelf en een betere werk-privébalans. Daardoor heb je minder werkstress, maar ben je op de dagen dat je wel werkt een stuk frisser en productiever. Zo kan parttime werken juist een enorme boost geven voor je carrière!
De belangrijkste reden waarom vrouwen vaker deeltijds werken dan mannen is hun rol thuis. Vrouwen nemen meer zorgarbeid en meer huishoudelijke arbeid op (Zie verder: Arbeid en zorg). Om die arbeidsverdeling mogelijk te maken, werken ze minder uren buitenshuis.