Daarmee is het aandeel dat naar mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen, veel hoger dan normaal. Normaliter gaat volgens het kabinet zo'n 5 à 10 procent van de woningen naar statushouders.
In 2020 ging slechts 4,3 procent van de vrijgekomen sociale huurwoningen naar statushouders. Dat lage aantal zou mede te verklaren zijn door de coronacrisis, toen minder mensen in Nederland asiel aanvroegen. Cijfers voor 2021 zijn nog niet bekend.
Asielzoekers die een verblijfsvergunning krijgen horen sinds 1 juli 2017 niet meer automatisch bij de groep die voorrang krijgt als een gemeente een huisvestingsverordening heeft.
Statushouders wonen steeds een beetje stedelijker
Van de 129 duizend mensen die in 2014, 2015, 2016, 2017 en eerste helft van 2018 een verblijfsvergunning ontvingen, zijn er in deze periode 115 duizend gehuisvest in een gemeente (en zitten dus niet meer in de asielopvang van het COA).
De Tweede Kamer worstelt met het feit dat statushouders volgens de wet voorrang kunnen krijgen bij het toewijzen van een huurwoning. Statushouders zijn erkende vluchtelingen die na een asielprocedure een verblijfsvergunning hebben gekregen.
Wat de groep statushouders extra kwetsbaar maakt, is dat het overgrote deel een tijdelijk contract heeft. Uit CBS-onderzoek blijkt dat 88 procent van de statushouders die sinds 2014 in Nederland zijn gekomen een tijdelijk contract heeft.
De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar hoeveel statushouders gemeenten een plaats moeten geven om te wonen. De verdeling over gemeenten hangt af van hoeveel mensen er in een gemeente wonen. Grotere gemeenten moeten meer vergunninghouders woonruimte bieden dan kleinere gemeenten.
Mensen met een verblijfsvergunning betalen zelf de huur voor hun woning. Zij betalen, net als iedereen, de normale huurprijs.
Een gezin met 2 kinderen ontvangt ongeveer € 117,04 per week. Woont een asielzoeker in een opvangcentrum waar hij niet zelf voor de (warme) hoofdmaaltijd hoeft te zorgen? Dan krijgt hij een lagere vergoeding voor eten. Een alleenstaande krijgt dan € 30,59 per week, een gezin met 2 kinderen ongeveer € 75,46 per week.
Iedere vluchteling (volwassen/kind) ontvangt € 59,92 per week per persoon: € 46,97 euro voor voeding en € 12,95 euro voor kleding en andere persoonlijke uitgaven. Vluchtelingen in de particuliere opvang ontvangen een extra toelage, tot een maximum van 4 vluchtelingen.
Gemeente zorgt voor woning
Gemeenten beslissen zelf over wat voor soort woning ze aanbieden. Het kan een zelfstandige (huur)woning zijn of een gedeelde woning met meer mensen. Vaak doen gemeenten een beroep op sociale huurwoningen van woningcorporaties. Een vergunninghouder mag ook zelf naar woonruimte zoeken.
Kosten individuele asielzoeker
De kosten van het COA voor het opvangen van asielzoekers in een AZC zijn gemiddeld ongeveer € 27.900 per persoon per jaar.
Daarnaast kwamen er 1 610 nareizigers naar Nederland, 215 minder dan in juni 2022. In 2021 kwamen er in totaal 34 860 asielzoekers en nareizigers. In 2015 was er een piek in het aantal asielzoekers dat naar Nederland kwam. De oorlog in Syrië zorgde in dat jaar voor een grote vluchtelingenstroom.
In totaal is daarmee de taakstelling voor de tweede helft 2022 vastgesteld op een aantal van 13.500 te huisvesten statushouders waar gemeenten zich op moeten voorbereiden. De achterstanden van de vorige taakstelling schuiven automatisch door en zijn niet meegenomen in het aantal van 13.500.
Het aantal geliberaliseerde huurhuizen is in de periode 2013-2017 gegroeid van 87.000 naar 125.000, een toename van 45 procent, zo tonen cijfers van Aedes.
In 2021 is het aantal gehuisveste statushouders voor het eerst sinds 2015 gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. In 2021 hebben alle Nederlandse gemeenten samen 22.377 statushouders gehuisvest (peildatum 1 januari 2022). Over de periode 2015-2021 hebben de gemeenten in totaal 166.243 statushouders gehuisvest.
Aandeel werknemers onder statushouders neemt toe
De meest recente publicatie van deze cohortstudie CBS (2021) Asiel en Integratie is gepubliceerd op 15 april 2021. Voor dit cohort zien we dat na vijf-en-een-half jaar ruim twee vijfde (41%) van deze statushouders een baan heeft.
Vergoedingen bij een noodopvang
Ook gemeenten die op een andere manier zijn betrokken bij de centrale opvang van asielzoekers ontvangen hiervoor een vergoeding (artikel 5, Faciliteitenbesluit). Het bedrag voor deze uitkering is €18,15 per asielzoeker per maand.
In de Nieuwsbrief Gemeentefinanciën becijfert Verhagen dat gemeenten kunnen rekenen op zo'n 5.500 euro per nieuwe statushouder. Daarbij wordt uitgegaan van de inschatting die het rijk maakt dat er in 2016 en 2017 jaarlijks 35.000 statushouders extra instromen.
Het Rijk bepaalt elk half jaar hoeveel statushouders elke gemeente moet huisvesten. Afhankelijk van hun woonsituatie tellen alleenstaande minderjarige statushouders mee voor het realiseren van die gemeentelijke taakstelling.
Mensen met een asielstatus krijgen eerst een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (5 jaar). Deze vergunning wordt na 5 jaar meestal omgezet in een vergunning voor onbepaalde tijd. Behalve als er belangrijke redenen zijn om de vergunning in te trekken.
Het aantal sociale huurwoningen is tussen 2018, toen het initiatiefvoorstel is opgesteld, en 2020 gestegen van 2.087.000 naar 2.097.000. (Volgens het CBS is er in Nederland geen eenduidige definitie van sociale-huurwoningen).
Het gebrek aan betaalbare huurwoningen komt door een opeenstapeling van zaken. Schattingen over het aantal mensen dat een huis nodig heeft zaten ernaast, door de economische crisis lag de bouw stil én politieke keuzes versterkten de problemen. Meer over de oorzaken van het woningtekort vind je hier.
Dat komt neer op zo'n 20% van alle asielaanvragen. Nederland wijst asielaanvragen uit veilige landen van herkomst snel af, gemiddeld na 4 weken. VluchtelingenWerk volgt hun procedure kritisch, om te voorkomen dat vluchtelingen in de snelheid onterecht worden afgewezen.
Zodra een asielzoeker als vluchteling erkend is en in Nederland mag blijven, krijgt diegene een tijdelijke verblijfsvergunning voor een periode van vijf jaar. Een vluchteling met een verblijfsvergunning wordt een 'statushouder' of 'vergunninghouder' genoemd.