Jawel. Hoewel de bedragen die huizenkopers bieden nog altijd flink boven de vraagprijs liggen, zien we voor het eerst sinds lange tijd een afname als we kijken naar de gemiddelde overbieding als percentage van de vraagprijs. Zo werd er in Q1 2022 gemiddeld 9,23% van de vraagprijs overboden en het kwartaal ervoor 9,39%.
In 2021 nam het aantal hoge overbiedingen een grote vlucht en in 2022 zien we weer een lichte daling. Desalniettemin zijn de percentages nog steeds fors: ruim 31 procent van de woningen tussen de 4 en 5 ton en bijna 49 procent van de woningen boven de 5 ton werd met meer dan een halve ton overboden.
Uw geboden bod is legaal omdat u heeft overboden met eigen geld of overwaarde. Overbieden huis betekent meer betalen dan de vraagprijs en vaak ook een veel hoger bod dan de marktwaarde.
Dat blijkt uit cijfers van NVM. Kijk je naar woningen die een vraagprijs tussen de € 300.000 en € 400.000 hebben, dan zien we dat op maar liefst 61% van de woningen minimaal € 25.000 wordt overboden. Bij 21% van de woningverkopen in deze prijsklasse is de overbieding meer dan een halve ton.
Overbieden wil dan meestal zeggen dat u weliswaar boven de vraagprijs biedt, maar niet boven de taxatiewaarde. Cijfers van het NVM laten zien dat in 2022 op ruim 61% van de woningen met een vraagprijs tussen de € 300.000 en € 400.000 minimaal € 25.000 wordt overboden. Bij 21% is de overbieding zelfs € 50.000.
Jawel. Hoewel de bedragen die huizenkopers bieden nog altijd flink boven de vraagprijs liggen, zien we voor het eerst sinds lange tijd een afname als we kijken naar de gemiddelde overbieding als percentage van de vraagprijs. Zo werd er in Q1 2022 gemiddeld 9,23% van de vraagprijs overboden en het kwartaal ervoor 9,39%.
Overbieden op een huis lang de norm
Bedragen van meer dan een ton boven de vraagprijs keek niemand meer van op. Toch lijken verschillende bronnen aan te geven dat de woningmarkt langzamerhand afkoelt. Eerlijk Bieden gaat op onderzoek uit of het dan nog steeds noodzakelijk is om te overbieden.
Sinds 2018 mag je nog maar 100 procent van de waarde woning lenen. De kosten koper en alles wat je boven de taxatiewaarde van het huis biedt, moet je met eigen geld betalen. Je moet dus extra spaargeld of overwaarde op je huis hebben voor bieden boven de vraagprijs.
Moet je flink overbieden op een huis en betaal je meer dan het huis volgens de taxateur waard is? Dan moet je dit verschil zelf betalen. Je kunt dit niet meefinancieren in je hypotheek.
Huizenprijzen blijven stijgen, maar minder hard
De afgelopen maanden hebben verschillende economische bureaus hun verwachting gegeven (en ook weer bijgesteld). Rabobank verwacht een huizenprijsstijging in 2022 van 16,1%. De meest recente verwachting van ABN AMRO is een prijsstijging van 15,2%.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is in 2021 bijna driekwart van de koophuizen verkocht voor een bedrag boven de vraagprijs. In bijna alle gemeenten lag het gemiddelde aankoopbedrag hoger dan de vraagprijs. Ter vergelijking: in 2017 werd slechts 1 op de 5 huizen boven de vraagprijs verkocht.
In 2021 lag het gemiddelde op ruim 13 bezichtigingen per te koop staand huis. Dat is aanzienlijk meer dan het jaar daarvoor, want in 2020 was het gemiddelde nog iets minder dan 10 bezichtigen. Dit was te verklaren door de gekte op de huizenmarkt.
Een bod doen aan het einde van een kijkdag kan succesvol zijn. Als dat bod veel zekerheid biedt (weinig voorwaarden en aankoopmakelaar dragen hieraan bij), dan zou het huis aan het einde van de dag zomaar eens van jou kunnen zijn. Het betreft hier je beste bod. Zorg dat je dan wel een eindtijd opneemt in je voorstel.
Veel mensen geven uiteindelijk toch de voorkeur aan het kopen van een eigen huis als dat financieel mogelijk is, want ondanks de crisis stijgen veel huren gewoon door. Door een slimme keuze te maken wat betreft de rentevaste periode, kun je bij een koopwoning juist je woonlasten relatief zeker maken.
Dit kan telefonisch, schriftelijk, per e-mail of zelfs soms via de site van de verkoopmakelaar. Stuur ook altijd nog een mailtje met daarin je bod, zodat je het zwart-op-wit hebt staan. Heb je geluk, dan wordt het bod meteen geaccepteerd. Maar in de meeste gevallen doet de verkoper een tegenbod.
Overbieden op een huis
Als je flink boven de vraagprijs gaat bieden, heeft dit gevolgen voor jouw hypotheek. Sinds 2018 kun je maximaal 100% van de woningwaarde lenen in je hypotheek. Overbieden op een huis is daarom niet geheel zonder risico.
Zo mag je sinds 2018 nog maar 100% van de waarde van een woning lenen – alles boven de taxatiewaarde betaal je van je eigen geld. Dit betekent dat je aardig wat spaargeld of overwaarde op je huidige woning moet hebben.
De kosten koper zijn ongeveer 5% tot 6% van de aankoopprijs. In totaal moet je tussen de € 20.000,- en € 24.000,- aan kosten koper betalen. Kom je in aanmerking voor de vrijstelling van de overdrachtsbelasting? Dan kun je met 3% tot 4% rekenen.
Overbieden kan echter riskant zijn als je geen of beperkt eigen geld kunt inbrengen. Je mag namelijk maximaal de taxatiewaarde van de woning afsluiten als hypotheek. Stel dat je woning lager wordt getaxeerd dan de prijs die je hebt geboden, dan heb je nóg meer eigen geld nodig dan die 6% kosten koper.
Ik ben starter en wil overbieden
De taxateur kan de marktwaarde lager bepalen dan de prijs die je betaald hebt. Dan moet je alles boven die waarde aan extra eigen geld inleggen. Dat bedrag moet je dan wel gespaard hebben. Bekijk daarom voordat je gaat overbieden goed of je voldoende eigen geld hebt.
Bij woningen met een verkoopprijs tussen de 300.000 en 400.000 euro wordt in 21 procent van de gevallen meer dan 50.000 euro overboden. Wil je een bod doen op een woning met een vraagprijs tussen de 400.000 en 500.000 euro? Dan moet je inmiddels bij 38 procent van de woningen meer dan een halve ton overbieden.
Een taxatie is daarom een vast onderdeel bij de hypotheekaanvraag. Je mag maximaal 100% van de taxatiewaarde lenen. Heeft een woning een taxatiewaarde van €350.000, maar wil jij €380.000 bieden? Bij het winnende bod zal je de resterende €30.000 van je spaargeld moeten betalen.
De huidige prijsstijging op de huizenmarkt doet meer dan de helft van de consumenten denken aan zeepbelvorming. Toch is er in Nederland – gemiddeld genomen – geen sprake van een zeepbel, aldus het ING Economisch Bureau.
Zo publiceerde de Rabobank in september 2020 een prognose van 0,6 procent daling in 2021 en zelfs 2,6 procent daling in 2022. In juni 2021 voorspelden ze een stijging van 10,9 procent voor dit jaar en een verdere stijging van 4,6 procent in 2020.