Voor A-vakken moet je altijd slagen door 50% te halen. Bij B-vakken is er na een buis kans op deliberatie. Zo kan je met minder dan 50% toch slagen voor die vakken.
Voor een A-vak moet je altijd 50% behalen. Wij delibereren nooit voor A-vakken. Voor B-vakken mag je enkele onvoldoendes hebben.
Enkel het totaalresultaat telt. U mag niet geslaagd zijn voor een onderdeel, zolang u maar geslaagd bent voor het geheel. Voor taalexamens is de verdeling altijd 40% voor het mondeling examen en 60% voor het schriftelijk examen.
B-attest. De jongere krijgt een B-attest als hij geslaagd is maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten behaalde. De klassenraad beslist voor welke studierichtingen/basisopties de jonger wordt uitgesloten.
Het schoolexamen en het centrale examen tellen beide voor 50% mee. Er zijn een aantal vakken waarvoor geen centraal examen wordt afgenomen, waardoor het eindcijfer alleen bestaat uit het schoolexamencijfer: Voor sommige vakken waarvoor geen centraal eindexamen is, wordt per vak een eindcijfer gegeven.
Nee, je mag maximaal 2 vijven OF 1 vijf en 1 vier OF 1 vier hebben op je eindlijst. Met 1 vier en 2 vijven ben je gezakt. M.
Conclusie. De kernregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
Ja, dat mag. Als je minstens 18 jaar, en dus meerderjarig bent, mag je jezelf inschrijven in een school en dus je eigen richting kiezen.
Ook met een B-attest kan je blijven zitten wanneer de klassenraad een gunstig advies geeft. Bij een ongunstig advies van de klassenraad moet je overstappen naar het hogere leerjaar.
Basiscijfer en beoordeling (CI t/m CM2): 10/10, Zeer goed; 7/10 tot 9/10, Goed; 6/10, redelijk goed; 5/10, Redelijk; 0 tot 4/10, onvoldoende.
Het leerlingenaandeel van het aso steeg tussen het schooljaar 2016-2017 en 2020-2021 van 41,0% naar 42,9% maar is het laatste jaar gedaald naar41,7%.
Bij de Examencommissie heb je recht op drie examenkansen per jaar. Na een buis op je eerste examen kan je dus gewoon een herexamen maken. Als het nodig is, heb je zelfs nog recht op een tweede herexamen. Aan het begin van een nieuw jaar, op 1 januari, krijg je sowieso drie nieuwe examenkansen.
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Wat kan ik doen tegen mijn C-attest? Wanneer je als leerling in het secundair onderwijs een C-attest krijgt, mag je niet overgaan naar een volgend jaar. Een C-attest kan men echter niet zomaar toekennen. Een paar tekorten volstaan niet.
De opleidingen in algemeen secundair onderwijs (aso), technisch secundair onderwijs (tso) en beroepssecundair onderwijs (bso) zijn evenwaardig. 'Afzakken' is niet het juiste woord. Het gaat over wat jij graag doet en graag wil worden.
Dat je een richting volgt in het beroepsonderwijs betekent niet dat het gemakkelijker is of dat je minder slim bent dan iemand die een opleiding volgt in het tso (of het aso). Wil je naast een vak leren ook je theoretisch-technische en je algemene kennis uitbreiden? Dan is een richting in het tso een goede keuze.
In het BSO bestaan heel wat 7e jaren (derde leerjaren van de derde graad BSO). Het volgen van zo'n jaar levert je niet alleen een doorgedreven specialisatie in je vakdomein, maar ook een diploma secundair onderwijs.
Er zijn verschillende mogelijkheden in verder studeren, zo kan je bijvoorbeeld studeren en werken tegelijkertijd! Je kan ook bijvoorbeeld eerst een korte opleiding volgen, een aantal jaar werken en nadien met die centjes een hoger diploma behalen.
Een leerling is bevorderd wanneer: alle cijfers 6 of hoger zijn of als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: er zijn maximaal 3 onvoldoende cijfers. er zijn maximaal 4 tekortpunten toegestaan.
Overstappen van 1A naar 1B, van 2A naar 2B, van 2B naar 2A of veranderen van basisoptie kan gedurende het hele schooljaar maar enkel na akkoord van de toelatingsklassenraad. In de tweede en derde graad kan men veranderen van studierichting tot en met 15 januari.
Een B-attest betekent dat je geslaagd bent, maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten haalde. De klassenraad beslist dat je uitgesloten wordt van 1 of meer studierichtingen/basisopties. De school moet schriftelijk motiveren waarom je een B-attest krijgt.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Het gemiddelde van al je cijfers op het centraal examen is een 5,5 of hoger (voldoende). Je voldoet aan de kernvakkenregel. Dit houdt in dat je maximaal één 5 als eindcijfer mag staan voor de kernvakken Nederlands, Engels of Wiskunde. Het gemiddelde van al je eindcijfers is een 6 of hoger (voldoende).
Je slaagt voor het eindexamen vwo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor één van de kernvakken. Daarnaast mag je voor hooguit 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.