De verhouding deelnemers/niet-deelnemers moet voldoende hoog zijn. Als je bijvoorbeeld 100 klanten hebt uitgenodigd om deel te nemen en 40 hebben daadwerkelijk deelgenomen, dan heb je een respons van 40 procent. Dit is vrijwel in alle gevallen voldoende om de resultaten als representatief te kenmerken.
Je steekproef is het effectief aantal antwoorden dat je zal ontvangen. Je populatie is dan 320; tenzij deze 320 al een selectie zijn van een grotere populatie. Als die 320 medewerkers je volledige populatie vormen, dan heb je bij betrouwbaarheid 95% en foutenmarge 5% een steekproef nodig van 175 respondenten.
Voor een online enquête is een responspercentage van 20 procent erg goed. Wil je dus 400 ingevulde enquêtes ontvangen, dan zul je je bevraging naar ongeveer 2.000 mensen moeten sturen.
Als je een homogene groep onderzoekt, kun je 8 tot 10 respondenten interviewen totdat theoretische saturatie optreedt. Als je daarentegen een heterogene groep onderzoekt, kun je óf een aantal experts over deze groep interviewen óf per subgroep 1 of 2 personen interviewen (afhankelijk van het aantal subgroepen).
De verhouding deelnemers/niet-deelnemers moet voldoende hoog zijn. Als je bijvoorbeeld 100 klanten hebt uitgenodigd om deel te nemen en 40 hebben daadwerkelijk deelgenomen, dan heb je een respons van 40 procent. Dit is vrijwel in alle gevallen voldoende om de resultaten als representatief te kenmerken.
Binnen marktonderzoek gebruikt men de vuistregel dat acht tot tien interviews met mensen die tot een homogene doelgroep behoren, voldoende zijn. De kans is klein dat extra interviews met nieuwe respondenten nieuwe informatie oplevert”.
Zo berekent u het responspercentage voor enquêtes: neem het aantal voltooide enquêtes en deel dit door het totale aantal mensen naar wie u de enquête hebt verzonden. Vermenigvuldig dit met 100 om het responspercentage van de vragenlijst uitgedrukt als een percentage te krijgen.
Representativiteit van de steekproef respons
Dat groepje mensen moet representatief zijn als de onderzoeker een beeld wil schetsen van 'alle Nederlanders'. Bij de deelnemers aan het onderzoek wil men nu dat er verhoudingsgewijs evenveel bedrijven voorkomen met dezelfde kenmerken als in de populatie.
Vergelijkbaarheid: een steekproef is representatief als de elementen in de steekproef vergelijkbaar zijn met de elementen in de populatie. Dit betekent bijvoorbeeld dat een steekproef van alleen vrouwen waarschijnlijk niet representatief zal zijn voor een populatie waar zowel mannen als vrouwen in voorkomen.
De respons kan flink variëren en is afhankelijk van de lengte en moeilijkheid van de vragenlijst, het onderwerp, je relatie met de doelgroep, de uitnodigingsteksten, etc. Ons gemiddelde respons varrieert tussen 20 en 60%. In de literatuur wordt bij online vragenlijsten een respons van 15% als gemiddeld gezien.
Eenvoudig gezegd is het reactiepercentage het aantal mensen dat uw enquête heeft voltooid, gedeeld door het aantal mensen waaruit de totale steekproefgroep bestaat.
95% is het meestgebruikte betrouwbaarheidsinterval.Maar u kunt voor elke interval tussen de 90% en 99% kiezen, afhankelijk van uw enquête. We raden het niet aan om een betrouwbaarheidsinterval te nemen van minder dan 90%.
Een onderzoek is intern valide als je het onderzoek zodanig goed hebt opgezet en uitgevoerd dat je conclusies voor waar kunnen worden aangenomen. Interne validiteit wordt ook wel methodologische validiteit genoemd. Het zegt dus iets over de kwaliteit van je methode, dataverzameling en analyse.
Steekproefgrootte, wat is dat eigenlijk? De steekproefgrootte is het aantal voltooide reacties van uw enquête. Het woord steekproef wordt gebruikt omdat de selectie een deel van de mensen (of doelpopulatie) vertegenwoordigt waarvan u de mening of het gedrag wilt weten.
Bijgewerkt op 26 augustus 2022 door Julia Merkus. Betrouwbaarheid heeft betrekking op de mate waarin een meting in je scriptie vrij is van fouten, op consistente wijze iets meet, en daarmee herhaalbaar is.
De foutmarge wordt bepaald, door te beslissen welke percentage foutieve enquêtes als acceptabel wordt gezien. Dit kan 3%, 5% of 7% zijn.Vaak wordt er gekozen voor een foutmarge van 5%.
Met representatief zijn wordt bedoeld dat je een uitstraling hebt die aansluit bij je professionele imago en bij het bedrijf waar je voor werkt. Door representatief te zijn, laat je de juiste indruk achter op mensen.
Bij kwalitatief onderzoek is een steekproef van 12, 15 of 20 respondenten gangbaar. Het belangrijkste is dat er verzadiging is opgetreden (je vindt op een gegeven moment bijna geen nieuwe informatie meer).
Het 95%-betrouwbaarheidsinterval geeft aan dat bij het steeds nemen van een nieuwe aselecte steekproef uit dezelfde populatie 95% van de daarbij opgestelde intervallen de populatieproportie bevat. Het 95%-betrouwbaarheidsinterval is: [p −2 p +2 ]
Bij validiteit gaat het om de vraag of de resultaten uit jouw scriptie wel juist zijn en of je op basis hiervan harde conclusies kunt trekken. Zo corresponderen de resultaten van een valide onderzoek met de werkelijke eigenschappen, fenomenen en variaties in de fysieke en sociale wereld.
3 · in zijn kenmerken een groep of geheel vertegenwoordigend, er een goede indruk, een beeld van gevend. Synoniem: typerend, karakteristiek. De ooievaar is representatief voor de groep waadvogels. · iets representatief achten.
Een representatief persoon vertegenwoordigt met bepaalde kenmerken een groep of geheel. Wanneer iets of iemand representatief wordt genoemd, zorgt diegene voor een goede indruk van zichzelf of het merk waar hij/zij voor werkt.