Een windmolen bevat ook zeker 1000 liter smeerolie. De meeste turbines hebben een 'versnellingsbak' die de draaiing van de wiekas omzet naar een toerental dat optimaal is voor stroomopwekking.
De belangrijkste tandwielkast heeft smeerolie het meest nodig. Afhankelijk van de turbinegrootte kan dit tussen 200 en 1.400 liter smeermiddel zijn.
Tijdens het opwekken van stroom met een windmolen komt er geen CO2, fijnstof of stikstofoxide in de lucht. Er komt wel CO2 vrij bij tijdens de bouw, bij het onderhoud en de afbraak van de windturbines, want daarvoor is energie nodig uit fossiele brandstoffen. Maar over de hele levensduur is die uitstoot erg laag.
De gemiddelde economische terugverdientijd van een windturbine op land is minder dan 8 jaar en op zee korter dan 12 jaar. Factoren die de terugverdientijd verkorten: Grotere afmetingen en hoogte van een windturbine wat i.h.a. resulteert in een hogere opbrengst.
Voor de plaatsing van één windmolen kan een ondernemer rekenen op een vergoeding van 40.000 – 50.000 euro per jaar. Ook een zonneweide brengt aardig wat in het laatje. De bijverdienste is volgens de fiscalist niet zonder risico.
Als bijvoorbeeld een 2 MW windmolen in een jaar 4.000 MWh heeft opgewekt dan kan je zeggen dat deze molen 2.000 vollast-uren heeft gedraaid. Het aantal vollast-uren is dus een term die wat zegt over de hoeveelheid “opgevangen” wind op een bepaalde locatie.
Een kleine windmolen voor particulieren heb je al voor onder de € 1000. Zo'n klein model levert een vermogen van ongeveer 0,5 kW. Deze wekt alleen bij lange na niet genoeg stroom op voor een heel huishouden. Door het kleinere formaat zijn ze niet krachtig genoeg om veel windenergie op te wekken.
Duurzame energiebronnen
Het aandeel zonne-energie was bijna 10%. Dat er zoveel meer duurzame energie van wind afkomstig is, heeft onder andere te maken met het vermogen van een windturbine. Zo levert een moderne windturbine aan de Nederlandse kust jaarlijks ongeveer net zoveel stroom op als 36.000 zonnepanelen.
De energieopbrengst van windmolens op land onbetrouwbaar is, omdat het niet altijd voldoende waait. Windmolens leveren met weinig wind betrekkelijk weinig energie op. Windmolens vervuilen het beeld van de horizon en kunnen geluidsoverlast veroorzaken. Het bouwen en afbreken van windmolens kost ook energie.
Hierbij kantelen de kop en de wieken zodat de wind alleen tegen de scherpe zijde van de wieken waait. Van de voorkant lijken ze dan dunnere wieken te hebben. Daardoor vangt de windmolen bijna geen wind meer en komen de wieken tot stilstand, rustig wachtend op een aangenamer briesje.
Dit komt omdat windturbines op zee gecompliceerder zijn om te bouwen. De fundering en plaatsing van een dergelijke molen is niet eenvoudig. Dicht langs de kust hebben we te maken met vogeltrekroutes. Verderop in zee kun je er lastig bijkomen.
Veel vissen hebben een zwemblaas, een soort grote klankkast die onderdeel is van hun gehoorsysteem. Door plotseling lawaai kan die blaas knappen, waardoor de vis als het ware explodeert. En ook veel zeezoogdieren, zoals bruinvissen, kunnen ernstige gehoorschade oplopen door de aanleg van windmolenparken.
Dat zit 'm vooral in de productie: een standaard 3 mW windturbine op land bevat 300 ton staal en ijzer, naast ruim 8 ton aan andere metalen. De fundering vraagt 900 ton beton.
Windturbines en windmolens in windmolenparken
Al deze windturbines moeten onderhouden worden, en daarnaast moeten deze ook gesmeerd worden door olie. Zonder deze olie is het een stuk lastiger om de turbine te laten draaien. Bovendien, sommige windmolens zijn bijna 200 meter hoog.
Het systeem in de windmolens zorgt er voor dat de bladen om hun eigen lengte-as kunnen draaien, dit proces wordt ook wel pitchen genoemd. Bij extreme windsnelheden worden ze automatisch uitgeschakeld. Afhankelijk van het bouwjaar, gebeurt dat bij windsnelheden van windkracht 10 t/m 12.
Windmolens draaien gemiddeld circa 80% van de tijd. Ze staan stil tijdens een storing of onderhoud (3% van de tijd, dit is minder dan de helft van een kolencentrale of gascentrale en vergelijkbaar met bijvoorbeeld een auto). Onderhoud wordt bij voorkeur gepleegd op windstille momenten om productieverlies te voorkomen.
Een windmolen levert net zo veel energie als 30.000 zonnepanelen. Voor veel bedrijven zijn 200 tot 5.000 zonnepanelen echter meer dan genoeg om in hun eigen energieverbruik te voorzien. Investeren in een windmolen met zo'n overschot aan vermogen heeft dus niet veel zin.
Financieel gezien kost een windmolen 3 miljoen + € 363.000 per jaar. Daarvoor moet een windmolen minimaal 15 jaar draaien om zichzelf (fabriceren, plaatsen, onderhouden en slopen) terug te verdienen.
Dat maakt het aantrekkelijk voor boerenbedrijven. De EAZ-Twaalf wekt per jaar ongeveer 35.000 kWh op bij een windsnelheid van 5m/s. De kosten van een molen bedragen zo'n 50.000 euro, een bedrag dat in zeven tot tien jaar terugverdiend wordt.
Maar als er de ruimte is om meer zonnepanelen te plaatsen, kan de productie van een zonnepark wel vergelijkbaar zijn met die van een moderne windmolen. Om evenveel op te wekken als één van onze windmolens van Windpark Deil, is er circa elf á vijftien hectare aan zonnepanelen nodig.
Nederland heeft relatief weinig zonuren (zonne-energie), nauwelijks hoogteverschillen (waterkracht) en minder ruimte voor windmolens (windenergie).
Met zonne-energie kun je makkelijk gratis elektriciteit opwekken. Het is dan ook de populairste vorm van gratis energie. Zonnepanelen worden almaar goedkoper om te installeren. Bovendien heb je er geen vergunning meer voor nodig.
Met een kleine windmolen op je dak kun jij zelf stroom opwekken, net als met zonnepanelen. Zo'n kleine windmolen is alleen goed voor het milieu als hij voldoende wind vangt. Kleine windmolens wekken voor de eigenaar groene stroom op. Ze zijn wat dat betreft vergelijkbaar met zonnepanelen.
De moderne windmolens hebben een gemiddelde ashoogte van 15 meter. Met een capaciteit van 30.000 kWh kosten ze ongeveer € 40.000 inclusief aansluiting op de meterkast. Voor het vergunningen- en bouwtraject staat een periode van circa zes maanden.