Vertaling van "naamvallen" in Frans. Er zijn twee naamvallen: nominatief en accusatief.
Volgens het Guinness Book of Records zijn de moeilijkste talen het Tabassaran in de Kaukasus omdat deze taal maar liefst 48 naamvallen kent; de Noord-Amerikaanse indianentaal Haida, die met 70 de meeste voorvoegsels ter wereld heeft; Amale uit Papoea-Nieuw-Guinea, de taal met de meeste werkwoordsvormen: meer dan 69.000 ...
Er zijn in het Duits vier naamvallen. De functie van elke naamval wordt hieronder uitgelegd met een voorbeeld.
Het Engels is veel makkelijker dan het Duits: het heeft tenminste geen naamvallen. Nederlanders denken bij naamvallen aan Duitse voorzetselrijtjes en verbuigingen van lidwoorden en zelfstandige naamwoorden.
In de Duitse taal wordt onderscheid gemaakt tussen de eerste naamval (nominatief), tweede naamval (genitief), derde naamval (datief) en vierde naamval (accusatief).
Het hedendaagse Russisch kent zes naamvallen: nominatief, genitief, datief, accusatief, instrumentalis en prepositionalis/locatief. Het Russisch kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig, die in de regel morfologisch gemarkeerd zijn.
Naamvallen zijn de verschillende vormen die woorden aannemen, afhankelijk van hun functie in de zin. Naamvallen komen voor bij zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden, telwoorden en voornaamwoorden. In het hedendaagse Nederlands zijn de meeste naamvalsonderscheidingen verdwenen.
Het klassiek Latijn kent zes naamvallen. Een naamval is een middel waarmee de grammaticale functie van een naamwoord of voornaamwoord in het grotere verband van de zin wordt aangegeven.
De vierde naamval (accusatief)
De vierde naamval wordt gebruikt voor lijdende voorwerpen. Ook wordt deze naamval gebruikt: Altijd na de voorzetsels bis, durch, entlang, für, gegen, ohne, um. Soms na de voorzetsels an, auf, hinter, in, neben, über, unter, vor, zwischen.
Het Turks heeft twee naamvallen meer dan het Nederlands, namelijk één die plaats en tijd aanduidt, en één die oorsprong aangeeft.
Het Hongaars heeft een twintigtal naamvallen. Er zijn twee categorieën van uitgangen te onderscheiden: de verbuigingsuitgangen en de afleidingsuitgangen.
Het Pools kent zeven naamvallen: de nominatief (mianownik), genitief (dopełniacz), datief (celownik), accusatief (biernik), locatief (miejscownik), instrumentalis (narzędnik) en vocatief (wołacz). De naamvallen hebben een impact op zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden en telwoorden.
Spaans is een taal waarbij de koppeling van letters aan klanken eenduidig en de woordstructuur makkelijk is (veel lettergrepen met enkel medeklinker-klinker combinaties). Spaans zal dus over het algemeen makkelijker te leren zijn dan Frans.
Zo is voor Nederlanders Arabisch, Koreaans, Chinees en Japans de moeilijkste talen ter wereld. Het feit dat het schrift van deze talen uit tekens bestaat en niet uit letters maakt het voor ons nog moeilijker om te leren.
Het Italiaans is een Romaanse taal en lijkt het meest op Latijn van alle nog levende talen.
Wat is de vierde naamval? De vierde naamval heeft betrekking op het lijdend voorwerp. Deze naamval wordt ook wel de accusatief genoemd en is de op één na meest voorkomende naamval. Dat komt omdat het onderwerp in de meeste zinnen is gelinkt aan een lijdend voorwerp.
Hetzelfde geldt voor de drie Noord-Germaanse talen. Het Nederlands heeft zijn naamvallen verloren, het Zweeds, Deens en Noors ook.
In het Nederlands worden soms nog oude naamvallen gebruikt. Ze komen bijvoorbeeld nog voor in 's morgens, een verkorting van de tweede naamval des morgens (= in de morgen). Andere voorbeelden van oude naamvallen zijn: ten tijde van (= in de tijd van), ter hoogte van (= in de buurt van).
Geschiedenis van het Spaans
Opvallende verschillen zijn het wegvallen van de Latijnse naamvallen, het verzachten van medeklinkers (vita werd vida) en het diftongeren van korte klinkers (terra werd tierra).
Griekse zelfstandige naamwoorden kunnen worden verbogen in twee getallen (enkelvoud en meervoud), drie geslachten (mannelijk, vrouwelijk en onzijdig) en vier naamvallen (nominatief, genitief, accusatief en vocatief).
Kunnen Oekraïeners in Polen elkaar verstaan? Oekraïners in Polen kunnen elkaar doorgaans verstaan, aangezien ze vaak zowel Oekraïens als Russisch spreken. Beide talen hebben invloed gehad op de Oekraïense diaspora in Polen.
Algemene feiten over het Russisch
Russisch (русский язык) is een Slavische taal. Russisch wordt met name gesproken in Rusland. Als gevolg van de voormalige Sovjet-Unie, spreken ze in veel Oost-Europese landen ook Russisch. Oekraïens en Wit-Russisch staan qua taalfamilie het dichtst bij Russisch.