Artsen gaan er vaker dan nodig is van uit dat morfinegebruik in de stervensfase het levenseinde bespoedigt. Meestal wordt de dosering van morfine gedurende de laatste levensdagen niet of alleen geleidelijk opgehoogd; bij 2,1% van de patiënten is de dosering hoger dan nodig om pijn of andere symptomen te verlichten.
De richtlijnen schrijven 2,5 tot 5 milligram morfine voor als beginhoeveelheid om benauwdheid te bestrijden. Ik dien, als dat niet voldoende is, na vier uur weer 5 milligram toe. Ik dien nooit meer dan 20 milligram morfine toe. Als de benauwdheid blijft, krijgen patiënten meestal een permanent infuus.
Morfine is niet geschikt om de dood te bespoedigen of patiënten te sederen. Het snel ophogen van morfine kan ervoor zorgen dat het bewustzijn onvoldoende wordt verlaagd, de patiënt verward raakt, of spiertrekkingen (myoclonieën) krijgt.
De overige 13 procent overlijdt tijdens de behandeling, bijvoorbeeld door een acute hartstilstand, of door een bloeding. De gemiddelde leeftijd van de onderzochte IC-patiëntenpopulatie is 70 jaar. Gemiddeld liggen zij 6,95 dagen op de IC. Vaak hebben zij drie tot vier organen die falen.
De veronderstelling dat morfine levensverkortend werkt, is niet juist. Morfine wordt niet gegeven om de dood te bespoedigen. Ongeveer 25% van de morfine wordt gebruikt door patiënten met langdurige, chronische ziekten zoals reuma. Morfine kan dus jaren achtereen als pijnstiller worden voorgeschreven.
We spreken van een terminale fase als het vermoedelijke overlijden binnen 3 maanden plaats vindt. In de praktijk wordt deze term meestal gebruikt om de laatste 6 weken van iemands leven aan te duiden. Afhankelijk van de verschillende symptomen is deze inschatting makkelijker of moeilijker te maken.
Natuurlijk versterven
De patiënt raakt 'op'. Het kaarsje gaat langzaam uit. In deze gevallen is het raadzaam om voorzichtig te zijn met een vocht-infuus of met een voedingssonde. Want de kunstmatige toediening van vocht en voeding kan er toe bijdragen dat de patiënt meer last krijgt van benauwdheid, pijn en angst.
Als dit proces echter gepaard gaat met goede begeleiding en verzorging, kan het tot een rustige en zachte dood leiden. Dat heeft het menselijk lichaam grotendeels aan zichzelf te danken: door te vasten maakt het lichaam endorfine aan. Dit zorgt voor een prettig gevoel. Op den duur komt daar een zekere sufheid bij.
De terminale fase is de laatste levensfase van iemands leven. Concreet is deze persoon ziek en is deze ziekte ook niet meer te genezen of behandelen. Of de nadelen van de behandeling wegen niet op tegen de voordelen. Deze fase duurt meestal maximaal 3 maanden, maar kan ook langer duren.
Het is in bijna de helft van de gevallen de huisarts die besluit om over te gaan tot palliatieve sedatie. Meestal is de patiënt gewoon thuis. Gemiddeld duurt het een tot drie dagen voor de patiënt overlijdt. Hoe langer het duurt, hoe minder positief mensen zijn.
Aanpassing aan de pijn
De kans op verslaving aan morfine is gering. De reden dat de dosering van morfine wordt aangepast, is omdat de pijn of de kortademigheid toeneemt. Er is dan meer morfine nodig om de pijn te bestrijden. Daarbij is het goed te weten dat de dosering van morfine in principe geen bovengrens heeft.
Het lichaam laat methaanthiol vrij gedurende het ontbindingsproces. Methaanthiol ruikt naar zweetvoeten en rotte witte kool. Dimethyldisulfide is een stinkend gas dat voortkomt via vele bronnen, zoals bacteriën, schimmels, planten, en dieren.
Palliatieve sedatie en euthanasie
Palliatieve sedatie wordt wel ten onrechte verward met euthanasie. Palliatieve sedatie verlaagt het bewustzijn, terwijl euthanasie het leven beëindigt.
Morfine wordt gebruikt tegen pijn en benauwdheid, doordat het hart minder goed pompt. Als tabletten, capsules, drank of zetpillen niet meer goed werken, kan de arts injecties geven of een infuus aanbrengen.
Onrust en verwardheid
Het lijkt alsof iemand van alles beleeft of ziet, maar wat precies is niet duidelijk. Dit komt nogal eens voor in de laatste levensdagen en vooral in de laatste uren. Vaak maakt de stervende kleine (hand)bewegingen, alsof hij iets wil plukken of aanwijzen.
Minder goed kunnen horen of zien
Gehoor en zicht nemen af. Toch kunnen veel stervenden nog heel lang horen dat er iets tegen hen gezegd wordt. Iets terugzeggen is moeilijker. Een kleine handbeweging of een beweging in het gezicht lukt vaak nog wel.
Reutelen ('de doodsreutel') is een veelvoorkomend symptoom in de laatste levensfase; het ontstaat doordat slijm zich verzamelt in de keelholte. Patiënten zijn niet goed meer in staat dit slijm op te hoesten door suffigheid en afname van reflexen.
Wat te doen als iemand 's nachts overlijd? U belt als eerste de huistarts. De huisarts is ook 's nachts bereikbaar en komt zo snel mogelijk om de dood vast te stellen en maakt een officiële verklaring van overlijden. Daarna belt u de uitvaartverzorger.
Hoe lang palliatieve zorg duurt, verschilt per persoon. Soms dagen, soms weken, maar een jaar of langer kan ook. Door op tijd met je (huis)arts en naasten te praten over je levenseinde, kun je ervoor zorgen dat je ook in het laatste deel van je leven de zorg krijgt die bij je past.
Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
Bij de beoordeling van de uitzichtloosheid staan de diagnose van de patiënt en de vooruitzichten centraal. Er is sprake van uitzichtloosheid als: de patiënt niet meer kan genezen; de patiënt onnodig lijdt en dit niet minder kan worden.
Verkleuring van de huid na de dood. De verkleuring wordt veroorzaakt doordat de bloedcirculatie tot stilstand komt en het bloed zakt naar de laagst gelegen delen van het lichaam. Lag de overledene op zijn rug, dan zullen er meestal lijkvlekken te zien zijn op de rug, schouderbladen en oorlellen.
Een koude neus, reutelen en troebele ogen. Het zijn enkele symptomen die bij mensen die terminaal ziek zijn, wijzen op een naderende dood. Iemand die gaat sterven na een ziekbed, voelt zich steeds zwakker worden en heeft het gevoel dat alle kracht uit het lichaam wegvloeit.
Waken bij een stervende zorgt ervoor dat de ruimte van de kamer gevuld is met liefdevolle aandacht en een wakker bewustzijn, op een moment dat de stervende heel kwetsbaar is in zijn doodsstrijd.