Montessorionderwijs vindt plaats op circa 20.000 scholen over de hele wereld.
In Amsterdam zijn 23 montessorischolen voor basisonderwijs en vijf montessorischolen voor voortgezet onderwijs. Voor montessorischolen gelden dezelfde wettelijke regels als voor andere scholen in Nederland.
Er is geen verschil in niveau of prestaties in vergelijking met andere scholen in het basisonderwijs. Kinderen van montessorischolen kunnen het programma in het voortgezet onderwijs goed aan.
Vlaanderen heeft vijftien basisscholen die werken op basis van de methode Montessori.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Sinds 1920 zijn er montessori-basisscholen in Nederland, vandaag de dag rond de 160, over het hele land verspreid.
Informatie over basisscholen met onderwijsconcept jenaplan/montessori. Het onderwijsconcept jenaplan/montessori is een combinatie van de twee onderwijsconcepten jenaplan en montessori.
Kenmerken van montessoribasisonderwijs in Nederland. De scholenlijst van de Nederlandse Montessori Vereniging bevat de adressen van zo'n 160 door de NMV erkende montessorischolen voor basisonderwijs.
Atheneum/havo
De lessen en toetsen zijn op atheneum-niveau. Aan het einde van de tweede klas bepalen de scores van de leerlingen of ze doorgaan op de havo of het atheneum. Atheneumleerlingen die extra uitdaging willen hebben krijgen bij ons een verzwaard programma op atheneum-niveau.
In januari 1907 opende Maria Montessori, in de Romeinse sloppenwijk een huis voor kinderen. 'Casa dei Bambini' was de allereerste Montessorischool. Een school waar onderkend werd dat geen kind gelijk is.
Volgens de denkwijze van Maria Montessori moeten kinderen zich ontwikkelen in een omgeving waar ze eenvoudig kunnen bewegen en ontdekken. Daarom raadde ze tafels en stoelen aan die kinderen zelf kunnen verplaatsen en groeperen. Sommige taken mogen op speciale kleedjes worden gedaan.
Als ouder betaalt u geen lesgeld voor de basisschool van uw kind. De school kan wel een vrijwillige ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten. Ook moet u betalen voor buitenschoolse opvang (BSO) en voor bepaalde kosten van het overblijven op school (tussenschoolse opvang).
Montessori onderwijs is met name geschikt voor kinderen die zelfstandigheid, vrijheid en autonomie waarderen. Kinderen die graag op hun eigen tempo willen werken en interesse hebben in zelfontdekking en zelfgestuurd leren, kunnen zich goed voelen in een Montessori omgeving.
In schooljaar 2022-2023 telde de school 1.136 leerlingen.
Maria Montessori ontdekte dat kinderen zich op een natuurlijke manier ontwikkelen. Dat gebeurt in hun eigen ritme en eigen tempo. Door kinderen te stimuleren op allerlei vlakken, daagt het Montessorionderwijs ze uit om zich verder te ontplooien.
De leerkracht in het Montessori onderwijs is een begeleider en is daarvoor speciaal opgeleid. Hij zorgt dat de leerling de juiste materialen aangereikt krijgt om zich verder te ontwikkelen op zijn eigen niveau. Een leerling kan niet voor- of achter lopen op de groep.
Montessorionderwijs is een onderwijsconcept voor basis- en voortgezet onderwijs volgens de visie van Maria Montessori. Hierin leren leerlingen eigen keuzes te maken om zelfstandig te werken en leren vanuit volledige motivatie.
Het Montessori Lyceum Groningen is een openbare scholengemeenschap met in totaal 1120 leerlingen.
De montessorischool valt onder het algemeen bijzonder onderwijs. Het verschilt dus van reguliere basisscholen. Hieronder vind je de grootste verschillen. Zelfstandig werken.
Op algemene bijzondere scholen is het onderwijs gebaseerd op een pedagogisch uitgangspunt over onderwijs of opvoeding. Er zijn bijvoorbeeld Montessorischolen, Daltonscholen en Jenaplanscholen. Deze scholen kunnen openbare scholen zijn, maar ook bijzondere scholen.
Montessori geloofde in het stimuleren van de zelfstandigheid van zelfs de jongste kinderen. Hoe ze dit deed? Door de leeromgeving van kinderen zorgvuldig vorm te geven met specifieke leerzame hulpmiddelen, en door hen voldoende tijd te geven om ongestoord te kunnen werken.
De klassen op een montessorischool zijn zo ingericht dat er meerdere leerjaren in één klas zijn samengevoegd. Zo'n groep noem je een bouw. Zo heb je de onderbouw, waarbij groep 1 en 2 zijn samengevoegd, een middenbouw (groep 3, 4 en 5) en een bovenbouw (groep 6, 7 en 8).
In het montessorionderwijs is niet alleen leren en het ontwikkelen van sociale vaardigheden belangrijk, maar ook de zorg voor de omgeving. De kinderen moeten daarom allemaal een plantje mee naar school nemen dat ze op hun tafeltje of in de klas zetten en zelf moeten verzorgen.
Het jenaplanconcept is door Peter Petersen bedacht aan de universiteit in het Duitse Jena. Hij maakte een nieuwe onderwijsvorm waarbij kinderen van verschillende leeftijden in een groep zaten; daarbij een gezinssituatie nabootsend. In de jaren zestig introduceerde Suus Freudenthal het jenaplanonderwijs in Nederland.