Bij 3 procent van de paren met minderjarige kinderen hebben beide ouders geen betaald werk (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2019).
Ruim 40 procent van alle vrouwen gaat minder werken of stopt na de geboorte van het eerste kind. Vaders werken gemiddeld 40 uur per week, voor en na de geboorte.
Vrouwen hebben minder vaak een voltijdbaan (35 uur per week of meer) dan mannen: 29% tegenover 83%. Iets meer dan de helft van de vrouwen werkt tussen de 20 en de 35 uur per week. Tussen 2007 en 2017 is vooral het aandeel vrouwen met een grote deeltijdbaan (28 tot 35 uur) gegroeid: van 20% naar 25%.
Slechts 15,1 procent van de Nederlandse moeders werkt voltijds, van de vaders is dat 79,8 procent. De zorg voor het gezin en huishouden is voor 23 procent van de vrouwen de reden om niet meer uren te werken.
De nettoarbeidsparticipatie nam in de periode 2013-2021 toe bij vrouwen in alle leeftijdsgroepen, maar het sterkst onder 55- tot 65-jarige vrouwen: van 49,3 procent in 2013 tot 63,5 procent in 2021 (+14,2 procentpunt). Bij mannen in die leeftijdsgroep was er eveneens sprake van een forse stijging (+11,7 procentpunt).
In Oostenrijk en Duitsland, waar de arbeidsdeelname van vrouwen ook relatief hoog is, werkt net iets minder dan de helft in deeltijd. Onder Bulgaarse vrouwen (en mannen) komt een deeltijdbaan het minst voor.
De gemiddelde werkweek is al tien jaar vrijwel onveranderd 31 uur. 4,6 miljoen mensen werkten voltijds, hier afgebakend als 35 uur of meer per week. Van de voltijders werken werknemers meestal tussen de 35 en 40 uur per week. Zelfstandigen werken vaker meer dan 40 uur per week.
Er zijn wel voorwaarden voor zo'n verzoek, volgens de Wet flexibel werken: Je moet langer dan 26 weken in dienst zijn bij je werkgever. Na afwijzing of goedkeuring van je verzoek moet je 1 jaar wachten, voordat je een nieuw verzoek kunt doen. Je bedrijf moet meer dan 10 werknemers in dienst hebben.
Ongeveer 45% van de Nederlanders werkt parttime, dat is het hoogste percentage in Europa. Dit blijkt volgens The Economist uit onderzoek van de International Labour Organisation.
In het tweede kwartaal van 2022 behoorden 9,9 miljoen 15- tot 75-jarigen tot de beroepsbevolking. Het overige deel, 3,3 miljoen personen, behoorde niet tot de beroepsbevolking. De brutoarbeidsparticipatie - de beroepsbevolking als percentage van de bevolking van 15 tot 75 jaar - kwam hiermee uit op 74,7 procent.
Wie na de geboorte van een kind minder wil werken, kan het aantal arbeidsuren in het arbeidscontract aanpassen, óf ouderschapsverlof aanvragen.
U hebt recht op 15 weken moederschapsverlof. Bij de geboorte van een meerling bedraagt het moederschapsverlof in principe 17 weken, maar het kan worden verlengd tot 19 weken. Een aantal dagen moeten voor de bevalling worden opgenomen: dit is het prenataal verlof.
Uw werkgever mag u niet ontslaan als u zwanger bent. Uw werkgever mag u ook niet ontslaan omdat hij denkt dat u zwanger wilt worden.
Met een 32-urige werkweek, meestal verdeeld over 4 dagen werken, houdt een werknemer namelijk nog een extra vrije dag per week over, waardoor er net wat extra tijd én energie overblijft. Dit laatste is ook direct een ander groot voordeel van 32 uur werken; doordat er meer energie overblijft, wordt er beter gepresteerd.
In theorie geldt: hoe minder je werkt, hoe minder geld je verdient. Loon is als het ware een uitwisseling van uren voor geld. Hoe meer uren je werkt, hoe meer salaris jij krijgt. Wil je een dag minder werken, lever je al snel 20% van jouw voltijd salaris in.
Een werkweek van 32 uur is een echte parttime week. Je hebt een volle dag vrij en hoeft daar geen langere werkdagen voor te draaien. Steeds meer werknemers kiezen voor een 4-daagse werkweek.
Vrouwen iets vaker hoofdkostwinner
Het aandeel paren waarin de vrouw meer inkomen uit werk heeft dan de man is iets toegenomen. Zo steeg bij paren met minderjarige kinderen het aandeel van bijna 9% in 2009 naar bijna 12% in 2019.
Als je 16 of 17 bent, mag je gemiddeld 40 uur per week werken. De tijd die je op school bent telt ook mee als arbeidstijd. Je mag niet 's nachts werken, oproepdiensten doen of overwerken.
van vrouwen lager dan die van mannen, met grote verschillen tussen de EU-lidstaten. procentpunten bedroeg voor de EU-282 met een arbeidsparticipatie van 76,8 % voor mannen en 65,3 % voor vrouwen (Figuur 1 en Tabel 1 in de bijlage) .
Van de 9,4 miljoen mensen die in de eerste maanden van dit jaar als werkenden zijn geregistreerd, werken iets meer dan 4,9 miljoen fulltime. Precies 4,5 miljoen werkenden doen dat niet. Het gemiddeld aantal uren dat we werken, komt daarmee uit op 32 uur in de week.