Voedingsschema baby 6 maanden Flesvoeding: 4 tot 6 flesvoedingen per dag met opvolgmelk, per voeding 150-200 ml. Borstvoeding: je voedt je baby het beste op verzoek. Zolang hij circa 6 natte luiers per dag heeft en vrolijk is en goed groeit, drinkt je baby genoeg.
Je kunt je baby nu bijvoorbeeld in plaats van borst- of flesvoeding een vast hapje in de avond geven. Dat kan bestaan uit ongeveer 150-200 gram voedsel: bijvoorbeeld 100 gram groenten, 80 gram koolhydraten (rijst, aardappelen of pasta) en 20 gram eiwitten (vlees, vis of ei).
Voorbeeld voedingsschema baby 6 maanden
Richtlijn hoeveelheid per voeding: 150 - 200 ml. 1 à 2 keer per dag een paar lepels geprakte groente, fruit, rijst of pasta en als je kindje wil een beetje brood zonder korst. Uitleg bij flesvoeding: Geef je baby 4 tot 6 keer per dag 150 – 200 ml opvolgmelk.
Baby's van 4 à 6 maanden drinken gemiddeld nog 5 à 7 flessen. Je start eerst met oefenhapjes. In het begin geef je er nadien ook nog wat melkvoeding bij. Gaat de eerste vaste voeding goed, dan kan je de tweede vaste voeding starten.
Van 4 keer melkvoeding en een paar hapjes per dag, ga je naar een dagmenu met 3 hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch en warme maaltijd) en 3 tussendoortjes.
Voor kindjes van 6-7 maanden kun je voor de totale warme maaltijd ongeveer 200 gram aanhouden. Denk hierbij aan ongeveer 75 gram groente, 50 gram vlees of vis en 75 gram aardappelen, rijst of pasta. Ook in deze fase is het vooral belangrijk dat hij nieuwe smaken en structuren probeert en hieraan went.
Hoeveel fruit mag een baby van bijv.
Je baby mag tussen de vier en zes maanden beginnen met (oefen)fruithapjes. Hoeveel fruit je baby mag ligt aan de ontwikkeling. Begin met zo'n 50 gram per dag en kijk hoe veel je baby op kan.
Zo geef je de darmen van je baby ook de tijd om rustig te wennen aan vaste voeding. Bouw het dus rustig op. Begin met een paar theelepeltjes, zo'n 10 gram, en geef elke dag een paar hapjes meer als je baby daarom vraagt.
Per 24 uur heeft je baby ongeveer 150 ml vocht per kilogram lichaamsgewicht nodig. De totale hoeveelheid voeding deel je door het aantal voedingen op een dag. Voorbeeld: Een jonge baby wil vaak 8 keer per dag drinken. Als de baby 3,3 kilo weegt is er ongeveer 495ml voeding per dag nodig.
Uw baby heeft per dag 150ml voeding nodig per kg lichaamsgewicht. Dus bijvoorbeeld: een baby weegt 3.5 kg. Dan heeft hij nodig 3,5 x 150ml = 525 ml per dag. Verdeeld over zes voedingen is dat dan ± 90 ml.
Let op: na 6 maanden kan je baby wakker maken voor deze voeding juist een averechts effect hebben. Wanneer je baby dan goed (door)slaapt is ons advies om tussen de 4 en 6 maanden de nachtvoeding van 22:30 geleidelijk af te bouwen.
Je kan tussen de 4 tot 6 maanden rustig starten met oefenhapjes.Denk hierbij aan wat geprakte groente, fruit of wat kleine stukjes broodkorst. Vanaf 7 maanden kan je oefenen met het leren kauwen en kan je brood mét korst aanbieden.
Start met enkele koffielepels fruitpap.
Gaan de eerste hapjes goed, voer dan de hoeveelheid langzaam op tot gemiddeld 150 gram. Een kind geeft zelf aan als het genoeg gegeten heeft. Tegen de leeftijd van 1 jaar is dat 250 à 300 gram.
Wanneer geef je de oefenhapjes aan je baby? Het beste kun je oefenhapjes direct na een borst- of flesvoeding geven of tussen twee voedingen in. Je kindje is dan ontspannen en wakker, maar heeft geen enorme trek meer. Een goed moment dus om iets nieuws te proeven!
Hoe vaak geef ik mijn baby hetzelfde hapje? Je begint met losse en zachte smaken en die geef je een aantal, bijvoorbeeld 3 dagen, achter elkaar. Bijvoorbeeld 3 dagen pompoen, 3 dagen bloemkool, 3 dagen worteltjes en daarna op die manier fruithapjes. Zo leert je baby de smaken beter herkennen en waarderen.
Tussen 4 en 6 maanden: volledige melkvoeding en oefenhapjes
Het eerste hapje is vaak een groente- of fruithapje, of pap met een lepel. Wat kleine stukjes brood zonder korst, een beetje aardappel, rijst of bijvoor- beeld een lepeltje fijngemalen vlees of vis kan ook. Het maakt niet zoveel uit waarmee je begint.
Hoeveelheid flesvoeding
Over het algemeen geldt een richtlijn van 150 ml per kilo lichaamsgewicht per 24 uur. Weegt je baby bijvoorbeeld 4 kilo, dan is 4 x 150 ml = 600 ml voldoende.
Een handige rekensom om de hoeveelheid voeding te berekenen: 150 milliliter x gewicht (in kg) = aantal milliliter voeding per 24 uur. Deze hoeveelheid verdeelt u dan over het aantal voedingen dat u wilt geven. Borstvoeding en zuigelingenvoeding bevatten (bijna) alle vitamines die nodig zijn voor baby's.
Baby's hebben per kilogram lichaamsgewicht 100 tot 150 ml melk per dag nodig. De hoeveelheid melk per kilogram lichaamsgewicht daalt geleidelijk naarmate de baby ouder wordt. Een jonge baby tot één maand oud heeft ongeveer 150 ml melk per kilo lichaamsgewicht nodig.
Hoeveel oefenhapjes geef je? De oefenhapjes geef je naast de melkvoeding. Daarom is het beter niet te veel te geven, je wilt namelijk niet de trek in borst- of flesvoeding van je baby verminderen. Een goed uitgangspunt is om te starten met 1 of 2 keer per dag 3 tot 4 lepeltjes.
Van 4 keer melkvoeding en een paar hapjes per dag, ga je naar een dagmenu met 3 hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch en warme maaltijd) en 3 tussendoortjes.
Start met enkele lepeltjes groentepap. Laat je kind zelf aangeven hoeveel groentepap het wil eten. Als je kind stopt na enkele hapjes, zal je nadien nog melkvoeding moeten geven. Gaat het eten van groentepap goed, voer de hoeveelheid dan langzaam op tot gemiddeld 150 gram.
Soms wordt beweerd dat je bepaalde soorten fruit beter niet kunt geven tot je kind bijvoorbeeld 1 jaar is, vanwege de spijsvertering of voedselallergieën. Bijvoorbeeld aardbeien of bessen. Maar alle soorten zijn geschikt.
Voor baby's onder de 6 maanden zijn stukjes in een hapje namelijk nog niet zo fijn. Als je baby nog geen 6 maanden is, dan mag de hoeveelheid ook nog heel klein blijven, 2 kleine theelepeltjes is al genoeg. Het gaat er puur om dat je baby de smaak even in zijn mond heeft gehad.
De Kleintjesmethode
De Kleintjes methode bevat dezelfde basisprincipes als de Rapley-methode, alleen gaat Stefan Kleintjes verder in op het sociale aspect van eten vanuit het respect voor een kind. Hierbij omschrijft hij hoe de ouders de controle van voeding bij het kind te laten en wat de rol van ouders hierin is.