Onderzoek van Qompact op basis van een survey onder mbo, hbo en wo-studenten wijst uit dat een vijfde van de eerstejaars studenten van het jaar 2020-2021 is uitgevallen. Uitgesplitst naar niveau gaat het hierbij om 23% van de mbo-studenten, 22% van de hbo-studenten en 20% van de wo-studenten.
Ruim 30.000 jongeren zijn in het studiejaar 2021/2022 met hun opleiding gestopt zonder een startkwalificatie te halen. Het gaat om een kwart meer stoppers dan een jaar eerder en het grootste aantal in tien jaar tijd.
25-37% van de ho en wo-studenten stopt met de studie
In de jaren 2017-2018 en 2018-2019 lag het percentage studenten dat stopte met de studie in het eerste jaar rond de 32%. In absolute cijfers stoppen zo'n 42.500 studenten tijdens of na het eerste jaar van hun studie.
In het geheel steeg de uitval na een jaar hbo-bachelor van 11,3 procent in 2020 naar 14,6 procent in 2021. De grootste groep in relatief opzicht was dit jaar mbo'ers (vier procentpunt stijging tot 18,9 procent). Daarnaast steeg de uitval na drie jaar aan studie nog sterker van 2,0 naar 6,7 procent.
Steeds meer studenten verlaten het mbo zonder diploma. Vorig jaar waren dat er ruim 30.000, dat zijn er 5.000 meer dan het jaar ervoor en het hoogste aantal in tien jaar tijd. De oorzaak: corona en de krappe arbeidsmarkt, waardoor banen voor het oprapen liggen.
Dat blijkt uit cijfers van de hogeschool. Maar veel opleidingen kennen flinke pieken en dalen in het aantal afhakers. De elf studies op een rij met de hoogste en de laagste uitval. Chemische Technologie spant de kroon met 34 procent uitval tot en met januari.
13 procent koos voor een andere opleiding, 4 procent ging naar het hbo en slechts 3 procent stond niet langer ingeschreven in het Nederlandse hoger onderwijs. De hogescholen hadden soortgelijke cijfers. Na een jaar is 11 procent van de hbo-studenten gestopt met studeren en 15 procent van opleiding gewisseld.
De redenen hiervoor kunnen variëren. Het kan zijn dat de student te weinig motivatie heeft om de opleiding af te maken.Maar mentale gezondheid kan ook in de weg zitten. Als je hierna iets anders wil gaan doen wat niks heeft te maken met je huidige opleiding, dan kan het voelen alsof het geen zin meer heeft.
Vier jaar na de start van hun hbo-opleiding heeft 35 procent van de mbo'ers een hbo-diploma op zak, tegen 28 procent van de havisten. Na zes jaar heeft 54 procent van de mbo'ers en 56 procent van de havisten een diploma op dit niveau. Bij vwo'ers is het percentage geslaagden het hoogst en de studieduur het kortst.
Definitie: Hoog onderwijsniveau: het hoogst behaalde onderwijsniveau is hoog onderwijs.Dit omvat onderwijs op het niveau van hbo of wo.
Natuurkunde wordt onbetwist als de moeilijkste opleiding gezien. Elf verenigingen zetten deze bètastudie op 1. Biomedische Wetenschappen, Farmacie en Geneeskunde werden elk één keer als moeilijkste genoemd. Samen met Kunstmatige Intelligentie vormen deze opleidingen de top vijf.
Jongeren tot 20 jaar hadden een studieschuld van gemiddeld 2,4 duizend euro. Zij studeren vaak nog, en bouwen meestal nog schuld op. In de leeftijdscategorie 20 tot 25 jaar is bijna drie kwart nog student, en bouwt dus nog schulden op. De gemiddelde schuld van 20- tot 25-jarigen was 13,9 duizend euro.
Onderzoek van Qompact op basis van een survey onder mbo, hbo en wo-studenten wijst uit dat een vijfde van de eerstejaars studenten van het jaar 2020-2021 is uitgevallen.
Als u eerder of tijdelijk stopt met uw studie
U kunt collegegeld terugvragen wanneer u zich tijdens het studiejaar uitschrijft. U krijgt dan 1/12e van het collegegeld terug voor elke maand dat u eerder bent gestopt. Stopt u in juli of augustus, dan krijgt u die maanden niet terug.
Het antwoord op deze vraag kan alle kanten op gaan: Je wil je carrièrekansen vergroten (binnen of buiten de organisatie, of als ZZP'er). Om deuren naar hogere functies te openen of je concurrentiepositie t.o.v. andere interne kandidaten te verbeteren. Je wilt een verandering van loopbaan (switchen).
Tussenjaar nemen: trends en cijfers
In het jaar 2020 was dat 14,1% (Bron CBS). Van de studenten die voorafgaand aan hun studie een tussenjaar hadden heeft ongeveer 1 op de 3 in dat jaar gereisd.
In 2010 had ruim 20% van de bevolking van 25-64 jaar een hbo-diploma en bijna 12% een universitaire graad (samen ruim 32%). Het percentage hogeropgeleiden is sindsdien met bijna 8 procentpunten gestegen: in 2019 had ruim 24% een hbo- en ruim 15% een wo-diploma (samen meer dan 40%).
Ruim 83.000 hbo-studenten verlieten na schooljaar 2020/2021 het onderwijs. Daarvan hadden er ruim 56.000 een diploma en meer dan 27.000 geen diploma.
Wat is een propedeuse? In het 1e jaar van een bachelor kun je in totaal 60 studiepunten halen.
Tabel 9 laat zien hoeveel tijd rechtenstudenten na hun afstuderen nodig hebben om een baan te vinden. Geruststellend is dat gemiddeld zo'n 77% van hen direct na afstuderen al werk heeft. Ongeveer 16% van hen heeft daar maximaal 3 maanden voor nodig. Nog eens 5% vindt werk tussen de 4 en 6 maanden.
Dit betekent dat je niet zomaar mag stoppen met je hbo-opleiding. In Nederland zijn studenten zonder startkwalificatie, dus zonder havo-, vwo- of mbo-diploma (op minimaal niveau 2), verplicht om tot hun 18e dagonderwijs te volgen.
Hbo opleidingen zijn vooral beroepsgericht en universitaire opleidingen wetenschappelijk. Over het algemeen is het heel duidelijk welke beroepen je kunt uitvoeren na een bepaalde hbo opleiding. Na een wo opleiding kun je vele kanten op, bijvoorbeeld als onderzoeker.
De gemiddelde leeftijd van studenten bedraagt 22,7 jaar, waarbij hbo-studenten gemiddeld 22,4 jaar oud zijn en universitaire studenten gemiddeld 23,0 jaar oud zijn. Internationale studenten zijn gemiddeld 6 maanden ouder dan Nederlandse studenten.
HBO studenten zijn over het algemeen tussen de 16-22 jaar oud. HBOstart bereikt jaarlijks het merendeel van alle hbo studiekiezers.
Het collegegeld is bij alle door het Rijk bekostigde hbo's en universiteiten hetzelfde (wettelijk collegegeld). Dit kan hoger zijn als een student een tweede studie volgt op hetzelfde niveau, dus bijvoorbeeld twee bacheloropleidingen tegelijkertijd.