Per jaar ondergaan ongeveer 3200 mensen in Nederland een beenamputatie. De meesten van hen zijn dan 65 jaar of ouder. De amputatie is vaak een gevolg van bloedcirculatiestoringen en/of een gevolg van diabetes. Van de ouderen begint bijna de helft aan een prothese.
Maar aan die geldstroom komt een eind. "Nu hebben in Nederland ongeveer tweehonderd mensen een prothese via osseointegratie.
Elk jaar zijn er in Nederland ongeveer 3.200 mensen die een amputatie van een arm of been moeten ondergaan. Een amputatie is in de meeste gevallen voor de geamputeerde, maar zeker ook voor zijn of haar directe omgeving een trauma ervaring.
Een amputatie is de medische term voor het operatief wegnemen van een lichaamsdeel. Met de onderste extremiteiten van het lichaam worden de benen, vanaf de heupen tot aan de voeten, bedoeld. In Nederland worden per jaar ongeveer 3.300 operaties uitgevoerd waarbij (een deel van) een been wordt weggenomen.
Een bijzonder fenomeen na een amputatie is de fantoomsensatie of fantoompijn. Dit wordt ook wel spookpijn genoemd. De bij de amputatie doorgesneden zenuwen blijven prikkels doorgeven naar de hersenen alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is. Het geamputeerde lichaamsdeel kan vreemd aanvoelen of pijn doen.
Als u weet welke factoren bij u de pijn beïnvloeden, kunt u hier rekening mee houden. Vlak na de amputatie komt fantoompijn heel veel voor. Meestal vermindert de fantoompijn in de loop van een jaar. Bij ongeveer één op de tien geamputeerden blijft de fantoompijn echter langer bestaan en soms zelfs altijd.
Wat gebeurt er met verwijderd lichaamsmateriaal? In de medische praktijk wordt na een amputatie of extirpatie pathologisch onderzoek verricht op het verwijderde lichaamsmateriaal, dat vervolgens meestal als specifiek ziekenhuisafval wordt weggegooid of wordt gebruikt voor medisch onderzoek.
Ieder jaar ondergaan ruim 3000 Nederlanders een amputatie van hun arm of been. Een traumatische ervaring, niet alleen voor de geamputeerde maar ook voor zijn of haar directe omgeving. Lichamelijk en geestelijk is een amputatie een zware belasting.
Bij een amputatie wordt een deel van het lichaam afgezet, bijvoorbeeld een teen, voet, been, vinger of arm. Dit gebeurt alleen als er sprake van zodanige weefselschade dat niet amputeren levensbedreigend is. Met een amputatie zult u afstand moeten doen van een deel van uw lichaam.
De operatie vindt plaats onder volledige narcose en duurt ongeveer 1 uur. Na de amputatie vouwt de chirurg de huid rond de wond dicht. Om de wond komt gips of hij wordt gezwachteld. Zo ontstaat een stevige stomp die goed in een prothese past.
Voor de operatie wordt u in een diepe slaap gebracht (narcose) of krijgt u een ruggenprik. De chirurg haalt uw been weg en hecht de wonden. U krijgt na de operatie medicijnen tegen de pijn. Probeer vanaf de eerste dag na de operatie weer te gaan zitten en staan.
Hoe lang de revalidatie duurt verschilt per persoon. Dit hangt bijvoorbeeld af van hoe de wond van de stomp geneest, uw conditie en de hoe snel u leert omgaan met uw stomp, prothese of andere hulpmiddelen.
Per jaar ondergaan ongeveer 3200 mensen in Nederland een beenamputatie. De meesten van hen zijn dan 65 jaar of ouder. De amputatie is vaak een gevolg van bloedcirculatiestoringen en/of een gevolg van diabetes. Van de ouderen begint bijna de helft aan een prothese.
Fantoompijn is een normaal en veelvoorkomend verschijnsel na een amputatie. Na amputatie komt fantoompijn bij globaal 70% van de patiënten voor. Fantoompijn doet zich het meest voor in aanvallen die in ernst en frequentie kunnen verschillen, maar kan ook chronisch optreden en dus altijd aanwezig zijn.
Een beenamputatie kan verschillende redenen hebben. In ongeveer 90% van de gevallen is een amputatie het gevolg van vaatproblemen. Verder kan een amputatie nodig zijn door een ongeluk (trauma), een infectie of een bottumor. Een amputatie is een ernstige, onherstelbare ingreep.
Fantoompijn is pijn die iemand voelt in een geamputeerd lichaamsdeel. Fantoom betekent letterlijk 'spook' of 'hersenschim'. Je ervaart pijn, terwijl het pijnlijke lichaamsdeel er niet meer is. Het komt vaak voor.
Als uw vinger of hand moet worden geamputeerd, verwijdert de plastisch chirurg het beschadigde deel tijdens een operatie. Hierbij gaat hij voorzichtig om met de huid, spieren, pezen, botten en zenuwen. De chirurg bepaalt op welke plek hij uw vinger of hand amputeert.
De orthopedisch chirurg is meestal voor de amputatie al betrokken bij uw behandeling. Als een amputatie onvermijdbaar is, voert de orthopedisch chirurg deze bij u uit. De orthopedisch chirurg is eindverantwoordelijk voor de gehele zorg tijdens de operatie.
Fantoompijn komt vaak voor: van alle mensen die een amputatie hebben ondergaan, heeft 50 tot 85% last (gehad) van deze vorm van pijn. Vooral direct na de amputatie hebben veel mensen last van fantoompijn, maar de pijn kan ook pas jaren later optreden.
Deze aandoening wordt behandeld door een traumatoloog: een chirurg of een orthopeed, gespecialiseerd in de behandeling van letsel na een ongeval. Het specialisme traumatologie wordt daarom ook wel ongevalchirurgie genoemd. Vaak is er sprake van meerdere, complexe problemen.
Wanneer de meeste zwelling uit de stomp is verdwenen (na enkele weken), bekijkt de revalidatiearts de mogelijkheid van een ZIP. Dit is een tijdelijke prothese waarmee de knie weer kan buigen. Deze ZIP kan soms tot een half jaar na de operatie worden gebruikt.
oefeningen met de stomp om de gewrichten in beweging te houden en verkortingen van de spieren te voorkomen; oefeningen met de stomp om de spierkracht te behouden en, zo mogelijk, te verbeteren; in en uit het bed komen; lopen zonder prothese met een loophulpmiddel.
De grote teen is een belangrijk deel van ons lijf. We wikkelen de voet ermee af, waardoor wee kunnen lopen. Hij zorgt voor het evenwicht. Zonder grote teen is het lopen moeilijk.