Bij woningen met een verkoopprijs tussen de 300.000 en 400.000 euro wordt in 21 procent van de gevallen meer dan 50.000 euro overboden. Wil je een bod doen op een woning met een vraagprijs tussen de 400.000 en 500.000 euro? Dan moet je inmiddels bij 38 procent van de woningen meer dan een halve ton overbieden.
Jawel. Hoewel de bedragen die huizenkopers bieden nog altijd flink boven de vraagprijs liggen, zien we voor het eerst sinds lange tijd een afname als we kijken naar de gemiddelde overbieding als percentage van de vraagprijs. Zo werd er in Q1 2022 gemiddeld 9,23% van de vraagprijs overboden en het kwartaal ervoor 9,39%.
Dat blijkt uit cijfers van NVM. Kijk je naar woningen die een vraagprijs tussen de € 300.000 en € 400.000 hebben, dan zien we dat op maar liefst 61% van de woningen minimaal € 25.000 wordt overboden. Bij 21% van de woningverkopen in deze prijsklasse is de overbieding meer dan een halve ton.
Overbieden huis of een bod boven de vraagprijs doen is niet langer de norm op de huizenmarkt sinds juli 2022. Hoeveel overbieden is niet meer de vraag.
In 2022 lijkt het gemiddelde bezichtigingen weer terug te zijn gelopen naar 10 per woning. In 2021 lag het gemiddelde op ruim 13 bezichtigingen per te koop staand huis. Dat is aanzienlijk meer dan het jaar daarvoor, want in 2020 was het gemiddelde nog iets minder dan 10 bezichtigen.
Tot nog toe vinden er in 2021 gemiddeld ruim dertien bezichtigingen per te koop staand huis plaats. In 2020 was dat nog iets minder dan tien. Dat blijkt uit cijfers van Makelaarsland. In de maanden april, mei en juni ligt het aantal bezichtigingen zelfs twee keer zo hoog als in dezelfde periode vorig jaar.
De huidige prijsstijging op de huizenmarkt doet meer dan de helft van de consumenten denken aan zeepbelvorming. Toch is er in Nederland – gemiddeld genomen – geen sprake van een zeepbel, aldus het ING Economisch Bureau.
Sinds 2018 mag je nog maar 100 procent van de waarde woning lenen. De kosten koper en alles wat je boven de taxatiewaarde van het huis biedt, moet je met eigen geld betalen. Je moet dus extra spaargeld of overwaarde op je huis hebben voor bieden boven de vraagprijs.
De makelaars signaleerden een lichte daling van de huizenprijzen in het eerste kwartaal van dit jaar, ten opzichte van de laatste drie maanden van 2021.
Het antwoord is dat een succesvol bod afhankelijk is van meerdere factoren, waaronder de vraagprijs van de verkoper, de kenmerken van het huis en de regio waarin het gelegen is. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt bij 1 op de 20 woningen meer dan 10% boven de vraagprijs geboden.
Veel mensen geven uiteindelijk toch de voorkeur aan het kopen van een eigen huis als dat financieel mogelijk is, want ondanks de crisis stijgen veel huren gewoon door. Door een slimme keuze te maken wat betreft de rentevaste periode, kun je bij een koopwoning juist je woonlasten relatief zeker maken.
Voor sommige huizen is 2% overbieden al voldoende, bij andere huizen kan de prijs tot wel 20% boven de vraagprijs stijgen. Voordat je meegezogen wordt in een biedingen oorlog moet je het volgende weten: Sinds 2018 mag je niet meer lenen dan de waarde van een woning.
Huizenprijzen blijven stijgen, maar minder hard
De afgelopen maanden hebben verschillende economische bureaus hun verwachting gegeven (en ook weer bijgesteld). Rabobank verwacht een huizenprijsstijging in 2022 van 16,1%. De meest recente verwachting van ABN AMRO is een prijsstijging van 15,2%.
Dit kan telefonisch, schriftelijk, per e-mail of zelfs soms via de site van de verkoopmakelaar. Stuur ook altijd nog een mailtje met daarin je bod, zodat je het zwart-op-wit hebt staan. Heb je geluk, dan wordt het bod meteen geaccepteerd. Maar in de meeste gevallen doet de verkoper een tegenbod.
Moet je flink overbieden op een huis en betaal je meer dan het huis volgens de taxateur waard is? Dan moet je dit verschil zelf betalen. Je kunt dit niet meefinancieren in je hypotheek.
Een bod doen aan het einde van een kijkdag kan succesvol zijn. Als dat bod veel zekerheid biedt (weinig voorwaarden en aankoopmakelaar dragen hieraan bij), dan zou het huis aan het einde van de dag zomaar eens van jou kunnen zijn. Het betreft hier je beste bod. Zorg dat je dan wel een eindtijd opneemt in je voorstel.
In april 2022 staan er meer huizen te koop dan het laatste kwartaal van 2021. Dit betekent dat prijzen nog steeds dalen. Kopers die in 2021 en 2022 hebben gekocht zullen een groot gedeelte van het overboden bedrag als sneeuw voor de zon zien verdwijnen. In een onstabiele huizenmarkt is de vraag minder.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
Zo publiceerde de Rabobank in september 2020 een prognose van 0,6 procent daling in 2021 en zelfs 2,6 procent daling in 2022. In juni 2021 voorspelden ze een stijging van 10,9 procent voor dit jaar en een verdere stijging van 4,6 procent in 2020.
Overbieden op een huis
Als je flink boven de vraagprijs gaat bieden, heeft dit gevolgen voor jouw hypotheek. Sinds 2018 kun je maximaal 100% van de woningwaarde lenen in je hypotheek. Overbieden op een huis is daarom niet geheel zonder risico.
De kosten koper zijn ongeveer 5% tot 6% van de aankoopprijs. In totaal moet je tussen de € 20.000,- en € 24.000,- aan kosten koper betalen. Kom je in aanmerking voor de vrijstelling van de overdrachtsbelasting? Dan kun je met 3% tot 4% rekenen.
Overbieden kan echter riskant zijn als je geen of beperkt eigen geld kunt inbrengen. Je mag namelijk maximaal de taxatiewaarde van de woning afsluiten als hypotheek. Stel dat je woning lager wordt getaxeerd dan de prijs die je hebt geboden, dan heb je nóg meer eigen geld nodig dan die 6% kosten koper.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.
In 2023 stijgen de huizenprijzen beduidend minder hard. Economen houden rekening met een prijsstijging 2,5% tot 4,5%. Een daling van de huizenprijzen wordt vooralsnog niet verwacht, maar wordt ook niet uitgesloten. Als de rentes blijven stijgen, kan dit wel degelijk leiden tot een prijsdaling.
Door de enorme rentestijgingen en de hoge inflatie is de kans zeer groot dat de huizenprijzen gaan dalen in 2022.