Via een neusbril kan maximaal zes liter zuurstof per minuut toegediend worden.
Het toedienen van zuurstof komt in de dagelijkse praktijk van de meeste verpleegkundigen regelmatig voor. Vooral het geven van zuurstof via een neusbril of -sonde. Hiermee kan echter maximaal 6 liter per minuut gegeven worden.
In noodsituaties kan een gediplomeerde verpleegkundige zuurstof toedienen aan een patiënt zonder doktersvoorschrift tot een bepaalde limiet. Over het algemeen is deze limiet ingesteld op 2 liter per minuut voor patiënten die extra zuurstof nodig hebben vanwege een laag zuurstofgehalte (hypoxie).
Uw longarts zal aangeven, hoeveel zuurstof u moet gebruiken. U mag nooit zelf het aantal liters zuurstof verhogen. Extra zuurstof moet u zien als een geneesmiddel. Een te grote zuurstofstroom kan schadelijk zijn.
Het gemiddelde gebruik is één á twee liter per minuut. Niet alleen te weinig, maar ook te veel zuurstof kan schadelijk zijn. Houd u zich dus altijd aan het voorschrift van de arts. Zuurstof heeft geen ernstige bijwerkingen.
Heb je een saturatie van 95% of hoger, dan is de saturatie normaal en heb je genoeg zuurstof in je bloed. Een saturatie van 91, 92 of 93% is lager dan normaal, maar nog geen reden om je zorgen te maken. Is de waarde 90% of lager, dan heb je een tekort. Dit heet desaturatie.
Onder de 90
'Een uitslag van 99 is niet beter dan van 96. Een saturatie van 91, 92 of 93 procent is lager dan normaal, maar nog geen directe reden tot zorg. Onder de 90 procent krijgen de weefsels en organen minder zuurstof. Als dat kort duurt, kan het geen kwaad.
Artsen dienen veelvuldig zuurstof toe bij patiënten, maar weten vaak niet dat dit een negatief effect kan hebben op de bloedsomloop. Dit kan vaatvernauwing veroorzaken en ook het hart gaat minder krachtig pompen. Dat blijkt uit onderzoek van Bob Smit.
Het juiste antwoord is dus: Er wordt zuurstof toegediend in een snelheid van 1-2 l/min om de hypoxische stimulans voor de ademhaling te behouden.
Wordt langere tijd een hoge flow zuurstof gegeven, dan bestaat het risico op forse toename van het CO2 in het bloed (dat wordt minder uitgeademd bij verminderde ventilatie). In extreme gevallen kan een ademstilstand optreden.
Als SpO2 <85%, kan zuurstof worden toegediend met 4 l/min via neuscanules, via een eenvoudig gezichtsmasker met 5-10 l/min, via een 100% non-rebreather reservoirmasker met 15 l/min of via bevochtigde neuscanules met hoge doorstroming (FiO2 >0,35).
Nu wordt zuurstof gezien als een medicijn, dus als verpleegkundige dien je zuurstof toe op basis van een order van een zorgverlener . Daarnaast houd je toezicht op en verleen je zorg aan cliënten die zuurstoftherapie krijgen. Een zuurstofopstelling bestaat uit een zuurstofbron en een toedieningsapparaat.
3 liter zuurstof per minuut = 3 x 60 = 180 liter zuurstof per uur.
Zuurstof Performance - 50 liter Cilinder (200 bar)
Het is belangrijk dat u zich aan de voorgeschreven hoeveelheid houdt. Te veel zuurstof gebruiken kan schadelijk zijn. Gebruikt u te weinig, dan helpt de behandeling onvoldoende. De meeste mensen met COPD hebben overdag in rust en 's nachts voldoende aan 1 tot 2 liter per minuut.
Het volume voor de patiënt bruikbare zuurstof wordt berekend door de druk te vermenigvuldigen met het volume van de O2 fles. Als vermeld van vb. 60 bar leesbaar op manometer van O2 fles en je hebt een fles van 7 liter: dan doe je 60x7= 420 liter beschikbare O2 in deze fles.
De lus van de zuurstofbril wordt achter de oren aangebracht en dan onder de kin zacht aangespannen. Via een neusbril kan maximaal zes liter zuurstof per minuut toegediend worden.
Zuurstof moet onmiddellijk aan de patiënt worden toegediend zonder een formeel voorschrift of medicijnorder, maar moet later in het patiëntendossier worden vastgelegd. Alle ernstig zieke patiënten moeten de maximale concentratie ingeademde zuurstof ( 15 l/min via reservoirmasker ) krijgen in afwachting van onmiddellijk medisch onderzoek.
Bijwerkingen. Een teveel aan zuurstof kan averechts werken. Het is daarom belangrijk dat u zich aan de voorgeschreven hoeveelheid zuurstof houdt. Waarschuw onmiddellijk de arts als zich één van de volgende symptomen voordoen: hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid, onrust, angst, blauwe lippen of blauwe vingernagels.
De irritatie begint bij de luchtpijp en bronchiën en verspreidt zich vervolgens naar de longen. Men voelt aanvankelijk een lichte prikkeling in de keel, gevolgd door hoestbuien. De hoestbuien worden steeds intenser, men krijgt last van koorts en kortademigheid, en de bloedtoevoer naar de neus neemt toe.
Langdurige blootstelling aan bovennormale zuurstofpartiële drukken of kortere blootstelling aan zeer hoge partiële drukken kan oxidatieve schade aan celmembranen veroorzaken, wat leidt tot het instorten van de longblaasjes in de longen . Longeffecten kunnen zich al binnen 24 uur na het inademen van zuivere zuurstof voordoen.
Routinematig toedienen van zuurstof kan leiden tot een verhoogde mortaliteit, morbiditeit en ook de ziekenhuis ligduur verhogen. Naarmate een COPD-patiënt vordert in zijn ziektestadium zal de nood aan zuurstof tijdens een hospitalisatie fase alleen maar toenemen.
Welke vinger gebruik ik voor het meten van saturatie? De meest gebruikte vinger voor het meten van saturatie is meestal de wijsvinger. Dit komt omdat de wijsvinger goed geschikt is voor het plaatsen van de saturatiemeter en een goede doorbloeding heeft, wat belangrijk is voor nauwkeurige metingen.
Symptomen van zuurstoftekort
Versnelde hartslag. Bleekheid of grauw gelaat. Blauwe verkleuring van de slijmvliezen (cyanose): gelaat, lippen, tong, vingers, nagels. Onduidelijke spraak, coördinatiestoornissen.
De voornaamste ademprikkel die het ademhalingscentrum aanspoort, is dus het koolstofdioxidegehalte in het bloed. De tweede ademprikkel die het ademhalingscentrum aanspoort, is de pH in het bloed. Ons lichaam gebruikt zuurstof om voedingsstoffen te verbranden en energie te produceren.