Een kop soep is standaard 250 ml, in een diep bord kan doorgaans ook 250 tot 350 ml. Dient de soep als voorgerecht bij een meergangendiner, dan is 150 à 200 ml ruim voldoende. Maak je een maaltijdsoep, voorzie dan 500 ml soep per persoon, of iets minder als er veel extra's in zitten.
1 liter soep is genoeg voor 4 personen.
Meet ook even de inhoud van je pollepel: doe 'm vol water en giet dat in een maatbeker. Zo weet je precies hoeveel je straks in elk bord schept. Een beetje extra soep maken kan nooit kwaad: een restje kun je makkelijk bewaren in de diepvriezer.
Reken op ongeveer 500 ml soep per persoon als het een maaltijdsoep wordt, iets minder als er veel 'vulling' in zit zoals b.v. bij bouillabaisse. Voor gewone soep heb je al genoeg met 200 tot 250 ml per persoon.
Breng op smaak met kruiden
Breng soep op smaak met kruiden zoals tijm, rozemarijn, komijn, paprika of zwarte peper. Een bouillonblokje als smaakmaker kan, maar gebruik bij voorkeur niet meer dan 1 blokje per liter soep.
Laat een pan soep nooit koken, zo verliest hij zijn smaak. Laat een pan met soep zachtjes pruttelen op een zacht vuurtje. Als je de groenten toevoegt aan de soep, laat ze dan een paar minuten meebakken en voeg daarna pas de bouillon toe. Dit zorgt ervoor dat de groenten nog meer smaken afgeven aan de soep.
Kokende soep zorgt voor papperige groenten en taai vlees
Hoewel het sudderen voor voldoende beweging zorgt om de smaak vrij te laten komen, gebeurt het toch langzaam genoeg om ervoor te zorgen dat de ingrediënten intact blijven.
In veel recepten wordt een aardappel toegevoegd aan de ingrediënten. Die is bedoeld om de soep mooi te laten binden. Oftewel: ze wordt er mooi glad van. Laat je de soep nog even opwarmen, dan kan het zetmeel van de aardappel de soep beter binden en indikken.
Tijdens het verhitten van het water en de runderschenkel drijven gestolde eiwitdeeltjes naar de oppervlakte, laat 5-10 min zachtjes borrelen en schuim dan af voor een heldere bouillon. Voeg na het afschuimen de soepgroente toe aan het water en laat mee trekken. Laat het geheel zachtjes 3 uur trekken.
Giet 700 ml/1¼ pint vers gekookt water in een pan, voeg het bouillonblokje toe en roer goed tot het is opgelost. Voeg de noedels, lente-uitjes, erwten en kip toe, breng aan de kook en kook gedurende 5 minuten, of tot de noedels en erwten gaar zijn en de kip door en door heet is.
Volgens experts wordt soep door ze te mixen niet armer aan vitaminen en vezels. Maar kant-en-klare gemixte soep bevat wel minder groenten dan kant-en-klare ongemixte soep. Daarom beoordelen we de stelling als eerder onwaar.
Een koud voorgerecht (bijvoorbeeld een salade, tomaat garnaal, een plak vismousse of paté …) eet je altijd vóór de soep.
Soep mag niet koken maar laat je sudderen tegen het kookpunt aan. De richtlijn is een twintigtal minuten, of tot de groenten gaar zijn. Bij een wortel duurt dat dus wat langer dan bij een stukje prei.
Groentensoep: basilicum, bieslook, bonenkruid, dille, kervel, laurier, lavas, majoraan, peper, peterselie, rozemarijn, selderij, tijm. Kippensoep: basilicum, foelie, knoflook, majoraan, peper, peterselie, rozemarijn, selderij, tijm.
Een kwart soep, 2-4 porties .
Een portie soep is doorgaans 1 kop (240 ml) , wat door het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) als standaardportiegrootte wordt beschouwd.
Laat de bouillon, zonder deksel en net onder het kookpunt, 3-4 uur trekken. Tijdens het trekken dampt de bouillon tot 2/3 in. Schep regelmatig het schuim eraf.
Maak 600 ml kippen- of groentebouillon ( 1 1/2 blokje is normaal gesproken voldoende) door er kokend water over te gieten en zo goed mogelijk te kloppen.
Bouillon is eigenlijk alleen gezond als u het zelf maakt. Wie bouillonblokjes gebruikt, krijgt vooral veel zout binnen. Eerder dit jaar doet de Consumentenbond onderzoek naar de bestanddelen van deze blokjes en wordt duidelijk dat 16 van de 49 onderzochte exemplaren vooral veel zout bevatten.
Maizena: mix en fix!
Voor een andere methode pak je bloem, maizena of aardappelzetmeel uit de kast. Twee eetlepels van een van deze goedjes doen wonderen voor je soep! Mix ze in een bakje met koud water totdat een vloeibaar papje ontstaat. Giet kleine delen van dit papje bij je soep terwijl je goed doorroert.
Soep of bouillon bestaat voor het grootste deel uit water. Dus met met deksel loopt het verdampte water weer in de pan, en zonder deksel verdampt het, en concentreer je je vloeistof. Dus in principe meer smaak.
Bouillons en gewone soepen bewaar je tot 5 dagen in de koelkast. Vissoepen kun je gemiddeld zo'n 3 dagen bewaren in de koelkast.
Leg het soepvlees in koud water en laat het geheel langzaam garen. De reden dat we koud water vermelden is omdat je zo kunt voorkomen dat soepvlees taai wordt. Mocht gedurende "het proces" het water verminderen voeg dan simpelweg extra water toe. Zorg er overigens ook voor dat je soepvlees nooit onder de deksel gaart.
Bloemige aardappelen: bloemige aardappelen zijn losser van structuur en vallen tijdens het koken gemakkelijker uit elkaar. Ze zijn geschikt voor de bereiding van puree, frietjes, soep en soufflés. Hoe meer zetmeel de aardappel bevat, hoe bloemiger deze is. De bekendste soort is Bintje.
Met maïzena (maïszetmeel) of aardappelzetmeel geef je soepen en ook sauzen namelijk extra binding in een handomdraai. Los een deel zetmeel op in een kleine hoeveelheid water tot je een glad papje hebt en voeg dit toe aan je soep om klonters te voorkomen.
De meeste bacteriën overleven het verhittingsproces van soep niet, maar sommige bacteriën vormen sporen. Wanneer de temperatuur van de soep daalt (tussen 7°C – 60°C) kunnen deze sporen zich ontwikkelen tot normale bacteriën en snel vermenigvuldigen, want de kans op bedorven soep aanzienlijk vergroot.