Stel, we hebben een detectiesysteem voor het meten van methaangas. Als het systeem ons aangeeft dat er 10% LEL bij een bepaald meetpunt heerst, betekent dat, dat er 10 keer zoveel aanwezig moet zijn om tot een explosiegevaarlijke concentratie te komen. De 10% LEL geeft dus een soort veiligheidsfactor aan.
1 VOL% = 10.000 ppm.
Deze minimale concentratie wordt gelijk gesteld aan 100% LEL. Gassen zoals H2S (waterstofsulfide) zijn explosief, echter de concentratie waarbij dit gas toxisch is, is veel lager. De LEL waarde van H2S bedraagt 4,0%, omgerekend 40.000 ppm.
De meting zal uitlezen in % LEL van de stof waarop de detector is geijkt of gekalibreerd. Bv 10% LEL op het toestel wil zeggen dat men reeds 10% van een potentieel gevaarlijke concentratie aan gas heeft. Indien een stof een LEL heeft van 20% concentratie in de lucht dan is die 20% voor die stof 100% LEL.
De bewaking van de LEL dient de veiligheid van personen. Want men kan zeggen: 100% LEL komt overeen met 100% gevaar voor een explosie. Bij het werken in een bereik boven de LEL kan een explosie ontstaan door een ontstekingsbron in combinatie met zuurstof.
1 Vol% gas komt overeen met 10.000 ppm of parts per million.
Is er 0,5 vol % (of 5000 ppm) van een toxisch gas aanwezig dan zal 1/5 daarvan (ongeveer 0,1 vol % of 1000 ppm) de zuurstof doen dalen van 20,9 vol % naar 20,8 vol %. Is er 5000 ppm koolstofmonoxide aanwezig dan heb je op dat moment een serieus probleem!
Tussen 1000 en 2000 ppm heb je als mens een minder goede concentratie of een minder goede nachtrust. Onder 1000ppm blijven is dus aan te raden. Boven 5000 ppm CO2 kan je aannemen dat de luchtkwaliteit zeer slecht is. Merk op dat we als mens niet snel hinder ondervinden van koolstofdioxide op zich.
Voor de meest gebruikte gassen geldt dat de onderste explosiegrens (LEL) ergens ligt tussen de 2 vol% en 5 vol% De bovenste explosiegrens (UEL) kan echter relatief hoge waarden hebben tot 100%. Enkele voorbeelden: aceton 2,1 – 13%, acetyleen 2,3 – 80%, methanol 5,5 – 44% en waterstof 4 – 76%.
Als je een vast opgestelde explosiemeter gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving, moet je op een aantal dingen letten. Bijvoorbeeld op de afstand tot de bron en de windrichting. In een explosiegevaarlijke omgeving moet je een explosiemeter gebruiken. De meter meet de aanwezige hoeveelheid explosief gas.
LEL is de afkorting van Lowest Explosive Limit, oftewel onderste explosiegrens. Het is de minimale concentratie brandbaar gas of brandbare damp in de omgevingslucht waarbij een explosie kan ontstaan.
Een mengsel van een brandbaar gas, zoals aardgas, en lucht kan maar aanleiding geven tot een explosie, indien de concentratie van het brandbaargas zich binnen bepaalde grenzen bevindt. Voor aardgas bedragen deze explosiegrenzen ongeveer 5 – 16 volumeprocent bij normale luchtdruk en omgevingstemperatuur.
LEL staat voor Lower Explosion Limit. Dit is de onderste explosiegrens. UEL staat voor Upper Explosion Limit. Dit is de bovenste explosiegrens.
Parts per million (ppm) oftewel delen per miljoen is een maat voor concentratie. Een concentratie van 1 ppm geeft aan dat er één deel van een product is op een totaal van een miljoen delen, meestal uitgedrukt in massa. Eén ppm is duizend keer zo klein als één promille.
Dampen zijn zwaarder dan lucht en verspreiden zich over de grond. Opslagvoorwaarden : Op een goed geventileerde plaats bewaren.
1 ppm is dus gelijk aan 1 mg/kg of 1 mg/L.
De ATEX wetgeving bestaat uit: ATEX Richtlijn 114 en ATEX Richtlijn 153. Deze Europese ATEX richtlijnen verplichten werkgevers om te zorgen voor veilige werkomstandigheden in omgevingen waar brandbare stoffen of gassen worden bewerkt en waar dus sprake kan zijn van een explosieve atmosfeer.
De ATEX richtlijn 153 (1999/92/EG en voorheen ATEX 137) beschrijft de veiligheidseisen die werkgevers of eigenaren van ATEX-installaties verplicht moeten treffen zodat medewerkers veilig en gezond kunnen werken in omgevingen met explosiegevaar.
Een gasexplosie kan ontstaan wanneer een ontstekingsbron een explosief mengsel van een brandbaar gas en zuurstof (buitenlucht) tot ontsteking brengt. Een explosief gasmengsel ontstaat bij een mengverhouding van 5-10% methaan en 90-95% lucht.
Een ruimte waarin onder normale omstandigheden hooguit zeer korte tijd een ontvlambare atmosfeer aanwezig kan zijn in de vorm van een wolk van brandbaar stof in de lucht.
Wanneer brandbare gassen in de atmosfeer vrijkomen, vermengen ze zich direct met de lucht die voor circa 21% uit zuurstof bestaat. Als de concentratie van de brandbare stof in het ontstane gasmengsel tussen de onderste en de bovenste explosiegrens ligt, dan kan het mengsel ontploffen als het wordt ontstoken.
Tot ongeveer 800 ppm (parts per million) CO2 spreekt men van een goede luchtkwaliteit om te slapen.
CO2-gehalte in huis
Een goede indicatie van de luchtkwaliteit in huis is het CO2-gehalte. In een niet-geventileerde ruimte waar mensen verblijven en CO2 (koolstofdioxide) uitademen loopt het CO2-gehalte langzaam op. Een maximum van 800 ppm (parts per million) is ideaal, 1.000 ppm acceptabel en 1.200 is de bovengrens.
CO belemmert dat zuurstof vervoerd wordt in het lichaam. Een hoge CO-waarde in de lucht is dodelijk. CO2 is in beperkte mate aanwezig in onze atmosfeer en is minder schadelijk. Een hoge CO2-waarde veroorzaakt hoofdpijn, sufheid en concentratiestoornissen.