De deelnemers lopen in een zaal over een gemarkeerde afstand van 20 meter, telkens heen en terug (één voet raakt eindstreep), aan een tempo dat aangegeven wordt door een geluidssignaal. De loopsnelheid verhoogt elke minuut met 0,5 km/u, waarbij elke minuut een trap vertegenwoordigt (zie tabel 1).
Het meten van de hartslag doe je als volgt:
In de “beeptest” wordt bekeken hoe lang je het volhoudt om in een steeds hoger tempo een afstand van 20m heen en weer af te leggen. Het tempo wordt aangegeven door een beeptoon: bij iedere beeptoon moet je weer 20m gelopen hebben.
De test werkt met zogeheten trappen. Elke minuut wordt er één trap afgewerkt. Het nummer van elke trap wordt hierbij afgeroepen op de geluidsdrager. De test start tegen 8 of 8,5 km/h en bij elke nieuwe trap gaat het tempo met 0,5 km/h omhoog doordat het piepgeluid sneller komt.
In principe kan iedereen die regelmatig sport met deze tips trap 13 halen voor de Shuttle Run Test. Als je een slechte conditie hebt zal je moeten gaan trainen om een goed resultaat te behalen bij de piepjestest.
Trap 1: 1e minuut, je loopsnelheid is 8 km/u. Trap 2: 2e minuut, je loopsnelheid is 8,5 km/u Trap 3: 3e minuut je loopsnelheid is 9 km per uur enzovoorts Door veel duurtraining gaat je niveau omhoog. Je kunt bij eenzelfde hartfrequentie sneller lopen. De totale test duurt maximaal 15 minuten.
Voor spelsporters is de 20 meter Shuttle Run Test door zijn korte sprints en tempoversnellingen meer valide en geschikt dan bijvoorbeeld de Coopertest (12 minuten gelijkmatig lopen met een hoge intensiteit). De test bestaat uit het heen en weer rennen tussen twee pylonen die op 20 meter van elkaar gelegen zijn.
De Shuttle Run test wordt voornamelijk ingezet om de fitheid van deelnemers te bepalen. Jongens scoren over het algemeen beter dan meisjes. Daarnaast wordt de test veel gebruikt om te meten of interventieprogramma's leiden tot een verbeterde fitheid.
De deelnemers lopen in een zaal over een gemarkeerde afstand van 20 meter, telkens heen en terug (één voet raakt eindstreep), aan een tempo dat aangegeven wordt door een geluidssignaal. De loopsnelheid verhoogt elke minuut met 0,5 km/u, waarbij elke minuut een trap vertegenwoordigt (zie tabel 1).
VO2Max is de maximale hoeveelheid zuurstof die iemand tijdens het sporten kan gebruiken. Een individuele VO2max-meting meet hoeveel milliliter zuurstof er per kilogram van het lichaamsgewicht wordt verbruikt.
De 6-minuten loop en de 12-minuten loop (ook wel Coopertest genoemd) zijn testen om het maximale aerobe uithoudingsvermogen te schatten.
Shuttles. 'Als je niet de mogelijkheid hebt om andere sporten te doen, dan kun je ook gewoon shuttles gaan lopen, heen en weer lopen tussen de 23 meter-lijnen op het hockeyveld, eventueel met bal en stick. Daarmee onderhoud je je conditie.
Je hebt volgens de militaire eisen een voldoende hardloop conditie als je in een tijd van 12 minuten als man 2400 meter kunt afleggen, en als vrouw 1900 meter. Dat is de minimale eis om inzetbaar te zijn.
Uit recente studies blijkt dat het vergelijken van hartslag in rust met de maximale hartslag bij inspanning een goede indicator is voor conditie. Je kunt gemakkelijk zelf de ontwikkeling van je conditie in kaart brengen door je hartslag te meten en daaruit je zuurstofopname te bepalen.
In 12 minuten tijd probeer je een zo groot mogelijke afstand af te leggen. Deze test wordt ook wel de 12 minuten loop genoemd. Aan de hand van onderzoek is gebleken dat na 12 minuten je hartslag niet meer heel erg zal stijgen en dus is dat voldoende om de lichamelijke conditie van iemand vast te stellen.
Tijden en snelheid voor de 10 km
Normaal is 10 kilometer per uur, dus 1 uur over 10 kilometer. Snel is 12 kilometer per uur, dus 50 minuten over 10 kilometer. Supersnel is 15 kilometer per uur, dus 40 minuten over 10 kilometer.
De exacte formule die gebruikt wordt voor het omrekenen minuten per km naar km per uur is: (1000 / aantal secondes per km) * 3.6. Het aantal secondes per kilometer kan je berekenen door het het aantal minuten te vermenigvuldigen met 60 + het aantal overige secondes.
In principe loop je tijdens een shuttle run test tussen twee lijnen. Tussen deze twee lijnen zit 20 meter en gedurende de gehele test klinken er piepjes. Wanneer er een piepje klinkt dien je naar de lijn aan de overkant te rennen.
Volgens Lars zou je met de coopertest beter kunnen leren wat conditie is. Of je score vergelijken met anderen en daar dan over nadenken. Op die manier leer je over gezondheid, bewegen en je eigen fitheid, én heb je een toets die past bij de kerndoelen en einddoelen van gym.
De meeste mensen die weinig sporten, lopen dan een rondje van 3 tot 5 kilometer. Ik zou mensen daarom juist adviseren twee keer per week 30 minuten te gaan hardlopen. Dat verdeelt de belasting op je lichaam beter en zorgt dat je minder kans hebt op blessures.