Een aantal belangrijke cijfers op een rijtje: Er worden elk jaar 80 miljard kledingstukken geproduceerd. Gemiddeld dragen we een kledingstuk slechts 7 keer. In plaats van twee collecties per jaar (spring/summer en fall/winter), brengen fast fashion ketens tot wel 52 "micro collecties" per jaar uit.
De mode-industrie veroorzaakt 8% van alle uitstoot van broeikasgassen ter wereld - dat is meer dan de olie- en gasindustrie (4%)! Per jaar worden ongeveer 150 miljard kledingstukken geproduceerd. 1/3 daarvan wordt nooit gedragen. De productie van een spijkerbroek kost 7.500 liter water.
Er worden elk jaar tot wel 100 miljard kledingstukken geproduceerd. Om dit in perspectief te plaatsen: de wereldbevolking is 8 miljard. Om het aanbod aan de vraag te laten voldoen, zou dat betekenen dat elk mens op de planeet elk jaar 12-14 kledingstukken zou kopen.
In plaats van ze weg te geven, gooien mensen ze weg. Minder dan de helft van de gebruikte kleding wordt ingezameld voor hergebruik of recycling, en slechts 1 % wordt gerecycled tot nieuwe kleding.
Over heel Europa wordt jaarlijks 260 duizend ton van alle kleding vernietigd. Dat gaat om teruggestuurde kleding, maar ook om kleding die nooit verkocht is. Dat is vergelijkbaar met zo'n 3,4 miljard T-shirts. Dit blijkt uit een nieuw rapport voor het Europees Milieuagentschap (EEA).
Kleding is goed voor 23% van de online retailverkopen in de Verenigde Staten. Het heeft ook het hoogste retourpercentage, met 26% van de kleding, 19% van de tassen en accessoires en 18% van de schoenen die worden geretourneerd.
Ongeveer één op vijf van alle kledingstukken die online worden gekocht, wordt teruggestuurd. Één derde van die geretourneerde kleding, wordt vernietigd, blijkt uit een rapport voor het Europees Milieuagentschap (EEA).
Slechts 1% van de gerecyclede kleding wordt weer omgezet in nieuwe kledingstukken . Hoewel liefdadigheidswinkels, textielbanken en "take-back"-regelingen van detailhandelaren helpen om die gedoneerde kleding in draagbare staat in omloop te houden, zijn de mogelijkheden om kleding aan het einde van de levensduur te recyclen momenteel beperkt.
Het onderzoek dat in 2020 werd gepubliceerd, laat zien hoe Nederland er in 2018 voorstond. In dat jaar gooiden Nederlandse huishoudens 305 miljoen kilo kleding, schoenen en linnen weg.
De milieu impact van hergebruik van textiel is 70 keer lager, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met wereldwijde export voor hergebruik inclusief transport emissies. Concreet onthult het onderzoek dat er maar liefst 3 kg CO2 wordt bespaard voor ieder kledingstuk van hoge/middelmatige kwaliteit dat wordt hergebruikt.
Azië In Azië wordt de meeste kleding gemaakt. Op één staat China, gevolgd door Bangladesh, Vietnam, India, Indonesië en Cambodja.
Ongeveer 25% van het kledingafval wordt wereldwijd verbrand. Slechts 8% van de oude kleding wordt hergebruikt en slechts 10% wordt wereldwijd gerecycled. Het kan meer dan 200 jaar duren voordat kleding op stortplaatsen is afgebroken. 60% van de nieuwe kledingmaterialen is plastic.
Productielanden. Tegenwoordig wordt de meeste kleding gemaakt in landen waar er sprake is van een laag minimumloon. Door de productiekosten op deze manier laag te houden, kunnen merken hun producten goedkoper verkopen of een hogere winstmarge nemen.
Nederlanders kopen gemiddeld 46 nieuwe kledingstukken per jaar, bleek eerder uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Waarom kopen we zoveel kleren?
Om kleding te maken zijn fossiele brandstoffen nodig. Synthetische kledingvezels worden bijvoorbeeld gemaakt uit aardolie. Ook kunstmest – vaak gebruikt bij de teelt van niet-biologische gewassen– wordt vaak geproduceerd uit fossiele grondstoffen.
Als geretourneerde kleding niet meer kan worden verkocht, kunnen ze worden gerecycled tot nieuwe materialen, zoals vezels voor nieuwe kleding of andere textielproducten. Goede doelen: Sommige merken doneren geretourneerde kleding aan goede doelen of organisaties die ze kunnen verdelen onder mensen in nood.
Overschotten en wegwerpproducten. Een deel van deze kleding wordt vervolgens met korting aangeboden, sommige stukken gaan terug in de voorraad. Wat hierna overblijft, wordt gedoneerd aan een goed doel of vernietigd door het te verbranden of vervezelen. Er wordt helaas vaak gekozen voor die laatste optie.
Elk jaar belandt er per Nederlander ongeveer 9,9 kilo kleding in de vuilnisbak. Een enorme verspilling, gezien de vele mogelijkheden van tweedehands kleding.
Kleding en schoenen die nog goed zijn, kunt u inleveren bij een tweedehandswinkel of kringloopwinkel (externe link). Een paar keer per jaar zamelen liefdadigheidsinstellingen huis-aan-huis textiel in. U ontvangt een speciale inzamelzak in uw brievenbus.
Textiel dat niet verkocht kan worden, wordt meestal verkocht aan textielrecyclers : deze goederen worden gerecycled als stof of geëxporteerd als kleding voor verkoop in het buitenland. Wij raden een TRUST-geaccrediteerde inzamelaar aan. Ga voor meer informatie over textielherverwerking naar de Textile Recycling Association.
Het is lastig om al deze materialen te scheiden en sorteren . Dit maakt het sorteren en verwerken van textiel voor recycling erg complex. Het is een arbeidsintensief proces en vereist vaardigheden en expertise. Veel stoffen worden ook geverfd met chemicaliën die het recyclingproces beïnvloeden.
Spullen die nog goed zijn, gaan naar kringloopwinkels of Oost-Europa, Afrika en Azië. De rest wordt grotendeels gerecycled, onder meer tot isolatie- en vulmateriaal. Bovendien zijn van steeds meer vezels nieuwe kleren te maken, al gebeurt dit nog maar heel weinig. Super.
Massaproductie en synthetische materialen zijn zo alomtegenwoordig dat het steeds moeilijker wordt om goed gemaakte kleding te kopen, ongeacht hoeveel je bereid bent uit te geven. "Snelle mode heeft goedkopere methoden en stoffen genormaliseerd", zegt host van de Wardrobe Crisis-podcast, Clare Press.
Uit cijfers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat blijkt dat jaarlijks zo'n 6 procent van alle kleding in Nederland niet verkocht wordt. Een deel van de onverkochte, of teruggestuurde, kleding eindigt in de verbrandingsoven of de versnipperaar.
Kleding komt vaker terug. Retourpercentages van 30% zijn in de fashion niet uitzonderlijk, met uitschieters naar soms wel 40 tot 50%. In de grootste Europese landen komen online retourzendingen het meest voor in de categorieën kleding, schoenen en accessoires, meldt Statista.