In 2020/2021 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,5 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo. Tien jaar eerder ging het om respectievelijk 21,7 procent en 20,7 procent.
Het gymnasium sinds 1998
In Nederland waren er in 2015-2016 ruim 63.500 gymnasiasten (6,6% van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs; 27% van de vwo-leerlingen). Veel Nederlandse scholengemeenschappen en lycea hebben een gymnasiumafdeling (in 2002 waren het er 287).
Link naar deze cijfers
In Nederland heeft bijna 40 procent van de 15- tot 75-jarigen een havo- of vwo-diploma of een afgeronde mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4. Deze groep middelbaaropgeleiden is al jaren de grootste groep en blijft door de jaren heen in omvang vrij stabiel.
Het gymnasium als statussymbool
De belangrijkste is de status van het gymnasium. Ouders verwachten gelijkgestemde, hoogopgeleide ouders van slimme en meer serieuze kinderen uit een hoger sociaal milieu te treffen. Daarnaast geven ze aan dat een gymnasiumdiploma status geeft.
Conclusie: het gymnasium is ongeveer 10-15% moeilijker dan het atheneum. Die 10-15% komt doordat je op het gymnasium 2 (redelijk zware) vakken meer volgt dan op het atheneum. Maar iedereen die atheneum aankunt, zal ook succes hebben op het gymnasium, mits hij/zij hard werkt! Heel veel succes met de middelbare school!
Ook het vijfde jaar (pre examenjaar) wordt genoemd als zwaar jaar. Maar als je het vierde jaar goed doorkomt zal het vijfde ook wel lukken.
Overgangsnorm vanuit de havo/vwo-brugklas
op vwo-niveau zijn minimaal 44,0 punten behaald. voor de kernvakken is minimaal het cijfer 6,0 behaald. er zijn geen tekortpunten.
Het landelijk slagingspercentage voor het vwo examen is 94,0%. En daar wil jij natuurlijk bij horen! Er zijn 4 profielen op het VWO: natuur & gezondheid, natuur & techniek, economie & maatschappij en cultuur & maatschappij. De slagingspercentages verschillen per profiel.
Het gymnasium is een zesjarige opleiding voor leerlingen die graag het beste uit zichzelf naar boven halen en extra uitgedaagd willen worden. Je krijgt in principe dezelfde vakken als op het VWO, maar daarnaast volg je ook les in de vakken Latijnse Taal en Cultuur en Griekse Taal en Cultuur.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Je hebt geen onderwijsbevoegdheid nodig. Je geeft dan namelijk les onder begeleiding van een docent met bevoegdheid. Je bent dan wel gebonden aan maximaal 4 uur per week lesgeven. Wil je meer uren per week lesgeven dan heb je alsnog een bevoegdheid nodig.
Er is geen niveauverschil tussen atheneum en gymnasium. Echter, het enige verschil is dat je op het gymnasium extra vakken krijgt: klassieke culturele vorming, Latijn en Grieks. Op het gymnasium moet je ook in een van de twee klassieke talen eindexamen doen.
Scholen moeten zich van de minister van Onderwijs aan het schooladvies houden. Een vwo-advies geldt betekent atheneum én gymnasium. Iedereen met vwo-advies moet dus worden toegelaten op elk gymnasium.
Hoogst behaald onderwijsniveau bevolking (15 tot 75 jaar)
Range: 0 to 100. End of interactive chart. In 2021 beschikte in Nederland 13% van de 15- tot 75-jarigen over een afgeronde masteropleiding (hbo of wo) of een doctorstitel. De afgelopen tien jaar is dit aandeel gestaag gegroeid.
Bijna helft scholieren vindt vak wiskunde moeilijkst en meest stressvol - 10 juni '14. Uit onderzoek onder 10.114 scholieren blijkt dat bijna 50 procent van de scholieren het hardste leert voor zijn proefwerk wiskunde. 38 procent van de leerlingen ervaart daarnaast de meeste stress voor het vak wiskunde.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Meer jongeren zijn naar de havo of het vwo gegaan en minder naar het vmbo. In 2020/2021 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,5 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo.
Het vwo bestaat uit twee opleidingen: het gymnasium en het atheneum. Beide opleidingen hebben hetzelfde niveau, duren allebei zes jaar en bereiden je voor op het wetenschappelijk onderwijs (WO), de universiteit. Het belangrijkste verschil tussen de twee opleidingen is dat je op het gymnasium Grieks en Latijn leert.
Het Johan de Witt-gymnasium bestaat sinds 1253 en is daarmee het oudste gymnasium van Nederland. Deze week viert het Johan de Witt het 765-jarig bestaan met alle (oud-)leerlingen, hun ouders en alle personeelsleden.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Onder vwo-leerlingen ligt het aantal spijtoptanten het hoogst onder leerlingen met economie 1. Van hen zegt 15% spijt te hebben van de keuze van dat vak. Net als op de havo heeft 15% van de vwo-leerlingen spijt van de keuze van scheikunde.
Hangt van je inzet af denk ik. Ik vond VWO5 qua diepgang van de vakken en het tempo waarin de stof erdoorheen werd gejaagd, moeilijker dan VWO4.