Aantal kinderen en jongeren dat wordt gepestIn het schooljaar 2020- 2021 zegt 11 procent van de leerlingen in groep 6 tot en met 8 in het (speciaal) basisonderwijs soms tot vaak gepest te worden. Hiervan wordt drie procent (heel) vaak gepest en acht procent soms gepest.
Fysiek pesten kwam het meeste voor in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar. Emotioneel pesten bereikt ook in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar het hoogste aantal, maar blijft even hoog in de leeftijd van 10 tot 13 jaar en neemt daarna af in de leeftijd van 14 tot 17 jaar.
De beroepsplekken waar pesten het meest voorkomt:
Goederenvervoer over de weg (minstens 10,2%);Beveiliging en opsporing (minstens 10,2%);Drukkerijen (minstens 9,6%);Restaurants (minsterns 9,1%).
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat gepest worden gevoelens van eenzaamheid en depressie vergroot.Slachtoffers gaan zichzelf door het pesten minder leuk vinden, vertrouwen hun leeftijdsgenoten niet en zijn bang om naar school te gaan.
Pesten en PTSS
Zoals duidelijk is, zijn de effecten van het pesten enorm. Sommige mensen zijn zo heftig gepest dat het enorm diepe sporen kan nalaten. Uiteindelijk kan dit leiden tot een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS).
Door het pesten kan iemand angststoornissen of zelfs PTSS (posttraumatische-stressstoornis) oplopen. Hierdoor is iemand voor de rest van zijn leven beschadigd. Het is dan ook belangrijk om over pesten te praten en zo snel mogelijk hulp te zoeken.
Langdurig pesten kan leiden tot ernstige psychische problemen als angststoornissen en PTSS (posttraumatische-stressstoornis). Het kan iemand voor het leven beschadigen. Het is van belang erover te praten en zo snel mogelijk hulp te zoeken.
Kinderen of jongeren kunnen zichzelf sterker voelen door een ander klein te maken.Ze krijgen een gevoel van macht, en vergroten daarmee hun status binnen de groep. Pesters lijken vaak populair bij andere kinderen, ook al worden ze niet altijd aardig gevonden.
Jongeren zijn vaker slachtoffer dan ouderen. Zo gaf 4 procent van de 15- tot 18-jarigen in 2021 (ongeveer 28 duizend personen) aan dat zij in de afgelopen twaalf maanden zijn gepest, tegen 1 procent van de 65-plussers. Homo- en biseksuelen zijn vaker slachtoffer van pesten dan heteroseksuelen.
Pesten met woorden: roddelen, uitlachen, schelden, dreigen, leugens vertellen, kwetsende woorden gebruiken, voortdurend kritiek leveren… Pesten door de andere lichamelijk pijn te doen: duwen, slaan, schoppen…
Je kind heeft weinig vrienden, gaat niet bij anderen spelen en er komen geen kinderen bij jullie thuis spelen. Je kind wordt weinig uitgenodigd voor feestjes. Je kind wordt stiller, meer in zichzelf gekeerd en minder vrolijk. Je kind is prikkelbaar, huilt snel of maakt vaker ruzie.
Scholieren uit Portugal, IJsland, Zuid-Korea en Spanje worden net iets vaker gepest. Leeftijdgenootjes uit Rusland, de Dominicaanse Republiek, China en Tunesië hebben het veel zwaarder. Zij worden het meest gepest op school.
Pesten is een vorm van emotionele mishandeling.
Uit onderzoek blijkt dat dat niet altijd waar is. De grootste reden om te pesten is een hogere sociale status willen bereiken. De pesters beseffen dat ze misschien niet leuk of aardig gevonden worden, maar dat is ondergeschikt aan hun hang naar populariteit.
"Kinderen die gepest worden gaan slechter slapen en anders eten", zegt Gie Deboutte. "Ze voelen zich vaak depressief of apathisch. Op school kunnen ze zich moeilijker concentreren en in sommige gevallen gaan ze spijbelen. Je ziet ook vaak gedragsproblemen, soms zelfs agressiviteit.
Pesters proberen hun onzekerheid te verbergen door stoer te doen tegenover anderen en kiezen een gemakkelijk slachtoffer uit. Meestal is dit iemand die verlegen is, moeilijk contacten legt of andere hobby's heeft dan de meeste andere kinderen. Soms is een pestkop iemand die vroeger zelf gepest werd.
Praat met iemand uit de omgeving waar er gepest wordt.Als dit op school is, bespreek het dan met de leerkracht of met de anti-pestcoördinator (vaak is dit de vertrouwenspersoon). De school, maar bijvoorbeeld ook de sportvereniging, is verantwoordelijk voor een veilige omgeving en kan helpen het pesten te stoppen.
Tips voor naasten
Laat iemand met een posttraumatische stress-stoornis zijn of haar verhaal doen. Luister aandachtig en oordeel niet. Het kost tijd om te herstellen van een trauma. Zeg dus niet “het gaat vast snel over” en schep geen valse verwachtingen.
Of u 'bevriest': u verstijft en doet helemaal niks meer. Ook kunt u hartkloppingen krijgen, trillen of zweten. De herinneringen kunnen komen in situaties die u doen denken aan de nare gebeurtenissen. Maar ook door bijvoorbeeld een geur, een geluid of een voorwerp.
PTSS en triggers
, hebben vaak last van triggers. PTSS is een psychische aandoening die iemand soms krijgt na het meemaken van een traumatische gebeurtenis. Triggers kunnen klachten die bij PTSS horen veroorzaken, zoals flashbacks, nachtmerries, heel erge angst en vermijdingsgedrag.