Een miljoen euro weegt in biljetten van 500 euro ongeveer twee kilo, in biljetten van 100 euro is dat tien kilo. Alleen in de eurozone en Zwitserland komt papiergeld voor dat zoveel waard is, aldus Unger.
Een ton is in het Nederlands spreektaal voor honderdduizend geldeenheden, bijvoorbeeld honderdduizend euro (€ 100.000,-).
Er kunnen dan ook grote hoeveelheden geld discreet mee worden vervoerd. Zo heeft Europol becijferd dat één miljoen euro in biljetten van 500 euro 2,2 kilo weegt, tegenover 22 kilo in biljetten van 50 euro.
Een briefje van 50 euro is 14,6 bij 7,7 centimeter. Met een dikte van 0,011 centimeter nemen 100 miljoen briefjes dan ruim 123 kubieke meter in.
Een tien-eurobiljet weegt 0,72 gram, de uitvoering van twintig euro is met 0,80 gram iets zwaarder. Dit betekent dat je met alleen twintigjes bijna 17 kilogram moet sjouwen (21 duizend x 0,80 gram = 16.800 gram). Met tientjes is het met ruim 30 kilogram (42 duizend x 0,70 gram = 30.240 gram) wel wat zwaarder.
Een miljoen euro weegt in biljetten van 500 euro ongeveer twee kilo, in biljetten van 100 euro is dat tien kilo.
Bekijk het volgende voorbeeld: Hoe wordt drieënveertig miljoen euro genoteerd in cijfers? Een miljoen = 1.000.000, dit heeft dus 6 nullen.
Dit heeft immers gevolgen voor verklaringen over coupures van € 100 en € 200. Coupures van € 500 worden al sinds 2019 niet meer in omloop gebracht en kunnen dus niet worden gepind sindsdien. Verklaringen dat 500 euro is gepind zijn dus daarmee sinds 2019 op voorhand hoogst onwaarschijnlijk.
Er zijn 7 verschillende eurobankbiljetten: van € 5, € 10, € 20, € 50, € 100, € 200 en € 500. De afbeeldingen op de biljetten zijn in alle eurolanden hetzelfde. Ieder biljet heeft een serienummer.
Dat is best nog een redelijk bedrag want 1 miljoen dollar in 100-dollar biljetten weegt ongeveer 10 kilo, dus we hebben het wel over 30 miljoen kilo papier. In Nederland krijg je nu ongeveer 40 euro voor 1000 kilo oud papier, dus het is altijd nog 1,2 miljoen euro waard.
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft besloten te stoppen met de uitgifte van de 500-eurobankbiljetten. Daarom geeft DNB sinds 27 januari 2019 deze biljetten niet meer uit. De bestaande €500-bankbiljetten blijven wettig betaalmiddel, dat wil zeggen dat u ze nog steeds kunt uitgeven en sparen.
Er zijn twee series eurobankbiljetten. De eerste serie bestaat uit zeven verschillende bankbiljetten: €5, €10, €20, €50, €100, €200 en €500. De tweede serie, ook bekend als de Europa-serie, telt zes coupures, omdat we besloten hebben niet langer €500-biljetten uit te geven.
Het €500-biljet maakt geen deel uit van de Europa-serie en wordt sinds 27 april 2019 niet meer in omloop gebracht. Net als alle eurobankbiljetten zal het €500-biljet altijd zijn waarde behouden en kunnen worden omgewisseld bij elke nationale centrale bank van het eurogebied.
Voor zware explosieven, bijvoorbeeld kernwapens, wordt de explosiekracht wel uitgedrukt in kiloton. Een kiloton komt overeen met de explosiekracht van 1000 ton (1 miljoen kilogram) TNT.
De benaming kon in later tijden niet meer letterlijk worden genomen, want zoveel zilver zat er in de gulden niet meer. Behalve zilver verloor de munt ook zijn naam, in 2002, maar 'ton' bleef in gebruik, nu dus voor 100.000 euro. Van oorsprong is ton, zoals het woord doet vermoeden, een inhoudsmaat.
Het gebruik van contant geld neemt af. Toch betaalt nog altijd 20% van de consumenten het liefste contant. Eurobiljetten en -munten zijn een wettig betaalmiddel in de eurozone. Dit moet ook zo blijven.
Eurobankbiljetten behouden altijd hun waarde en kunnen voor onbepaalde tijd bij de nationale centrale banken van het Eurosysteem worden ingewisseld.
Biljetten stort je bij de automaten in de winkels van Primera, Bruna, The Readshop, Geldmaatwinkels of in buitenmuren van drukbezochte plekken. Voor het storten van munten kun je terecht bij de meeste bouwmarkten van Gamma en Karwei of bij Geldmaatwinkels.
Biljetten opnemen
Als de limiet en het saldo voldoende zijn kunt u per betaalpas maximaal € 10.000 per dag opnemen via een pinautomaat. Tot € 10.000 betaalt u de reguliere kosten per opname. Een pinautomaat geeft biljetten uit van € 50, € 20 en € 10. Enkele pinautomaten hebben biljetten van € 5 beschikbaar.
Biljetten storten kan bij een stortautomaat met uw betaalpas en pincode. Geld storten kan alleen in euro's. De invoerlade kan per keer 200 biljetten verwerken.
Opnemen tot € 5.000
kun je eenvoudig een geldautomaat van Geldmaat vinden en/of geldautomaten van andere banken. Per dag kun je maximaal € 500 per dag opnemen.
Financiële planning “Wat kun je doen met één miljoen”
De vraag is dan “Wat kun je doen met één miljoen?” Krijg je met 67 jaar AOW en wil je dan stoppen met werken, dan zou je uit kunnen gaan van een levensverwachting van 92 jaar. Je wilt dan 25 jaar van je geld leven.
Welk kapitaal je daarvoor nodig hebt, hangt af van het rendement van jouw spaar- of beleggingsproducten. Bij een gemiddeld nettorendement van 5% hebt je 480.000 euro nodig om uit te komen bij een jaarlijks rente-inkomen van 24.000 euro. Bij een nettorendement van 2% heb je een kapitaal van 1,2 miljoen euro nodig.
Rendement maken op je geld. Een vuistregel om te bepalen hoeveel je nodig hebt om financieel onafhankelijk te worden, is om 30 keer je jaarlijkse uitgaven als richtlijn te nemen. Dit betekent dat als je €4.000 per maand uitgeeft, je €1.200.000 nodig hebt aan vermogen, om te kunnen stoppen met werken.