Katten zijn iedere twee tot drie weken krols. Daardoor kunnen ze, in tegenstelling tot honden, tot wel drie keer per jaar werpen. Als je kat drachtig is, zal ze gewoonlijk na ongeveer 64 tot 69 dagen bevallen. Gemiddeld vindt de bevalling van de kat na 66 dagen plaats.
Moederdieren mogen niet te vaak in een korte periode drachtig zijn. Een kat mag: in een periode van 12 maanden maximaal 2 nesten krijgen. in een periode van 24 maanden maximaal 3 nesten krijgen.
Als de poes niet bevrucht wordt, is zij na drie weken weer krols. Wanneer de poes bevrucht is, wordt zij drachtig en zal zij na zo'n negen weken bevallen van een nestje. Ook moederpoezen worden gewoon weer krols, vaak al snel na de bevalling. Tien dagen tot twee weken na de bevalling kan zij alweer bevrucht worden.
Een kat mag binnen 12 maanden maximaal 2 nesten krijgen.Of maximaal 3 nesten in 24 maanden.
Een kat heeft een cyclus van gemiddeld drie weken. Dit betekent echter niet dat een kat die niet gedekt is elke drie weken enkele dagen krols wordt. Het gebeurt vaak dat de kat twee weken krols is en één week niet en daarna weer twee weken krols.
Een poes wordt twee keer per jaar krols – in het voorjaar en in de herfst. In deze tijd vindt de eisprong plaats die door het paren veroorzaakt wordt. Dit betekent: de kat is voortdurend klaar om te dekken.
Gemiddeld zijn katten geslachtsrijp op 6-9 maand, maar er zijn rasverschillen: bij langharige rassen kan dit pas op de leeftijd van 12-15 maand zijn. Meestal worden katten geslachtsrijp wanneer ze 80% van hun lichaamsgewicht hebben bereikt. Het seizoen en de mate van contact met andere katten spelen eveneens een rol.
Gemiddeld worden katten tegenwoordig zo'n tien tot vijftien jaren oud. Buitenkatten met veel vrijheid halen die leeftijd vaak echter niet. Dat komt simpelweg doordat katten die vrij rondlopen meer kans lopen op verwondingen of ziektes. Je kat is ouder wanneer ze de leeftijd van 10 jaar heeft bereikt.
Na de geboorte
Een nest bevat meestal 4 tot 6 kittens, hoewel het niet ongebruikelijk is om een nest met meer of minder kittens te hebben. Zodra alle kittens geboren zijn, laat je je kat voor haar kittens zorgen. Zodra alle kittens zijn geboren, moet je je kat de tijd geven om haar kittens schoon te maken en te voeden.
Mocht uw kat buiten lopen, dan is het mogelijk dat meerdere katers uw poes dekken. Zo kunnen de kittens verschillende vaders hebben. Door de prikkeling van de dekking treedt de eisprong op, waarna de bevruchting kan plaatsvinden.
Na de bevalling
De placenta wordt meestal na de geboorte van een kitten uitgedreven, dit is niet altijd zo. Het kan ook dat eerst 2 kittens geboren worden en daarna 2 placenta's afkomen. De nageboorten worden door de poes vaak (snel) opgegeten, er zitten veel voedingsstoffen in.
Een kat kan vanaf vier maanden tot acht jaar oud krols worden. Katten hebben een seizoensgebonden cyclus. Ze zijn krols tussen eind december en begin februari zodat ze een nestje kunnen krijgen in maart of april.
Oké, je hond of kat zal niet begrijpen dat er over negen maanden een nieuw gezinslid bijkomt. Maar hij heeft wel door dat er iets gaande is. Door zwangerschapshormonen veranderen je stemming, houding, gedrag en geur en dat merkt hij op. Vaak al voordat de zwangerschapstest uit de verpakking is gehaald.
Een oudere kat wordt over het algemeen niet zo blij meer van een kitten die van alles van hem wil. Als de kittens met z'n tweeën zijn, kunnen ze met elkaar spelen en hoeven ze de oudere kat niet lastig te vallen. Zorg er dan ook wel voor dat er voldoende mogelijkheden zijn voor de oudere kat om zich terug te trekken.
Hoeveel huisdieren mag ik hebben? U mag maximaal 5 kleine dieren houden (honden, katten, konijnen, chinchilla's, Vietnamese varkens, nertsen, schapen, geiten en dwerggeiten, slangen, enz.)
De bevalling van je kat kan tot 12 uur duren. Tussen de geboorte van elke kitten zit ongeveer 10 tot 60 minuten. Vooral bij grotere nestjes kan het iets langer duren vooraleer een volgende kitten geboren wordt.
In april en mei worden de meeste kittens geboren. Het is belangrijk dat kittens niet te vroeg in een nieuw gezin worden opgenomen. Van hun moeder leren de kittens namelijk natuurlijk speelgedrag en (net als kleine kinderen) wat wel en niet kan. Na tien tot dertien weken mogen de katjes naar hun nieuwe eigenaar.”
Kittens hebben in deze periode een goed aanpassingsvermogen. Van 9 tot 16 weken loopt de secundaire socialisatie periode. Hierin neemt het vermogen om zich aan te passen af en reageren kittens op nieuwe situaties vaak met wat meer angst. Vanuit dit oogpunt zou een kitten voor de 9 weken bij de moeder weg kunnen.
Dierenartsen hanteren de volgende leeftijdsclassificering voor katten: zeven tot tien jaar oud: je kat is volwassen. elf tot veertien jaar oud: je kat is senior. vijftien jaar en ouder: je kat is geriatrisch.
In de twee eerste jaren groeit hij heel snel en wordt hij volwassen: Op 6 maanden ishij 10 jaar en op één jaar heeft hij de rijpheid van een mens van 15 tot 16 jaar. Van 2 tot 10 jaar is de kat volwassen. Van 11 tot 14 jaar is de kat senior. Na 14 jaar is hij een oude kat aangezien dit overeenkomt met 72 mensenjaren.
Als een kat krols is, kan zij gedekt worden. Door de dekking vindt bij katten de eisprong plaats. Hoe vaker een poesje gedekt wordt, hoe groter de kans is dat ze bevrucht is. Verder is het zo bij poezen dat ze drachtig kunnen zijn van meer katers als ze door meer dieren achter elkaar gedekt is.
* Het risico is groter dan bij een dracht van 3 of meer kittens, maar heel vaak kunnen 1 of 2 kittens toch normaal geboren worden. Het gaat overigens relatief vaker goed bij de kat dan bij de hond. De voortekenen van een naderende geboorte zijn bij de kat veel subtieler dan bij de hond.
Katten maken helaas geen onderscheid tussen familieleden en niet-verwante dieren, er bestaat dus zeker wel een risico op bevruchting door een verwante kat.