De hoeveelheid kalium die gewassen opnemen, verschilt sterk per gewas. Granen nemen gemiddeld minder dan 100 kg kali (K2O) per ha op. Voor aardappelen en bieten kan dit circa 350 kg K2O per ha zijn en bij grasland en bij een groentegewas als peen 500 tot meer dan 600 kg K2O per ha per jaar.
Bij een bemesting van 230 kg stikstof uit dierlijke mest, geeft zelfs een opbrengst van slechts 8 ton droge stof per jaar al een netto onttrekking van kali. Gemiddeld moet er 50-100 kg K2O bijbemest worden om de onttrekking aan te vullen.
Kali-advies voor gras
Voor de eerste snede is het maximale kali-advies circa 50 kilogram K2O per hectare lager dan in het oude advies. Voor de overige sneden is bij weiden het advies hoger, omdat er geen rekening wordt gehouden met terugkeer van kali door weidend vee. Bij maaien is het advies vergelijkbaar.
Patentkali is de aangewezen kalibron voor uw groentegewassen, aardappelen en fruitbomen. De korrelmeststof bevat een hoog kaliumgehalte en magnesium. Kalium is een onmisbaar voedingselement dat zorgt voor stevigheid en een goed transport van water en voedingstoffen in de plant.
Overbemesting. Kijk altijd op de verpakking voor de juiste hoeveelheid meststof voor uw gazon. Bij teveel mest of strooien op het verkeerde moment kan het gras aantast worden en zelfs verbranden, dit is eigenlijk alleen bij kunstmest het geval.
K = Kalium (wordt ook wel Kali genoemd)
Moestuinplanten die wat extra kali willen zijn de planten waarvan je de bol of knol eet (zoals uien, bieten, pastinaken, knolvenkel), en vruchtdragende gewassen (denk aan tomaten, courgettes maar ook aan bessenstruiken en fruitbomen).
Patentkali en kaliumsulfaat zijn 2 meststoffen die veelvuldig gebruikt worden in de preiteelt. Bij patentkali moet men moeten opletten voor verbranding. Dit element wordt door prei in veel mindere mate opgenomen. Het zal daarom niet nodig zijn om jaarlijks grote hoeveelheden kalk te strooien.
Voordelen: Kali verhoogt de weerstand tegen koude en schimmelziekten in de winter. De celwanden van de grasplantjes worden verstevigd waardoor er een betere weerstand tegen betreding ontstaat en de graskwaliteit verbetert. Het vermindert de verdamping waardoor het gazon een grotere weerstand tegen droogte heeft.
In de bemestingspraktijk wordt niet gesproken van kalium (K) maar veel meer van kali (K2O). De hoeveelheid kalium die gewassen opnemen, verschilt sterk per gewas. Granen nemen gemiddeld minder dan 100 kg kali (K2O) per ha op.
Kali helpt gras de droogte door
In droogteperiodes kan voldoende kali namelijk het verschil maken en zorgen dat het gras er goed doorheen komt. Tegelijkertijd wordt er juist in deze periode, wanneer het vaker droog wordt, minder drijfmest bemest. De kalivoorziening komt hiermee aan de krappe kant.
Bronnen met een relatief hoog kaliumgehalte zijn: stalmest, en in dit geval vooral de urine in de mest. gesteentemeel. houtas.
Kalium (K) is heel belangrijk voor de stevigheid en structuur van cellen in de plant. Het zorgt voor een goede regulering van de huidmondjes. Deze openen en sluiten voor de vochthuishouding van de plant; wateropname en verdamping.
kalk strooien op aardappelland wordt afgeraden, aardappelen vertonen dan eerder schurftplekken op de schil. Dit is overigens niet gevaarlijk voor de consumptie.
De tomatenvrucht wordt hard en bruin aan de onderkant door problemen met de watervoorziening of met de bemesting. Neusrot kan verschillende oorzaken hebben: - Te hoge zoutconcentratie (te veel meststoffen in de grond). Ook een teveel aan patentkali meststof is nadelig!
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
De juiste zuurgraad van de bodem is 5,5 - 6. Door kalk te strooien zal het gras sneller groeien dan mos. Kalk zorgt ervoor dat meststoffen goed worden opgenomen. Om die reden dien je eerst kalk te strooien en pas daarna een meststof.
De beste tijd om kalk over je gazon te strooien is aan het begin van het jaar (februari of maart) en aan het einde van het jaar (oktober of november).
Belangrijke tips om het gazon correct te bemesten
De bodem moet vorstvrij zijn. Breng de meststof niet aan bij rechtstreekse zonneschijn. Geef na elke bemesting regelmatig en overvloedig water. Maai pas een paar dagen na het bemesten.
In april kan je de winter prei gewoon buiten zaaien. Zaai ongeveer een halve tot één centimeter diep, en bedek de zaden met een dun laagje zaaigrond. Na drie maanden kan je de zaailingen uitdunnen op ongeveer 15 centimeter. Je laat de dikste en sterkste planten staan en verplant de andere plantjes op een andere plaats.
Compost is in principe voor elke plant te gebruiken. Echter moet je wel uitkijken met planten die houden van zure grond (bijv. conifeer). In tegenstelling tot wat vele mensen denken is compost niet zuur.
Ook patentkali strooi je voor het planten (ongeveer 45g/m²). Let wel op met stikstof. Dat doet het loof te weelderig groeien en de kans op aardappelziekte neemt toe.
Voor wat: Aardbeienplanten in de volle grond. Deze meststof is extra goed geschikt als er veel met compost wordt gewerkt.
U kunt het beste de koemestkorrels strooien als er regen wordt verwacht of als u het gazon/border gaat nasproeien met (bron)water. De organische koemestkorrels zijn toepasbaar voor elke grondsoort en in elk seizoen. Wij raden het bemesten van de koemestkorrels af wanneer er vorst in de grond zit.
Weet ook dat je voor de bemesting van je serre best een zoutarme, natuurlijke meststof gebruikt. Omdat het in een hobbyserre nooit regent, is er geen natuurlijke doorspoeling. Een te hoge dosis zouten kan in de serre immers voor problemen zorgen.