Sinds 2021 geldt dat je als werknemer met SWT kan gaan op 60 jaar op voorwaarde dat je 40 jaar beroepsverleden kan aantonen.
Recht hebben op een werkloosheidsuitkering
De toekomstige werkloze met bedrijfstoeslag moet volgens de werkloosheidsreglementering aantonen dat hij 624 dagen heeft gewerkt, gedurende de 42 maanden, die aan de aanvraag tot toetreding tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voorafgaan.
Dit SWT: moet worden voorzien in een cao die wordt afgesloten op sectoraal niveau (paritair (sub)comité); is van toepassing op de ontslagen werknemer van 60 jaar die 33 jaar beroepsverleden bewijst; en die ofwel 20 jaar arbeid bewijst met nachtprestaties in de zin van de cao nr.
Het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen stemt overeen met 60% van uw laatste brutoloon. Het percentage van 60% geldt ongeacht uw gezinstoestand en blijft ongewijzigd tijdens de duur van uw werkloosheid met bedrijfstoeslag.
Om op SWT te kunnen gaan, is in principe een collectieve arbeidsovereenkomst nodig die het recht op een aanvullende vergoeding bij werkloosheid regelt. Op nationaal vlak bestaat die CAO nr. 17 die iedereen recht geeft op SWT op 60 jaar.
Vaak zal het SWT op zich financieel voordeliger zijn, maar soms zit er ook een voordeel in het vervroegd pensioen, bv. omdat de werknemer nog een bijkomstige activiteit wil uitoefenen, wat eenvoudiger en met betere cumulvoorwaarden kan als gepensioneerde dan als werkloze.
SWT op 60 jaar
Sinds 2021 geldt dat je als werknemer met SWT kan gaan op 60 jaar op voorwaarde dat je 40 jaar beroepsverleden kan aantonen.
het kan ten vroegste als u 60 jaar en 6 maanden oud bent; uw loopbaan moet minstens 38 dienstjaren tellen; in elk van die loopbaanjaren werkte u ten minste één derde van een voltijdse tewerkstelling.
Je kan vervroegd op pensioen vanaf 63 jaar en 42 loopbaanjaren. Je hebt een lager pensioen als je vroeger stopt met werken. Met pensioensparen kan je een aanvullend pensioen opbouwen. Jouw vervroegd pensioen aanvragen kan vanaf 1 jaar voor je pensioendatum.
(*) Opgelet: om de SWT-leeftijd te kunnen verlagen tot 59 jaar in de periode 01.01.2018-30.06.2021, moet de sector een cao sluiten waarin wordt verwezen naar respectievelijk de cao nr. 125, 135 of 142. Is er zo geen sectorale cao, dan is de aanvangsleeftijd voor het SWT 60 jaar.
Als gewone werknemer kan je ten vroegste op 60 met pensioen gaan, afhankelijk van je leeftijd en je loopbaan. Ben je geboren vóór 1 januari 1956 en voldoe je net niet aan de voorwaarden, dan kan je toch vervroegd met pensioen op 62 jaar na een loopbaan van 37 jaar.
Vanaf de leeftijd van 60 jaar bent u onderworpen aan een verplichting van aangepaste beschikbaarheid. Dat betekent dat u automatisch de volgende vrijstellingen geniet: - U moet niet meer actief naar werk zoeken. - U bent niet meer onderworpen aan de procedure voor de activering van het zoekgedrag naar werk.
Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT of het vroegere brugpensioen) waarvoor u een uitkering van de RVA ontvangt, telt mee voor uw pensioen als werknemer. Als u een uitkering van de RVA krijgt, dan telt uw SWT-periode mee om te zien of u vroeger met pensioen kunt gaan.
Je wordt ziek:
Ga je op mutualiteit? Dan verlies je je SWT-toeslag. Er is een RVA-regelgeving voor SWT'ers die ziek worden: je kan dan toch op werkloosheid blijven én tijdelijk niet beschikbaar zijn. Breng je VDAB-consulent op de hoogte van je ziekte (met attest).
Volgens de algemene regel moet u sinds het begin van uw loopbaan minstens 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende hebben om recht te hebben op tijdskrediet landingsbaan bij uw werkgever en op onderbrekingsuitkeringen van de RVA.
Wij willen dat iedereen die 40 jaar gewerkt heeft (gelijkgestelde periodes inbegrepen) een pensioen van minimum 1500 euro netto geniet. De periodes van ziekte, werkloosheid of tijdskrediet om voor de kinderen, ouders of familie te zorgen, worden meegenomen in de berekening van het pensioen.
U kunt ervoor kiezen om eerder met pensioen te gaan. Dit kan vanaf uw 57ste. Wilt u meer dan 5 jaar vóór uw AOW-leeftijd met pensioen gaan? Dan stelt de Belastingdienst de extra voorwaarde dat uw dienstverband wordt beëindigd in verband met uw pensionering.
Vervroegd met pensioen mag altijd
Pensioenen die in het verleden zijn opgebouwd hebben vaak nog een andere pensioenleeftijd, bijvoorbeeld 62, 65 of 67 jaar. Maar het maakt niet uit welke datum er in de regeling is opgenomen. Jij bepaalt zelf je pensioendatum! En je hebt geen toestemming van je werkgever nodig.
In veel pensioenregelingen kunt u al voordat u de standaard pensioengerechtigde leeftijd bereikt, stoppen met werken. Maar doordat uw pensioen eerder ingaat, wordt de uitkering een stuk lager. U moet namelijk langer rondkomen met uw pensioengeld.
Eerder met pensioen kan vanaf uw 58e
Maar u kiest zelf wanneer u daadwerkelijk met pensioen gaat. Dat kan al vanaf uw 58e. Gedeeltelijk of volledig. In Mijn Pensioenplan kunt u verschillende plannen maken en kijken wat de hoogte van uw pensioen is bij een bepaalde keuze.
Laten we eens kijken naar een snel antwoord. Als je 60 jaar bent dan kun je alleen vervroegd met pensioen als je daar zelf de financiële middelen voor hebt. Je hebt op deze leeftijd namelijk geen recht op een AOW-uitkering. Daarnaast heb je ook de pensioenleeftijd nog niet bereikt.
Vervroegd met pensioen gaan kan, onder bepaalde voorwaarden, vanaf 60 jaar. De aanvraag kan ten vroegste één jaar voor de gewenste ingangsdatum van het pensioen ingediend worden, dus ten vroegste in de maand van de 59ste verjaardag. Wie op de normale leeftijd (65 jaar) met pensioen wil gaan moet geen aanvraag indienen.
Vervroegd pensioen
Om hier recht op te hebben moet je een voldoende lange loopbaan kunnen voorleggen. Heb je 42 jaar gewerkt, mag je vanaf je 63e op vervroegd pensioen. Na een loopbaan van 43 jaar kan je op je 61e stoppen, en zwoegde je 44 jaar voor een baas mag je er op je 60e de brui aan geven.