Er is geen separate eenheid voor afschot. Enkel voorbeelden zijn: 1:200 (0,5%), 1:100 (1%) of 1:50 (2%). De betekenis hiervan is dat over een afstand van 200 meter het afschot 1 meter bedraagt, respectievelijk over 100 meter en 50 meter.
Hoeveel afschot moet een plat dak hebben? Om het water van het dak op de juiste manier af te voeren moet het afschot van het dak minimaal 1,6% zijn volgens het bouwbesluit. Als effectief afschot wordt 1% aangehouden. Dit houdt in 10mm op 1 meter lengte.
De helling van het afschot hoort bij platte daken 15 à 16 mm per m te zijn om een goede waterafvoer te verkrijgen. Een andere mogelijkheid bij een plat dak is bijvoorbeeld het toepassen van afschot dakplaten van PIR hardschuim of van steenwol (ca. 150 kg/m3); hier is vaak keuze uit 10 of 20 mm helling per meter.
Volgens NEN 3215 moet het afschot van liggende verzamelleidingen voor afvalwaterrioleringen tussen 5 mm/m en 20 mm/m liggen. Een te groot afschot is niet gunstig, omdat daardoor te grote stroomsnelheden kunnen optreden.
Bij regenwaterleidingen is het afschot minder belangrijk voor verstoppingen, wel voor de capaciteit. Desondanks wordt een minimum afschot van 5 mm/m geadviseerd om plasvorming te voorkomen.
Een standaard afschot wat meestal wordt aangehouden is 1 cm afschot per strekkende meter. Minder afschot geeft te veel stagnatie bij afvoer van water op de bestrating. Meer afschot geeft een minder fraai beeld van de bestrating in de tuin. Tevens heb je sneller het gevoel dat je scheef zit op je terras.
Wil je problemen met de afwatering van je dak voorkomen? Dan is een minimale hellingsgraad van 2% een must.
Plaats de afvoerbuizen in een gelijkmatige helling om verstoppingen te vermijden. De helling norm is 1 centimeter per meter. Voor regenwater mag dit 0,5 tot 1 cm zijn. De afvoerleidingen of buizen moeten in volle grond altijd worden gestabiliseerd.
Het verval is dus inderdaad ongeveer 27 cm per meter.
Een ontwerphelling ligt tussen minimum 0,1 cm/m en maximum 2,5 cm/m. Idealiter nemen we een ontwerphelling van 0,5 à 1,0 cm/m. Voor zuivere regenwatersystemen kunnen eventueel kleinere hellingen worden aangenomen, omdat daar het gevaar voor verstopping veel kleiner is.
Zo bereken je de hellingsgraad
Stap 1: Meet de horizontale afstand. Stap 2: Meet het hoogteverschil op hetzelfde stukje van de weg. Stap 3: Deel het hoogteverschil door de afstand en vermenigvuldig de uitkomst met honderd.
Grote hoeveelheden water kunnen je plat dak overbelasten en je dak beschadigen of in het ergste geval zelfs doen instorten. Het is dan een goed idee om een professionele dakdekker in te schakelen om je dak na te kijken. Een goed werkende afvoer is belangrijk om geen problemen te krijgen met je plat dak.
Indien we 5% stijgen, zitten we 5 meter hoger indien we 100m via horizontale richting hebben afgelegd. Indien we 100% stijgen, leggen we zowel in verticale als horizontale richting evenveel weg af, wat dus wil zeggen een hoek van 45°. 100% stijging komt dus overeen met een hoek van 45° en niet van 90°.
Het hellingspercentage wordt gemeten door te kijken hoeveel de weg stijgt over een vastgestelde afstand. Als de weg over een afstand van duizend meter honderd meter stijgt, bedraagt de helling 100/1000=0,1. In procenten uitgedrukt is dat 10 procent. Dat komt overeen met bijna 6 graden.
Bij een gekozen hellingshoek van 10° is het verval (zie tabel bij B): 3,50*18 = 63 cm dwz onderzijde muurplaat = 2,10+0,63 = 2,73 m. De bovenzijde van eventueel aanwezige kozijnen mag dus maximaal 2,73 m zijn.
Een helling van 50% heeft dus een tangens van 0,5 en (tabel of rekenmachine) een hoek van 26,5 graden, niet zo steil dus. Een zwarte piste is over het algemeen niet steiler dan 35 graden, komt overeen met 70%.
Probeer zo weinig mogelijk hoeken van 90 graden te gebruiken. Het is beter om twee maal een hoek van 45 graden na elkaar toe te passen, om verstoppingen te vermijden. Dit wordt zo gemaakt, zodat het water zou afvloeien en niet zou blijven staan in die bocht.
De standaardaansluiting voor een doorsnee gezin ligt maximaal 80 cm diep en heeft voor de een diameter van 125 mm voor de afvoer van afvalwater en 160 mm voor regenwater.
Er bestaat geen beperking op het maximum aantal bochten voor een aansluitleiding. Dit aantal bepaalt echter wel de te voorziene diameter van de buis (deze diameter hangt tevens af van de helling en de ontwikkelde lengte van de buis, alsook van het al dan niet aanwezig zijn van een kopverluchting).
Wij adviseren een afschot van ongeveer 0,5 cm per meter. Het dak van uw Douglas overkapping loopt dan schuin, maar u gaat later nog een boeiplank (boeideel) monteren. Als u deze waterpas plaatst, is het verloop van de palen en dus het afschot aan de buitenkant niet meer zichtbaar.
Het plaatsen van PIR afschot isolatie is eenvoudig. U legt de platen achter elkaar op uw dak en er ontstaat een helling. Deze kunt u vervolgens afwerken zoals u ook bij een 'normaal' plat dak zou doen; bijvoorbeeld met EPDM, bitumen of grint.
Onder uitloop = afvoer die het water door je dak naar beneden afvoert. De onderuitloop moet ten minste 10 mm verdiept worden aangebracht (afschot).