Dus 1 decameter is 10 meter en 1 kilometer is 1000 meter.
De kilometer (symbool km) is een van het SI afgeleide eenheid van lengte, gelijk aan 1000 meter. De kilometer is sedert de invoering van het metriek stelsel de gebruikelijke eenheid om een reisafstand over land aan te geven.
Je kunt de volgende regels onthouden: Om het aantal kilometers om te rekenen naar meters, moet je vermenigvuldigen met 1.000. Om het aantal meters om te rekenen naar kilometers, moet je delen door 1.000.
Bijvoorbeeld als de afstand die je moet rennen 3000 meter is, dan weet je dat je 3 kilometer moet rennen.
Dus 1 decameter is 10 meter en 1 kilometer is 1000 meter.
Wandelafstand horizontaal, bijvoorbeeld 8 km. Hoogteverschil: 900 meter klimmen. Je doet dus bij benadering 4 uur over de tocht. Zo reken je uit hoe lang je over je wandeling doet.
Ideaal gezien tussen de 11 en 15 minuten. Als je op een meer ontspannen tempo wandelt, pas begonnen bent of wat ouder bent, ligt de gemiddelde tijd voor anderhalve kilometer eerder rond de 20 minuten. Maar je kunt je gemiddelde snelheid verhogen door te oefenen.
Omgerekend betekent dit dat 8 km à 4 km per uur 2 uur lopen is en 900 meter stijgen à 300 hoogtemeters per uur, 3 uur is. Vuistregel: Halveer de kleinste waarde: 2/2 = 1 en tel die op bij de grootste waarde: 3 + 1 = 4. Je doet dus bij benadering 4 uur over de tocht.
Van kilometer naar meter.
Omrekenen van km naar m doe je door te vermenigvuldigen met 1000.
Zo is 10 kilometer bijvoorbeeld 100 hectometer, 1000 decameter en 10.000 meter.
Een gemiddelde hardloper loopt 11 kilometer per uur. Maar als je begint met hardlopen dan is het normaal dat jouw tempo rond de 10 kilometer per uur ligt. Als doorgewinterde hardloper zal je al snel de 14 a 15 km per uur aantikken.
Normaal gesproken geldt dat hoe langer de afstand, hoe lager het tempo. Dit blijkt wanneer we de wereldrecords voor verschillende afstanden vergelijken: de pace ligt bij het wereldrecord op de 1000 m op 2:12 min/km, terwijl het wereldrecord op de marathon gevestigd is met een pace van 2:55 min/km.
Deze houdt in dat een wandelaar 300m per uur bij het klimmen, 500m bij het afdalen en ongeveer 4km op vlak terrein aflegt.
Het voorvoegsel centi van de lengte eenheid centimeter staat voor een honderdste. Het voorvoegsel is afgeleid van het latijnse centum dat staat voor honderd. Vandaar dat er 100 centimeter in een meter gaan.
Voor elke 300 meter stijgen over een goed begaanbaar pad tel je een uur wandeltijd bij je wandeltijd op. Voor elke meter is dat 0,2 minuten, dus vermenig het aantal meters dat je omhoog loopt met 0,2. Voor elke 500 meter dalen over een goed begaanbaar pad tel je een uur wandeltijd bij je wandeltijd op.
Dat hangt onder meer af van je ambitie en conditie. Gemiddeld lopen wandelaars tussen de 10 en 25 kilometer per dag. Sommigen vinden 8 kilometer genoeg, anderen stoppen pas na 30 kilometer.
Bij een rustig tempo van 3 km/u duur het ongeveer 20 minuten duren om 1 kilometer te lopen. Bij een gematigd tempo van 5 km/u duurt het ongeveer 12 minuten om 1 kilometer te lopen. Bij een stevig tempo van 6 km/u duurt het ongeveer 10 minuten duren om 1 kilometer te lopen.
Intervallen van 800 meter in je wedstrijdtempo met een jog-pauze van anderhalve minuut tussendoor. Je loopt dan zo lang hard: 800 meter in 5 min/km = 4.00 minuten. 800 meter in 6 min/km = 4.48 minuten.
Als gemiddelde staplengte is 75 cm wel een veilige insteek. Dan heb je met 1000 stappen 750 m afgelegd. En heb je 1333 stappen nodig voor een kilometer. Omrekenen: afgelegde afstand eerst delen door 1000 en dan nog een keer 3/4 daarvan.
Bij 10.000 stappen moet je denken aan zo'n 8 km. Net iets minder dan 10 km, maar allebei gezond. De voordelen van zowel 10.000 stappen per dag lopen als elke dag 10 km wandelen zijn namelijk groot.
Als je wilt weten hoeveel centimeter dat is, dan moet je delen voor 10, want 1 centimeter is 10 millimeter.
Een centimeter (cm) is een lengte van 0,01 meter = 10 mm. Centi komt van het Latijnse woord 'centum', honderd. De centimeter is de gebruikelijke eenheid voor metingen in huiselijke omstandigheden, bijvoorbeeld lichaamslengte, afmetingen van meubels, kleding enzovoort.