Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij.
Dus is 1//8 hetzelfde als 25% : 2 = 12,5%.
Het geheel is 100%. Daar moet je het 1 7 deel van nemen. 100 % : 7 = 14 2 7 %. Reken deze breuken om naar procenten.
1 op 5 is gelijk aan 20 procent.
1/7 deel is dus 80. Voor de som moeten we weten hoeveel 6/7 deel van 560 is. Dat is dan 6 x 80. 6/7 deel van 560 is dus 480.
Leg uit dat de verhouding 1 op 5 is. Dat wil zeggen dat het verbruik van de auto 1 liter benzine is per 5 kilometer. Laat de tabel zien en leg uit dat je het totaal aantal kilometers deelt door de kilometers per liter (60 : 5= 12). Je hebt dus 12 liter benzine nodig voor 60 kilometer.
Mengverhouding berekenen
1:10 betekent 1 deel product op 10 delen water. 1:4 betekent 1 deel product op 4 delen water. 1:1 betekent gelijke delen product en water.
Vermenigvuldig het fulltime salaris met 0,6 (het parttime percentage als je 24 uur werkt) om het parttime salaris te berekenen.
Bepaal eerst welk percentage er bij de nieuwe prijs hoort door het percentage dat erbij komt bij 100% op te tellen. Vervolgens deel je de nieuwe prijs door dit percentage om terug te rekenen naar 1%. Daarna vermenigvuldig je dit met 100% om de oude prijs te achterhalen.
Net als bij een breuk is een procent een deel van een geheel. Bij een taart die in 6 stukken is verdeeld, heten de 6 stukken één zesde. Je kunt ook 1/6, zeggen: een deel van de 6 stukken.
Een auto is zuinig wanneer het 1 op 20 kilometer rijdt. Dat betekent dat je met 1 liter brandstof 20 kilometer kunt rijden. Onzuinig rijden staat gelijk aan 1 liter brandstof op 3 kilometer. Een gemiddelde benzineauto rijdt ongeveer 1 op 15.
Wil je de oppervlakte van iets berekenen, vermenigvuldig de lengte met de breedte van het oppervlak. Voorbeeld: je muur is 2,40 m hoog en 6 m breed. De oppervlakte van je muur is dan 2,40 x 6 = 14,40 vierkante meter (oftewel m2).
Leg uit dat als je een deel met eenvoudige breuk wil berekenen je het totaal deelt door de noemer. Dus als je een kwart of 1//4 van de horloge wilt uitrekenen, dan deel je 12 : 4.
De snelheid van Teun verhoudt zich tot de snelheid van Peter als 1 : 2. Dit spreek je uit als: één staat tot twee. Als Teun 17 kilometer per uur fietst, dan fietst Peter twee keer zo snel, dus 2 x 17 = 34 kilometer per uur.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij.
Driekwart is een breukgetal en de benaming voor ¾. Driekwart is een term waarmee iets wordt aangeduid als er een kwart van ontbreekt, anders gezegd: drie maal een kwart of drie gedeeld door vier. Driekwart wordt als één woord, dus als één begrip gezien.
1/5 deel = 1/5 × 100 % = 100/5 % = 20 %
Stap 1: Deel het percentage door 100.Stap 2: Vermenigvuldig het resultaat met het getal waarvan u het percentage wilt vinden . Vind bijvoorbeeld 80% van 50.
Delen is per definitie het aantal keren dat b in a gaat wanneer a / b. Dus 1 / 0,05 is 20, dan past 0,05 in 1, 20 keer . Vermenigvuldiging is herhaalde optelling, dus als 0,05 in 1 gaat, 20 keer, dan is 0,05 * 20 1 omdat je het gewoon 20 keer herhaaldelijk hebt opgeteld.