ik vis op een kanaal met veel beroepsvaart, gebruik meestal 43gram toplood en vanaf 130gram lood en dat werkt bij mij goed.. Je ziet de lijn trekken aan je swingers gezien die lichter zijn dan je lood maar de rest blijft goed liggen..
Lood van 80 tot 100 gram. Dit zware lood zorgt dat de karper zichzelf haakt bij het oppakken van het aas Bevestig het lood via een safety systeem dat het lood loslaat zodra dit ergens achter blijft hangen of de lijn breekt. Karpers zijn met heel veel aassoorten vangbaar. Mais, boilies en tijgernoten zijn altijd goed.
Een goeie kanaalrig is infeite simpelweg een doodgewone standaard rig die goed inhaakt met wat shrinktube. Je kiest best ook voor een dikdradige haak met een klauwpunt die naar binnen wijst. Dit omdat er op kanaal vaak stroming is en er grote keien liggen.
Kies uit 28 gram of 42 gram. Als je net met je hengels in ligt zit je natuurlijk niet te wachten op een boot die door je lijnen heen vaart. Gebruik daarom altijd toplood als je op plekken met veel scheepvaart vist. Maar ook voor schuwe karpers is dit een perfect hulpmiddel.
Door verspreidt te voeren kun je de karpers op en rondom je stek houden. Op sommige kanalen werkt juist compact voeren beter. Bijvoorbeeld een strook van 1×1 meter rondom een talud of kuil in de bodem. Houd wel in je achterhoofd dat teveel voeren vaak het tegenovergestelde effect heeft.
Uitpeilen doe je altijd op exact dezelfde plek, waar je ook vist. Vis je bijvoorbeeld op 9 meter uit de kant, dan wordt deze diepte en plaats gepeild. Het beste is om met een korte opslag te vissen, d.w.z. de lengte van het snoer is de waterdiepte plus maximaal één meter van de hengeltop tot dobber.
Ze houden in het bijzonder van ondiepe plekken en zoeken graag de warmere waterlagen op. Die ondiepere plekken bevatten namelijk veel meer natuurlijk voedsel dan de diepe gronden. Karpers zijn prooidieren en zwemmen graag in de buurt van obstakels.
Door gebruik te maken van toplood of backleads loopt je lijn altijd netjes langs de bodem. Zo varen er geen boten door je lijn en schrikken karpers er ook niet meer van!
Het kiezen voor toplood is op sommige wateren een persoonlijke voorkeur maar op een kanaal kun je bijvoorbeeld bijna niet vissen zonder het gebruik van toplood. Dit handige loodje bevestig je na het inwerpen aan je lijn en laat je langzaam voor de top van je hengel in het water zakken.
Als je een stuk kanaal kan vinden waarbij het riet tot in het water staat geeft dat aan dat het er aan de kant relatief ondiep is. Tijdens de warme zomermaanden is dat een goede stek om tegenaan te vissen. Zorg er bij een aanbeet voor dat je de vis direct uit het riet weg houd en hem op open water kan drillen.
voorkeur gaat uit naar zoete harde grote bollen rond 25 mm en tijgernoten op een kanaal.
In grote delen van Centraal-Europa, in het bijzonder Polen en Hongarije, wordt de karper wel gegeten. De vis wordt verwerkt in vissoep of in moten gepaneerd en gebakken. Ook in Oost-Azië is de vis populair.
Een oplossing voor het vissen op een zachte bodem is vissen met een chod rig i.c.m. een pop-up, een wat langere onderlijn en een licht wartelloodje. Wartellood trekt namelijk, bij een zachte bodem, de onderlijn minder snel mee het slib in dan inline lood.
Inline loodsysteem voor het vissen op karper op een harde bodem. Wanneer je vist op een harde bodem is een inline loodsysteem een goede keus. Bij een zachte bodem trekt dit systeem een karper onderlijn mee in de modderlaag. Dit komt de aasaanbieding niet ten goede.
De lengte van de onderlijn zal bij de meeste vissers variëren van 7 tot 25 centimeter. Dit bepaal je aan de hand van de bodemgesteldheid, de plantengroei en de voerstrategie. Als je hier scherp op bent en rekening houd met deze omstandigheden bij het knopen van je rigs, zal het je helpen om meer vis te gaan vangen!
Zorg er voor dat je rig goed is. Een blinkende haak, een rig die in de knoop is geraakt door het ingooien of een karperonderlijn die warrig op de bodem ligt. Het zijn allemaal oorzaken waardoor jij niet zo veel karpers vangt als dat je graag zou willen. Zorg er daarom voor dat je zeker weet dat je rig perfect is.
Het heeft de neiging om sterker te zijn dan andere vislijnen, het kan meer gewicht aan en het is ook gewoon heel duurzaam. Als het op de juiste manier wordt bewaard, kunt u verwachten dat gevlochten vislijn gemakkelijk 8 tot 12 jaar meegaat. Het heeft de langste houdbaarheid van alle soorten vislijnen.
De populairste en best zinkende gevlochten lijn van dit moment is de Korda Sub Braid. Korda Sub Braid is verkrijgbaar in diverse treksterktes en op klossen van 450 meter en 1200 meter. Deze lijn is extreem populair omdat de lijn goed zinkt en behoorlijk slijtvast is.
Een dikte van 14/00 – 16/00 is dan een goede keuze. De vissers die voor een zwaardere visserij gaan, bijvoorbeeld met groot kunstaas of doodaas, doen er goed aan een nog wat dikkere lijn te gebruiken. Hier is 18/00 of meer echt niet vreemd.
Naast boilies wordt er ook ander karper aas gebruikt bij het karpervissen. Zo is mais ook een erg populaire aassoort en zijn er vissers die zweren bij tijgernoten of hennep. Daarnaast kun je ook gebruik maken van pellets of pop ups en is er zelfs speciaal kunstaas te koop om karpers mee te vangen.
Durf diep te vissen! Twaalf meter en soms nog dieper is op sommige wateren heel normaal in de winter. De karpers voelen zich er veilig, het water is er iets warmer en stabieler qua temperatuur dan de bovenste laag en wanneer je dergelijke stekken aanvoert leert een karper al snel dat er wat te halen valt!
Er zijn verschillende tactieken om de karpers te laten azen. Je kunt een voerstek van een aantal dagen opbouwen door gebruik te maken van boilies of partikels. Echter je kunt ook instant gaan vissen daar verschillende kleine voerstekjes te maken en die om beurten af te vissen.
Aan het eind van de dag zal het water echter warm zijn van de zon die er uren op geschenen heeft en zullen de vissen geneigd zijn om meer dan normaal te eten omdat er in de winter te weinig voedsel voor ze is. De schemering is daarom een uitstekend tijdstip om te gaan vissen.
Schuif eerst de dobber ongeveer op de diepte dat je denkt dat het water diep is. Daarna kunnen we onze dobber ingooien op de plek waar we denken te gaan vissen, laat de dobber recht onder de top van de hengel zakken, alleen zo kunnen we de juiste diepte bepalen. Peil nooit schuinweg over de visstek heen.