De temperatuur aan het oppervlak van Venus bedraagt 733 K. Het verschil van 495 graden met de effectieve temperatuur illustreert het veel sterkere natuurlijke broeikaseffect dan op aarde, dat 33 graden bedraagt.
De temperatuur aan het oppervlak van Venus is erg hoog (737 K = 474 °C) en varieert nauwelijks van de zonovergoten zijde tot de nachtzijde. De temperatuur van de grond ligt dicht bij 460 °C.
De mogelijkheid van het voorkomen van leven op Venus wordt vanaf de jaren vijftig uitgesloten geacht. Venus staat veel dichter bij de zon dan de Aarde en de temperaturen op de oppervlakte liggen, ook door het extreme broeikaseffect van de atmosfeer, veel te hoog om leven zoals wij dat kennen, te huisvesten.
Die ontdekten dat Venus helemaal niet op de aarde lijkt. De planeet heeft geen water, de atmosfeer bestaat voornamelijk uit CO2, het regent er zwavelzuur, de luchtdruk is 90 maal hoger dan op aarde en de gemiddelde temperatuur bedraagt 462 °C.
Maar toch kan de mens niet op Venus leven. Door de dikke bewolking en dichte atmosfeer is het er erg warm. De temperatuur kan oplopen tot 465 graden Celsius en daarmee is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel. Omdat Venus de planeet is die het dichtst bij de aarde staat, is er veel onderzoek naar gedaan.
De aarde bevindt zich op ongeveer 150.000.000 km van de zon. De dichtstbijzijnde ster staat op een afstand van ongeveer 4 lichtjaar, dat is een slordige 40.000.000.000.000 km. Veel nulletjes... het gaat dus over veertigduizend miljard km.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Het is moeilijk voor te stellen hoe koud het op planeet Pluto is. Het is er heel koud, héél erg koud: 203 graden onder nul. De nieuwe temperatuur is gemeten door onderzoekers uit Amerika. Op de planeet is het een heel stuk frisser dan gedacht.
Starend naar de hemel kun je hem eigenlijk niet missen: de Poolster. Gigantisch lichtgevend en het is de ster die het noorden aangeeft. Je kan de Poolster spotten door De Grote Beer te zoeken en een lijntje van de twee buitenste sterren van de pan naar boven te trekken.
Sirius. De helderste ster aan de hemel is dan weer niet noodzakelijk de ster die van zichzelf het felst straalt. Sirius is voor een groot deel zo helder doordat hij tot de meest nabije sterren behoort. De op een na helderste ster Canopus oogt iets zwakker dan Sirius, maar staat wel ruim 35 keer zo ver weg.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond. Sirius is vooral in de wintermaanden goed zichtbaar. Hij staat linksonder het opvallende wintersterrenbeeld Orion.
Uranus bezit de koudste atmosfeer van ons zonnestelsel, nog kouder dan de verder gelegen planeet Neptunus. In de atmosfeer van Uranus zakt de temperatuur tot een minimum van -224 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur bedraagt er -196 graden Celsius.
Mercurius is de kleinste planeet in het zonnestelsel. Maar zeker niet de minst interessante! Wat maakt Mercurius uniek? Mercurius is de eerste planeet in ons zonnestelsel en staat dus het dichtst bij onze zon.
De gemiddelde temperatuur op Mars (ongeveer -63°C) is aanzienlijk kouder dan op Aarde (+15°C). Temperatuurvariaties volgens de seizoenen zijn echter zeer groot. Het temperatuurverschil tussen dag- en nachtzijde is ook groot.
De diameter van sterren kent een nog grotere variatie dan de massa. Zo hebben de kleinste hoofdreekssterren een diameter ongeveer gelijk aan die van Jupiter (143.000 km), terwijl de grootste diameters van sterren miljarden kilometers kunnen bedragen, zoals bij de zogeheten rode hyperreuzen.
Het licht doet er 8 minuten en 21 seconden over om van de zon naar de aarde te reizen (een afstand van 1,58 × 10-5lichtjaar). De dichtstbijzijnde ster na onze zon, Proxima Centauri, is 4,24 lichtjaar van ons verwijderd.
Aan het oppervlak van de zon klimt de temperatuur op tot ongeveer 5500 graden; in de kern worden waarden 15 miljoen graden bereikt. Omdat de zon zo ver van ons verwijderd staat, doet het zonlicht er ongeveer 8 minuten over om de aarde te bereiken.
Als je op Aarde een appel laat vallen, valt hij. Als een astronaut aan boord van het ruimtestation een appel laat vallen, valt deze ook, het lijkt alleen niet zo. Dit komt omdat ze samen vallen; de appel, de astronaut en het station. Maar ze vallen niet naar de Aarde, ze vallen er rond.
Een maanwandeling maken kan daarom niet zomaar. Je kunt er alleen rondlopen als je een speciaal pak draagt, dat je beschermt tegen de kou, hitte en de UV-straling. Op de Maan en in de ruimte is geen lucht. Om op de Maan te kunnen lopen, heb je je eigen voorraad lucht nodig.
De maan draait constant om ons heen. Zonder de zwaartekracht van de aarde, zou de maan weg zweven, de ruimte in. Door de combinatie van snelheid en afstand tot de aarde blijft de maan altijd in evenwicht tussen vallen en ontsnappen.
De verste ster ooit ontdekt staat op 9 miljard lichtjaar van de aarde! 1 lichtjaar staat gelijk aan 9,46 biljoen kilometer. De verste ster is een blauwe superreus, die is groter, feller en heter dan de zon.
De grens van het waarneembare heelal ligt dan dus op 50 miljard lichtjaar (een beetje meer, doordat het heelal intussen nog uitdijt). Die grens van 46 miljard lichtjaar om ons heen is dus de grens van het zichtbare heelal (niet de grens van het hele heelal).
De maximale afstand is 400.000.000 km. 1 lichtjaar is 9.500.000.000.000 km. Maximale afstand van de aarde tot Mars in lichtjaren is dan 0,000042105 lichtjaren.