In 2020 was het Russische bbp bijna US$ 1500 miljard en dit was vergelijkbaar met de som van de Benelux landen.
Het natuurlijke milieu van Siberië, en vooral dan de bosgebieden, staat onder druk door ontbossing en natuurbranden. In de meeste zomers breken bosbranden uit in de boreale wouden van Oost-Siberië, maar ook andere gebieden hebben onder natuurbranden te lijden.
In West-Siberië wordt het grootste deel van al de Russische aardolie en aardgas gewonnen, alsook grote voorraden steenkool in de zuidoostelijke Koezbass. Daarnaast bevindt zich hier machinebouw en chemische industrie en worden er consumentengoederen en voedingsmiddelen geproduceerd.
Houd rekening met mogelijke aanslagen in Rusland. Vooral in de (grote) steden, zoals in de hoofdstad Moskou, de stad Sint-Petersburg en steden in het zuiden van Rusland. De afgelopen jaren waren er meerdere terroristische aanslagen in de hoofdstad Moskou en de stad Sint-Petersburg.
Het exacte oorsprongsgebied van de Slavische volkeren is betwist, maar wordt in het algemeen gesitueerd tussen de Pripyetmoerassen en de oostelijke Karpaten. Na de Grote Volksverhuizing trokken de Oost-Slaven geleidelijk naar het oosten en noorden.
Eerst heette het de Oekraïense Volksrepubliek (1918-1922) en tussendoor nog de Oekraïense Staat (29 april 1918 - 14 december 1918) en vervolgens de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek (1922 - 1991). Intussen was er ook nog de Pools-Oekraïense Oorlog (november 1918 tot juli 1919).
Naast het Russisch wordt in Rusland nog een honderdtal andere talen gesproken, waaronder Mordwiens, Tsjetsjeens, Tataars, Kirgizisch, Basjkiers. Deze talen zijn noch verwant aan het Russisch, noch aan andere Indo-Europese talen.
In Oekraïne worden naast het Oekraïens ook de talen Russisch, Krim-Tataars, Roemeens, Hongaars, Bulgaars, Pools, Duits, Belarussisch, Slowaaks, Grieks, Gagaoezisch en Romani gesproken. In de zuidoostelijke helft van het land overheerst het Russisch, in de noordwestelijke helft het Oekraïens.
Nog geen dertig mensen over heel de wereld spreken het Tobiaans. Daarmee is het Tobiaans zowat de minst gesproken taal ter wereld. De taal heeft heel wat gelijkenissen met het Sonsorolees, een taal die gesproken wordt op een kleine eilandengroep even naar het noorden, eveneens in Palau.
De vasteland-Scandinavische talen (Deens, Noors en Zweeds) zijn tot op zekere hoogte onderling verstaanbaar. Deens en Bokmål lijken zelfs zo sterk op elkaar, dat sommige taalkundigen ze als dialecten van dezelfde taal beschouwen.
Het Noors is nauw verwant aan de andere twee vasteland-Scandinavische talen, het Deens en het Zweeds. Deze drie talen zijn onderling redelijk verstaanbaar. Twee andere Scandinavische talen, het IJslands en het Faeröers, vertonen echter sterkere afwijkingen tegenover deze drie talen.
Latijn (Lingua Latina) is een dode Italische taal die oorspronkelijk werd gesproken door de Latijnen, onder wie ook het bekendste Latijnse volk, de Romeinen. De Latijnen waren een volk dat vanaf het eerste millennium voor Christus in de streek Latium (het huidige Lazio, Italië) woonde.
Een dode taal is een taal die in het dagelijks leven door niemand meer als voertaal wordt gebruikt, anders gezegd een taal die niemand meer beschouwt als zijn of haar moedertaal, in tegenstelling tot levende talen.
Sanskriet wordt door sommigen als een dode taal beschouwd, hoewel het een officiële taal is in India.
Onder deze uitgebreide lijst worden de volgende talen gerekend: Latijn. Klassiek Grieks. Hebreeuws.
Afgezien van diakritische tekens bestaan de meeste Latijnse alfabetten uit de volgende 26 letters. De Nederlandse namen van de letters zijn, op een enkele uitzondering na, niets anders dan de letters zelf.
Het Grieks (Ελληvικά) is een talenfamilie van de Indo-Europese talen. Het werd door de Achaeërs naar Griekenland gebracht rond 1900 voor Christus. In eerste instantie waren er verschillende gesproken dialecten, met als belangrijkste groepen: Ionisch-Attisch, Dorisch en Eolisch Grieks.
Het Grieks was in de archaïsche en klassieke periode zeker geen eenheidstaal: er bestonden onderling sterk afwijkende dialecten. De volgende dialecten zijn bekend: het Dorisch, Æolisch, Ionisch, Oudmacedonisch, Arkadisch-Cyprisch en het Attisch, dat in het oude Athene werd gesproken.
Afwijkingen van Oudgrieks
Opvallende afwijkingen in het Nieuwgrieks ten opzichte van het Grieks uit de klassieke oudheid zijn: Het wegvallen van de datief, optatief, infinitief, dualis en deelwoorden (met uitzondering van het voltooid deelwoord). Het overnemen van het gerundium.
Het Oudgrieks is met afstand de oudste, opgeschreven taal. Al 3000 jaar geleden werd Grieks gesproken.
De omega (hoofdletter Ω, kleine letter ω, Grieks: ω μεγα, lett. grote o) is de 24e en laatste letter van het Griekse alfabet.
De omikron (hoofdletter Ο, kleine letter ο) (ὂ μικρόν, letterlijk kleine o, in tegenstelling tot de omega, de grote o) is de vijftiende letter van het Griekse alfabet. De omikron wordt uitgesproken als /ɔ/, zoals in orde.
Afgezien van diakritische tekens bestaan de meeste Latijnse alfabetten uit de volgende 26 letters. De Nederlandse namen van de letters zijn, op een enkele uitzondering na, niets anders dan de letters zelf.