Een wielrenner heeft circa 1,2 tot 1,8 gram eiwitten per kilogram lichaamsgewicht nodig. Als je 70 kilogram weegt, heb je 84 tot 126 gram eiwit nodig. Daar kom je in de praktijk best snel aan. Vergeet niet dat ook in bijvoorbeeld een sneetje volkorenbrood al zo'n 4 gram aan eiwitten zit.
Spieren raken licht beschadigd tijdens training en eiwitten zijn dan cruciaal voor het herstel! Voor duursporters wordt dagelijks 1,2 – 1,7 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht aanbevolen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat het ook belangrijk is om je eiwitinname gelijkmatig over de dag te verdelen.
Daarnaast is het belangrijk om je lichaam te voeden met koolhydraten; zo krijg je weer energie. Denk aan volkorenpasta, quinoa, volkorenrijst, bananen, sinaasappels, ontbijtkoek, zoet beleg en volkorenbrood. Zorg ook voor voldoende eiwitten na het wielrennen. Deze spelen een rol bij opbouw en herstel van je spieren.
Trainingen tussen de 1-2,5 uur training moet 45-60 gram koolhydraten/uur tijdens het fietsen normaal gesproken voldoende zijn. Voor ritten langer dan 2,5 uur is inname van 90 gram/uur tijdens je training aan te raden.
Na afloop van een fietstraining of toertocht
Probeer na afloop per half uur zo'n 40 gram gemakkelijk verteerbare en goed opneembare koolhydraten te gebruiken. Hierbij kan je denken aan: pasta, rijst, aardappelen, bananen, brood, suiker, zoet beleg en koolhydraatsupplementen.
Winegums heel normaal
Maar chips en winegums zijn wel normaal in het wielrennen. "Je moet binnen het half uur na de wedstrijd suiker en koolhydraten aanvullen en dat kan met met een handje winegums heel snel. Veel renners eten ook van die gummibeertjes." Winegums zijn prima, zegt ook sportdiëtiste Antoinette Drexhage.
Pannenkoeken zijn ook ideaal voor fietsers, zeker in dit koude en gure weer. Als je gaat sporten in de kou, heb je namelijk meer energie nodig om jezelf warm te houden én om de ingeademde lucht op te warmen en te bevochtigen. Je hebt er dus alle baat bij om voldoende te eten voor een winterse fietstocht.
Hoeveel? Met 100-120 gram havermout zit je goed vol en heb je genoeg brandstof in de tank om een paar uur gas te geven. Om de hoeveelheid koolhydraten te vergroten en je voorraad leverglycogeen bij te vullen, kun je de havermout combineren met fructoserijke producten zoals honing en banaan.
Veel vezels
De meeste topwielrenners wisselen pasta af met witte rijst. Beiden varianten bevatten weinig voedingsvezel, daarom zijn ze erg geschikt om veel van te eten.
Wit brood of rijst met omelet, havermoutpap met rozijnen en smoothies van fruit met yoghurt. Tussen het ontbijt en de start van de etappe blijven de renners eten: winegums, gels, rijpe bananen, rijstcakejes met honing of sportrepen.
WAT ZIJN DE SYMPTONEN VAN EEN HONGERKLOP? De symptomen van een hongerklop zijn overduidelijk. Tijdens de inspanning voel je je plotseling extreem vermoeid en zwak. Ook is je bloedsuiker laag, begin je te zweten, trillen en ervaar je veel verzuring in de spieren.
Ritten tussen de één en twee uur. Tijdens ritten op matige intensiteit die langer dan een uur, maar korter dan twee uur duren, kunnen wielrenners het beste elk uur 9-12 milliliter per kilogram lichaamsgewicht drinken, verspreid over het uur. Voor een wielrenner van 70 kilogram is dit dus 630-840 milliliter per uur.
Eiwitten kun je zowel uit dierlijke als plantaardige voeding halen. De meeste soorten vlees en gevogelte zijn rijk aan eiwitten. 100 gram mager vlees (rund, varken, lam of kip) bevat +/- 20 gram eiwit. 140 gram vette vis als zalm, sardines of makreel bevat ongeveer 20 gram eiwit.
Is teveel eiwitten schadelijk of ongezond? Eiwitten worden door je lever afgebroken tot ureum en uitgescheiden door je nieren via je urine. Eet je meer eiwitten dan zal je lichaam ook meer ureum aanmaken wat volgens sommige theorieën belastend kan zijn voor je lever en voor je nieren.
Ook voor eiwitten is er een optimale hoeveelheid om per dag binnen te krijgen. Een teveel zal bij gezonde mensen geen invloed hebben op de nieren of botmassa, maar kan wel een negatief effect hebben op het gewicht.
Brood met mager beleg zoals magere platte kaas, mager vlees of smeerkaas, Havermoutpannenkoeken, boekweitpannenkoeken met confituur, siroop, platte kaas, fruit… Havermout, muesli, brinta, weetabix met magere melk of yoghurt, Aangevuld met een stuk fruit of een glas fruitsap (eventueel aanlengen met water).
Fietsen doen we meestal niet voor 1 uurtje, tenzij je een korte intervaltraining hebt. Tijdens jouw duurrit en/of wedstrijd verlies je veel vocht en deze willen wij zo goed mogelijk aanvullen voor de start. Drink daarom 250-500 ml voor de start, het liefste een Isotone Sportdrank.
Tijdens de wedstrijd. Tijdens de sportactiviteit geldt: regelmatig en genoeg drinken (ongeveer elke 30 minuten 200 milliliter drinken, afhankelijk van het weer), eten zoveel als nodig en vooral op tijd. Je moet al een snack eten voordat je honger voelt.
Heb je een wedstrijd? Dan kun je een banaan beter voor of na de wedstrijd eten, omdat een banaan niet alleen maar uit snelle suikers bestaat. Een uur voor de wedstrijd werkt een banaan bijvoorbeeld uitstekend om nog even wat lichts en voedzaams naar binnen te werken.
Laat de dag voor de wedstrijd vezelrijke koolhydraatbronnen (peulvruchten, volkorenbrood, groenten, fruit, volkorenpasta) liever staan. De vezels in deze producten houden namelijk veel vocht (en dus gewicht) vast en zorgen voor veel volume in je maag.
2-3 uur: 60 gram koolhydraten per uur. Bijvoorbeeld 2 energierepen, 2 gelletjes en 2 bidons met isotone sportdrank. 3 uur of langer: 90 gram koolhydraten per uur. Dit bereik je met 2:1 glucose-fructose verhouding.
Reken gemiddeld op zo'n 100 gr droge pasta per persoon. Voor kinderen voorzie je best iets minder, zo'n 80 gr per persoon. En voor grote eters neem je je voorzorgen en voorzie je rond 120 gr per persoon.
Iemand van ongeveer 70 kg, verbruikt rond de 650 kcal per uur. Hiermee is wielrennen dus zeer voordelig voor gewichtsverlies. Om optimaal calorieën te verbranden is het aan te raden om een intensievere intervaltraining te doen van bijvoorbeeld een uur, in plaats van een rustigere duurtraining van 3 uur.
De extra lange rustige duurtraining bouw je geleidelijk op: elke derde week fiets je ongeveer tweederde van de afstand van de week daarvoor. Duurtraining tempo 3 (93%) is gelijk aan het tempo wat je tijdens de 100 km wilt gaan fietsen.