Om verstoppingen van de katheter te voorkomen, adviseren we u 1,5-2 liter per dag te drinken. Als u voldoende drinkt, stimuleert u ook dat uw ontlasting regelmatig komt en niet te hard is. Bij harde ontlasting gaan veel mensen persen waardoor urine langs de katheter kan lopen. Veel drinken kan dat voorkomen.
Als u een katheter heeft is het belangrijk dat u goed drinkt, minstens 2 liter vocht per dag. Zo produceert u voldoende urine, worden de afvalstoffen met de urine uit uw lichaam afgevoerd en verminderen blaaskrampen en verstoppingen van de katheter.
Op de katheter staat het volume van het ballonnetje aangegeven, bijv. '5-15 ml'. Vul de ballon met zo weinig mogelijk vloeistof (ongeveer 6 – 10 ml). Een te volle ballon geeft blaaskrampen, maar door te weinig vulling kan de katheter uit de blaas glijden.
Doorgaans geldt als regel: als er 100- 200 milliliter (ml) urine achterblijft, moet u een keer per dag katheteriseren, bij 200- 300 ml twee maal, bij 300- 400 ml drie keer per dag en zo verder.
de opvangzak regelmatig leegt in het toilet en niet wacht tot de zak overvol zit. zorgt dat de opvangzak lager hangt dan de blaas indien u loopt, zit of ligt. een ruime hoeveelheid drinkt, minimaal 2 liter (12 tot 14 glazen) per dag, om te zorgen dat er veel urine wordt geproduceerd.
Hoe vaak per dag naar het toilet? Er wordt aangeraden om 1,5 tot 2 liter water per dag te drinken. Bij deze vochtinname gaat een volwassene gemiddeld 5 tot 8 keer per 24 uur naar het toilet.
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
Het optreden van een erectie tijdens het katheteriseren kan ontstaan door een relex en is niet vreemd. Als deze reflexmatige erectie weggaat, is het moeilijker hier vlak na weer een erectie te krijgen. Wanneer u een reflexerectie stimuleer kan u deze erectie gebruiken voor het vrijen.
Retentie betekent vasthouden. Als u last heeft van urineretentie, kunt u misschien niet beginnen met plassen. Of als u wel kunt beginnen met plassen, bent u misschien niet in staat om uw blaas helemaal te legen. Urineretentie komt zowel bij de man als de vrouw voor.
Kraanwater, NaCl 0,9% (fysiologisch zout) en lucht zijn niet geschikt om de ballon op te blazen: Kraanwater is niet steriel. Door lucht in de ballon gaat de ballon drijven op de urine in de blaas. De drainagegaatjes steken dan boven het urinepeil uit, waardoor de urine niet kan afvloeien.
Soms is spoelen dan een betere oplossing dan een nieuw katheter. Dit kun je doen met water met fysiologisch zout. Dit laat je kolken, waardoor de gruisjes in de blaas losgespoeld worden en mee naar buiten spoelen. Dit mechanisch spuiten doe je drie keer per week, en knijp je via het katheter naar binnen.
Bij harde ontlasting kunt u de neiging krijgen om te persen en als gevolg daarvan kan er urine langs de katheter lopen. Om uw ontlasting soepel te houden is het ook van belang om genoeg te drinken. De arts of verpleegkundige zal u vertellen of en wanneer de katheter verwisseld moet worden.
Om te voorkomen dat deze complicatie ontstaat, dient u tenminste anderhalf tot twee liter liter vocht per dag te drinken. Indien er na twee tot drie uur geen urine in de urineopvangzak komt, moet de katheter doorgespoeld worden of vervangen door een nieuwe.
De katheter kan tussen de 8 en 12 weken blijven zitten. Wanneer de katheter er langer in moet blijven, wordt deze gewisseld en krijgt u een nieuwe katheter. Urinezak of kraantje Aan de katheter kan een opvangzak of kraantje gekoppeld worden.
's Nachts sluit u de grotere urine-nachtzak op de urine-beenzak aan. Deze heeft een inhoud van twee liter, zodat u rustig door kunt slapen. De opvangzak kunt u in een rekje aan de zijkant van uw bed hangen.
De normale blaasinhoud bij volwassenen varieert van 200 tot 500 ml. Als uw blaas vol is, krijgt u aandrang om te gaan plassen. Het is normaal om overdag 5 tot 7 keer te plassen en 's nachts 0 tot 1 keer.
Het inbrengen van de katheter is niet pijnlijk, maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens wordt de ballon via het slangetje langzaam met water gevuld. Het inbrengen van de katheter duurt ongeveer tien minuten. Daarna heeft u een gesprek met de verpleegkundige.
U kunt met uw katheter gewoon fietsen, sporten, zwemmen etc. Indien u twijfelt over een activiteit, dan kunt u dit altijd met een verpleegkundige op de polikliniek bespreken.
Als de katheter op de afdeling is verwijderd, moet u elke 2 uur gaan plassen. Pijn in uw onderbuik of flanken kan een teken zijn dat uw blaas vol is. Dan moet u eerder gaan plassen. Dit geldt zowel voor overdag als 's nachts.
Elke katheter heeft zijn eigen gebruiksaanwijzing. Deze wordt tijdens het aanleren met u besproken. In principe mag u de katheter gewoon vastpakken met uw schone handen en deze vervolgens inbrengen. De katheter zit goed als er urine uitloopt en mag verwijderd worden als er geen urine meer uitkomt.
De helft is weg na een week
Van een glas water dat je nu drinkt, zal de helft over iets meer dan een week je lichaam verlaten hebben. Van de helft die overblijft, zal na nog een week weer de helft verdwenen zijn. En zo verder. Een klein beetje van het glas dat je nu drinkt, zal dus nog heel lang in je lijf blijven.
vaak moeten plassen* 's nachts moeten plassen* urineverlies (urine-incontinentie) pijn in de onderbuik.
Schema om te bepalen hoe vaak per dag u zelf katheteriseert:
Kunt u helemaal niet meer zelf plassen, dan katheteriseert u 5 tot 6 keer per 24 uur. Er mag niet meer dan 500 ml urine uit de blaas komen per keer dat u zelf katheteriseert. U bespreekt samen met de arts of de verpleegkundige hoe vaak u zelf katheteriseert.