Een ruggenprik kan gegeven worden vanaf 2 of 3 centimeter ontsluiting en werkt door tot aan de persfase.
Meestal raadt men aan om een epidurale verdoving te zetten vóór de opening van de baarmoederhals 6 à 7 cm bedraagt. Daarna begint de eigenlijke bevalling en zal de epidurale verdoving waarschijnlijk pas werkzaam zijn als de bevalling er alweer op zit.
Afhankelijk van het gebruikte medicijn zal het 1,5 tot 5 uur duren voordat de verdoving is uitgewerkt. De eerste tekenen dat de verdoving aan het uitwerken is, zijn bijvoorbeeld tintelingen of het terugkomen van de kracht in uw onderlichaam. Ook kan pijn optreden.
In geval van een thuisbevalling bellen we bij 5-6 centimeter ontsluiting de kraamverzorgster die ons komt ondersteunen bij de bevalling. Ga je poliklinisch bevallen dan gaan we bij 5-6 centimeter ontsluiting richting het ziekenhuis. De eerste vijf centimeter zijn voor de meeste vrouwen goed te doen.
Een ruggenprik noemen we ook wel een epidurale verdoving. Bij deze ruggenprik krijgt u een heel dun slangetje in de rug. Door dit slangetje krijgt u tijdens de ontsluitingsweeën verdoving tegen de pijn. De medewerker sluit opnieuw de bewakingsmonitor bij u aan.
'Ouderwets' persen:
Probeer zo lang mogelijk en zo hard mogelijk te drukken in de richting van je onderbuik en anus. Als je de lucht niet meer kan vasthouden, blaas je zachtjes uit en neem je vervolgens weer een hap lucht en herhaal je het hele proces. Tijdens een wee probeer je drie keer te persen.
U kunt last hebben van een lage bloeddruk, in combinatie met misselijkheid. U kunt last hebben van rillingen over het hele lichaam. U kunt last hebben van jeuk over het hele lichaam. U kunt last hebben van rugpijn op de plaats waar de ruggenprik is gegeven.
Dit oprekken en verweken van de baarmoedermond wordt ook wel ontsluiten genoemd. De baarmoedermond moet hierbij 10 centimeter oprekken in doorsnede voordat je baby geboren kan worden. Daarna heb je volledige ontsluiten en mag je gaan persen, waarna je baby geboren kan worden.
Voor je kan bevallen, moet je baarmoedermond oprekken tot 10 centimeter doorsnede. Er worden drie stadia van ontsluiting onderscheiden. Als je al deze stadia hebt doorlopen, heb je volledige ontsluiting. Hierna begint de volgende fase van je bevalling: de uitdrijvingsfase.
Het is vrij normaal dat je bij een tweede, door de voorweeën, al een week of wat rondloopt met bijvoorbeeld 2-3 centimeter ontsluiting. De baarmoedermond is dan ook al verweekt en verstreken, dus als je bevalling echt gaat beginnen heb je het eerste stuk eigenlijk al gehad.
Als de ruggenprik werkt, voel je geen of bijna geen pijn meer. Soms komt de pijn na een aantal uren toch weer een beetje terug. Je kunt dan extra pijnstilling krijgen via het slangetje in je rug.
De plek waar u de ruggenprik heeft gekregen kan nog wat gevoelig zijn. Dit gaat na een tijdje vanzelf over. Heeft u op een andere plek rugpijn, dan kan dit komen doordat u tijdens de operatie langere tijd in dezelfde houding heeft gelegen. Deze pijn verdwijnt meestal binnen enkele dagen.
De eerste 6 weken na de operatie is dit erg belangrijk, omdat de naadjes van de nieuwe blaas dan nog erg kwetsbaar zijn. Als uw blaas te vol zit, komt er te veel spanning op de blaas. Hierdoor kunnen de naadjes scheuren.
De ontsluiting vordert bij regelmatige en krachtige weeën ongeveer 1 cm per uur bij het eerste kindje. Bij een tweede of volgend kindje gaat het meestal wat sneller. Veel vrouwen zijn misselijk aan het eind van de middenfase.
Met de epidurale verdoving zorgen we ervoor dat je de weeën nog voelt maar geen pijn meer hebt. Het is mogelijk dat je helemaal geen pijn meer hebt tijdens de ontsluitingsfase of tijdens het persen. Soms kunnen je benen slap worden of krijg je een tintelend gevoel in je buikhuid of benen.
Fase 2, ontsluitingsweeën 3 to 9 cm, de actieve fase
In deze fase nemen de weeën in kracht toe. Ze komen steeds vaker, zo elke 3 tot 5 minuten en duren een volle minuut. Bij je eerste kindje komt de ontsluiting nu pas goed op gang. De actieve fase begint bij zo'n 3-4 cm ontsluiting.
Ontsluiting is het opengaan van je baarmoedermond, zodat je kindje geboren kan worden. Dit gaat centimeter voor centimeter en bij 10 cm heb je volledige ontsluiting. Om ontsluiting te krijgen heb je weeën nodig. Een wee is een samentrekking van de baarmoederspieren.
Heb je echt een razendsnelle bevalling, dan wordt dat een stortbevalling genoemd. Het hele baringsproces duurt dan vier uur of korter. Dat klinkt als een droom, maar er zitten ook wat mogelijke nadelen aan.
Veel vrouwen vinden het een opluchting als ze mogen persen.
Eindelijk kun je iets met de pijn en kun je actief deelnemen aan het proces. De uitdrijving duurt bij een eerste kind gemiddeld 1 tot 1 ½ uur. Bij een tweede of volgend kind is de uitdrijving vaak aanmerkelijk korter, ongeveer een ½ uur.
De pijn tijdens de bevalling neemt meestal toe als de ontsluiting vordering laat zien. Het is in deze fase vaak te voelen in de onderbuik, de onderrug of soms richting de bovenbenen. Ook de pijn tijdens het persen verschilt per persoon. De meesten vinden het een opluchting en prettig om actief aan het werk te gaan.
Het grootste deel van de vrouwen geeft aan het strippen gevoelig te vinden, maar niet echt pijnlijk. Altijd geldt: doet het je teveel pijn, dan stoppen we het strippen!
Je hebt zelf invloed op de hoeveelheid oxytocine die je lichaam aanmaakt. Als je ontspannen bent, je veilig voelt en je over kunt geven aan hetgeen er gebeurt maakt je lijf meer oxytocine aan. Hierdoor krijg je betere weeën en ontsluit je sneller.
Na een ruggenprik (bij spinale en epidurale anesthesie) kunt u last hebben van ernstige hoofdpijn. Bij een ruggenprik kan een beetje ruggenmergvocht verloren gaan door het gaatje van de naald in het omhulsel van het ruggenmerg.
In Nederland is het niet gebruikelijk om standaard een ruggenprik te geven. Maar op eigen verzoek, of op medische indicatie, kan een ruggenprik in bijna ieder ziekenhuis dag en nacht gegeven worden. De ruggenprik moet gegeven worden door een anesthesist.
Veel patiënten voelen zich nog dagen en soms zelfs maanden na een grote ingreep moe. Als uw lichaam een grote wond heeft zorgen uw hersenen er voor dat u het wat rustiger aan gaat doen. Zo herstelt u sneller.