Je kunt dagelijks, wekelijks, driewekelijks of maandelijks een behandelingssessie krijgen. Meestal wordt chemotherapie in cycli gegeven waarbij één cyclus drie tot vier weken in beslag neemt. Per cyclus krijg je één of meer keren chemotherapie toegediend.
Je begint meestal een paar weken na de operatie of bestraling met chemotherapie. Hoeveel chemokuren je krijgt, hoor je van je arts. Dit hangt af van hoe groot het risico op uitzaaiingen is. De behandeling duurt minimaal 3 en maximaal 6 maanden.
Chemotherapie kan nog lang na de behandeling gevolgen hebben. Bijvoorbeeld vermoeidheid, geheugen- en concentratieproblemen of neuropathie (zenuwschade en zenuwpijn).Ook kunnen organen worden aangetast, zoals je hart, met blijvende gevolgen.
Een chemotherapie kan ook palliatief zijn als de kanker niet kan worden genezen. Ze kan de ziekte vertragen door de tumor te verkleinen, door uitzaaiingen te vernietigen of hun aantal te verminderen. Zo kan de levensverwachting soms met meerdere jaren verlengd worden.
Met chemotherapie kunnen sommige vormen van kanker genezen worden. In medische termen spreekt men van curatie. Kankervormen die door chemotherapie genezen kan worden zijn onder andere bepaalde vormen van lymfeklierkanker (Hodgkin en bepaalde non-Hodgkin lymfomen) en zaadbalkanker.
Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%). Maar voor bijvoorbeeld patiënten met long- of alvleesklierkanker is de 5-jaarsoverleving veel slechter: voor longkanker 25% en bij alvleesklierkanker maar 5%.
Alvleesklierkanker en eierstokkanker zijn moeilijk te behandelen omdat ze vaak laat ontdekt worden. De tumor is dan te groot om te verwijderen. Of hij is al uitgezaaid. Omdat mensen met zo'n tumor vaak niet meer lang leven, is het moeilijk om daar goed onderzoek naar te doen.
Wanneer de kanker is uitgezaaid bij diagnose
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Uit onderzoek blijkt dat de tumor bij 80% van de patiënten kleiner wordt door chemotherapie en soms zelf helemaal verdwijnt. Helaas komt de tumor vaak terug. Na twee kuren wordt het resultaat van de chemotherapie gemeten met een CT-scan.
Het hangt bijvoorbeeld af van hoeveel uitzaaiingen u heeft en hoe groot ze zijn. Als u in verschillende organen uitzaaiingen heeft, kunt u meestal niet genezen. U kunt ook kiezen om geen behandeling te krijgen die kans geeft om te genezen. U kunt dan wel behandelingen krijgen tegen uw klachten.
Chemotherapie kan de productie van oestrogeen in het lichaam verminderen of zelfs stoppen. Soms is dit tijdelijk, soms blijvend. Deze hormonale veranderingen kunnen een vervroegde overgang tot gevolg hebben. Het lagere oestrogeengehalte in het lichaam vergroot de kans op osteoporose.
Je kunt informatie minder goed begrijpen en je kunt minder goed dingen onthouden. Concentreren, aandacht verdelen, plannen en organiseren: het is allemaal lastiger dan vroeger. Ook kan het chemobrein inhouden dat je problemen hebt met taal.
De kanker komt terug (recidief)
Als een tumor terugkeert, gebeurt dat in 60 procent van de gevallen binnen drie jaar na de eerste behandeling.
Chemotherapie vóór de operatie is bedoeld om de tumor kleiner te maken. De operatie kan dan minder uitgebreid zijn. Ook uitzaaiingen kunnen kleiner worden door de chemotherapie.
Hoe weet je of chemotherapie aanslaat? Aan je lichaam kun je niet merken of chemotherapie aanslaat. Hoeveel last je hebt van de bijwerkingen zegt niets over het resultaat van de behandeling.
Het zal dan zeker een aantal maanden tot jaren duren voordat je weer op het oude niveau kunt functioneren. Je lichaamscellen hebben tijd nodig om zich te herstellen. Blijf de eerste maanden na chemotherapie alert op infecties en neem zo nodig contact op met je arts.
Hoe weet je of de chemotherapie aanslaat? Het lastige met chemo is dat je niet echt aan je lichaam kunt voelen of het aanslaat. Sommige mensen denken dat het een goed teken is om veel bijwerkingen te hebben, maar dit staat echt helemaal los van de werking.
Uitzaaiingen of verspreiding
Via het bloedvaten- en lymfestelsel kan de ziekte zich snel naar andere plaatsen in het lichaam verspreiden. Dit heet niet uitzaaien, maar verspreiden.
Kankercellen delen zich sneller dan andere lichaamscellen en kennen een ongeremde groei. Chemotherapie heeft een remmend effect op de deling van cellen. De kankercellen zijn gevoeliger voor de remmende werking van chemotherapie dan gewone cellen. Door de remming van celdeling kunnen tumoren niet meer groeien.
Alvleesklierkanker (exclusief neuro-endocriene tumoren (NET)) heeft met 5% de laagste overleving. Voor de meeste soorten kanker is er de afgelopen 25 jaar vooruitgang geboekt. Bij een aantal vormen van kanker is er echter amper vooruitgang geboekt, waaronder blaaskanker en maagkanker.
De overlevingskans van mensen met kanker is opnieuw toegenomen. In 2018 was 65 procent van de mensen die vijf jaar daarvoor de diagnose kanker hadden gekregen nog in leven. Vooral door snellere diagnoses en betere behandelingen neemt dat percentage ieder jaar met ongeveer 1 procent toe.
Kan iemand van kanker genezen? Alles hangt af van het type kanker, hoever hij gevorderd is bij de start van de behandeling, het verloop ervan enz. Maar dankzij de vooruitgang van de geneeskunde en de steeds meer doeltreffende behandelingen is ongeveer 60% van het aantal gevallen van kanker te genezen.
Homeopathie, fytotherapie, etherische oliën, acupunctuur, Chinese geneeskunde, speciale diëten, psychologische technieken of massages kunnen zeker helpen om de bijwerkingen van een behandeling van kanker te verzachten.
Uitbehandeld zijn wil dus eigenlijk zeggen dat er geen curatieve behandeling (een behandeling die gericht is op genezing) meer mogelijk is. Uitbehandeld zijn, wil dus niet per sé zeggen dat je snel komt te overlijden. Met een ongeneeslijke ziekte kun je nog lang leven, dat hangt erg af van je persoonlijke situatie.
Palliatieve zorg bij kanker
Heb je kanker en kan je niet meer genezen? Dan richt de zorg zich op het remmen van de ziekte en/of het verminderen van de klachten. Dit is de palliatieve fase. Dit biedt lichamelijke, maar ook emotionele, spirituele en sociale steun.