Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als hij gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Je kind eet ongeveer 2 tot 3 boterhammen per dag, meestal verdeeld over het ontbijt en de lunch (zie de dagmenu's). Brood heeft je kind nodig om bijvoorbeeld genoeg koolhydraten, eiwitten, vezels, jodium, B-vitamines en ijzer binnen te krijgen.
De eerste keer brood eten voor je baby
Begin met lichtbruin brood (4,5 gram vezel per 100 gram), zodat de darmen van je baby langzaam kunnen wennen aan de hoeveelheid vezels. Daarna (vanaf acht maanden) kun je ook tarwe- en volkorenbrood introduceren. Geef kleine stukjes (denk postzegelformaat) zonder korst.
4 à 6 voedingen per dag. Richtlijn hoeveelheid per voeding: 150 - 200 ml. 1 à 2 keer per dag een paar lepels geprakte groente, fruit, rijst of pasta en als je kindje wil een beetje brood zonder korst. Uitleg bij flesvoeding: Geef je baby 4 tot 6 keer per dag 150 – 200 ml opvolgmelk.
Start met kleine hapjes
Je kan tussen de 4 tot 6 maanden rustig starten met oefenhapjes. Denk hierbij aan wat geprakte groente, fruit of wat kleine stukjes broodkorst. Vanaf 7 maanden kan je oefenen met het leren kauwen en kan je brood mét korst aanbieden.
Brood eten vanaf 6 maanden
Geef je baby tarwe- of bruinbrood zonder zaden of pitten. Je mag ook een losse korst geven. Hier kan hij op sabbelen en bijten. Vanaf 7 maanden geef je ook stukjes brood met korst.
Het wordt aangeraden om altijd wat zachte margarine of boter op het brood van je baby te smeren. In boter en margarine zitten een aantal goede vetten die belangrijk zijn voor de groei en ontwikkeling van je kind en het bevat vitamine A, D en E.
Voor kindjes van 6-7 maanden kun je voor de totale warme maaltijd ongeveer 200 gram aanhouden. Denk hierbij aan ongeveer 75 gram groente, 50 gram vlees of vis en 75 gram aardappelen, rijst of pasta. Ook in deze fase is het vooral belangrijk dat hij nieuwe smaken en structuren probeert en hieraan went.
Vanaf zes maanden heeft je baby namelijk ook vaste voeding nodig. Zelfs zonder tandjes kan hij prima een stukje brood eten. Hij gebruikt zijn kaken om het brood te vermalen, wat heel goed is voor zijn mondmotoriek en –spieren. Brood is een gezonde en goede keuze om de dag mee te beginnen.
Totdat je kind 4 jaar is adviseren we om margarine uit een kuipje op brood te smeren. Jonge kinderen krijgen vaak iets te weinig vetten binnen. In margarine zit meer vet dan halvarine.
Als jouw kindje zes maanden is, kun je hem brood geven. Een korstje brood om op te sabbelen is voor de meeste kinderen een leuke kennismaking met dit waardevolle product. Geef daarna wat stukjes brood, begin met (licht)bruin brood zonder beleg. Brood dat een dag oud is plakt minder.
* Een te vezelrijke voeding bij jonge kinderen kan aanleiding geven tot een vertraagde groei en ontwikkeling. * Door te veel voedingsvezels worden bepaalde mineralen (ijzer) minder goed opgenomen. * Volkorenbrood is moeilijk te kauwen voor je baby. Hij heeft nog niet genoeg tandjes.
Magere of halfvolle yoghurt. Vanaf 8 maanden kan een beetje als toetje wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de grootste melkbron blijft.
Soms wordt beweerd dat je bepaalde soorten fruit beter niet kunt geven tot je kind bijvoorbeeld 1 jaar is, vanwege de spijsvertering of voedselallergieën. Bijvoorbeeld aardbeien of bessen. Maar alle soorten zijn geschikt.
Baby's van 6 tot 12 maanden slapen vaak nog twee keer overdag, in totaal ongeveer 3 uur. 's Nachts slapen ze vaak 12 uur.
Daarom is het beter niet te veel te geven, je wilt namelijk niet de trek in borst- of flesvoeding van je baby verminderen. Een goed uitgangspunt is om te starten met 1 of 2 keer per dag 3 tot 4 lepeltjes. Je kunt het langzaam opbouwen, totdat je vanaf 8 maanden echt melkvoedingen gaat vervangen.
Geef, als je kindje ouder is dan 6 maanden, maximaal twee keer per week een nitraatrijke groente. Koolsoorten, ui en prei vormen gas en zijn nog te zwaar voor de darmen van baby's.
Start met enkele lepeltjes groentepap. Gaat het goed, voer de hoeveelheid dan langzaam op tot gemiddeld 150 gram. Tegen de leeftijd van 1 jaar neemt dit toe tot 250 à 300 gram. De ideale verhouding is: 2/3 groenten en 1/3 aardappelen, deegwaren of witte rijst.
Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Het is heel zoet, maar wel een natuurproduct. Tot 1 jaar mag een kind geen honing. Appelstroop bevat vaak beetwortelsap of suikerbietenstroop, een suikervariant. Er zijn in de supermarkt ook varianten zonder toegevoegde suiker: AH Biologisch appelstroop en Zonnatura Zonnestroop met peer en appel.
Geef je kind eerst een halve theelepel pindakaas. Heeft je kind geen last van klachten als krampjes of mondjes teruggeven dan kun je hem de dag erna twee lepels pindakaas geven. Net zo lang je kind één volle lepel pindakaas per week kan eten, op een boterham of gestampte pinda's in een gerecht.
Rijstebloempap is een geschikte pap om mee te beginnen omdat het licht verteerbaar is. Dat komt omdat het minder vezels bevat dan andere soorten. Je kunt beter niet te vroeg met pap beginnen (in elk geval niet voor 4 maanden). Het spijsverteringsstelsel van je baby kan de vezels in de pap nog niet goed verteren.