In de Middeleeuwen werd veel bier gedronken. Met gemak dronk iedere man, vrouw of kind wel 300 liter bier per jaar. Het bier dat de Middeleeuwer dagelijks dronk lijkt overigens niet op het bier dat we nu drinken. Het bevatte nauwelijks alcohol en smaakte waarschijnlijk vrij zuur.
Wel moet daarbij vermeld worden dat men in de middeleeuwen het bier vaak thuis brouwde, waardoor het slechts een zeer laag alcoholpercentage bevatte.
Nederland kent zoiets niet. In het verleden dronken kinderen hier wel bier, dat heel lang een belangrijke dagelijkse drank voor iedereen is geweest. Volwassenen consumeerden in 1689 gemiddeld 310 liter bier en kinderen onder de 8 jaar 155 liter, aldus voormalig Heinekendirecteur Dirk Stikker in zijn Memoires (1966).
Toch dronken vroeger niet veel mensen alcohol, het was gewoon te duur en niet altijd te krijgen. Tot in de Middeleeuwen bleef dat zo. In die tijd maakten mensen wijn uit vruchten en bier uit gerst en honing. Het alcoholgehalte van die dranken was laag.
Wodka werd al vóór 1400 gestookt van druivenmost. In het begin was het alcoholpercentage maar 14, maar na de uitvinding van de distillatie werd dat hoger. Wodka was erg geliefd in Rusland en Polen, waar steden eind 16e eeuw soms wel 500 stokerijen konden hebben.
Het bier dat de Middeleeuwer dagelijks dronk lijkt overigens niet op het bier dat we nu drinken. Het bevatte nauwelijks alcohol en smaakte waarschijnlijk vrij zuur. Men dronk bier als alternatief voor water dat toen gehaald werd uit sloten en grachten. Dit water bevatte veel bacteriën en leidde tot ziektes.
In de Middeleeuwen was bier een heel populaire drank. In de late Middeleeuwen zien we de eerste grote brouwerijen ontstaan. De gewone man, vrouw en zelfs kind dronk bier echter niet zozeer voor de gezelligheid of het plezier. Het was een manier om op een gezonde en voedzame manier voldoende te drinken.
1300-1600: pap, erwten en knollen
Het vee dat daarop graasde leverde zoveel vlees dat ook armere mensen vlees gingen eten. Verder was er rogge en tarwe. Rogge in streken met arme grond en een gematigd klimaat, tarwe in gebieden met een vruchtbare bodem en wat meer zon.
Naast brood en pap aten mensen in de middeleeuwen veel bonen en peulvruchten. Van melk maakten ze de 'luxeproducten' boter en kaas. Om eten langer te bewaren, werd het gedroogd, gerookt, gezouten, gezoet, bewaard onder vet of werd er zuur en zwavel aan toegevoegd.
Bier was 5400 jaar voor Christus al bekend. In Egypte zijn papyrusrollen gevonden uit 3500 voor Christus met het recept voor wijn. In Griekenland was wijn de belangrijkste drank. Beschilderde vazen en mokken laten uitbundige feestmalen zien waarbij wijn gedronken werd.
Gruit en gagel versus hop door de eeuwen heen
In de middeleeuwen werd bier gebrouwen met kruidenmengsels die in het Middelnederlandsch Woordenboek grute, gruyte, gruut, gruyt of gruet worden genoemd. Net zoals hop werd gruit toegevoegd om een tweevoudige reden: bier langer houdbaar maken en smaak geven.
De Babyloniërs maakten bier door oud brood te fermenteren. Door de Mesopotamiërs werd het mouten ontdekt zo'n 5.000-4.000 jaar geleden en vanaf dat moment bevatten de bieren meer alcohol.
Door het gebruik van hop was het bier ook rijk aan vitamine B en mede daardoor absoluut gezonder om te drinken dan het grachtenwater.
Vroeger toen er nog geen waterleiding was, dronken mensen water uit rivieren of meren. Later ontdekten ze dat er ook water in de bodem zat. Als je een put groef, kon je er water uit scheppen. Schoon drinkwater is niet altijd vanzelfsprekend.
België is het beste bierland ter wereld (en deze 12 landen volgen ons)
Maar is Weihenstephan, het oudste bier? Het kreeg volgens het geschiedenisverhaal de brouwrechten in 1040. En er is geen brouwerij in de wereld die zo'n lange staat van dienst heeft.
Middeleeuwse voeding. Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten.
De arme mensen aten uit een oud stuk brood. Maar de rijke mensen van adel af rijke handelaren aten uit borden van zilver en goud. De mensen in de middeleeuwen hielden van vlees, maar dat mochten ze niet alle dagen eten dat kwam door de kerk.
De mensen aten vroeger van alles! Gevogelte, vlees, groenten en fruit. Eigenlijk een hele gezonde keuken. Ze aten alles wat er in de natuur voorkwam, zelfs kleine vogeltjes.
Rijke en in de stad levende mensen hadden in de Middeleeuwen een grotere kans op loodvergiftiging. Tegenwoordig heeft rijkdom doorgaans een goede invloed op de gezondheid. Dankzij een goedgevulde portemonnee kun je sporten, gezond voedsel kopen en gaan wonen in een buurt met veel groen en weinig verkeer.
Zeker, zij die in de Gouden Eeuw beneden aan de maatschappelijke ladder stonden, leefden noodgedwongen sober. Één keer per dag een grote kom pap, waar met zijn allen uit gegeten werd. Daarbij werd gedronken van een pul met water aangelengd bier, ook wel dunbier genaamd. Dat was het wel.
Het was voor 1780 - 1800 gebruikelijk om deeg- en graanprodukten als basis van de voeding te gebruiken. Veelvuldig werd een plat brood als bord gebruikt. In het Diets werd zo'n brood een teller genoemd. Op de teller kwam vlees, vis of groente.
Wie de uitvinder van alcohol was is niet meer te achterhalen. Want het oudste document dat over alcohol gevonden is, is een bierbrouwersrecept van 5000 jaar oud. Dit is een kleitafel uit Sumerië. En een Sumerische tekst van zo'n 1000 jaar later heeft het over bier én wijn.
Tijdens de 17e en 18e eeuw nam de bierconsumptie flink af, mede door de invoer van nieuwe accijnzen. Abdijen hoefden echter geen extra belasting te betalen, waardoor zij zware bieren met een hoog alcoholpercentage mochten brouwen. Steden zoals Hoegaarden en Lembeek waren ook vrij van heffing.
De smaak is niet bepalend
Maar níet aan de genen die bepalend zijn hoe je smaak waarneemt. Een onderzoek onder 330.000 proefpersonen wijst uit dat het te maken heeft met een genetisch bepaalde psychische invloed die koffie en bier op je kunnen hebben en je een bepaald gevoel kunnen geven.