Rendementspercentages 2023 In de voorlopige aanslag 2023 gebruiken we fictieve rendementspercentages die dicht bij het werkelijke rendement van uw box 3-inkomen liggen. Dit zijn de rendementspercentages voor 2023: Bank- en spaartegoeden en contant geld: 0,01% Beleggingen/andere bezittingen: 6,17%
Wat is de belastingvrije voet voor spaargeld? Of met andere woorden, hoeveel geld kun je sparen zonder belasting te betalen? In fiscaal jaar 2022 is dit bedrag € 50.650 of € 101.300 voor fiscale partners. Voor 2023 gaat dit bedrag omhoog naar ongeveer € 57.000, of ongeveer € 114.000 voor fiscale partners.
Het belastingpercentage gaat omhoog. Het belastingpercentage gaat omhoog voor grotere vermogens van 31% vorig jaar naar 32% in 2023. Dit percentage gaat vervolgens in stappen omhoog naar 34% in 2025.
Er is namelijk een grensbedrag waarvoor een vrijstelling geldt, ook wel het heffingsvrije vermogen genoemd. Dit brengt ons bij de vraag: "Hoeveel spaargeld mag ik hebben in 2024?" Het grensbedrag kan elk jaar veranderen, maar het heffingsvrije vermogen blijft voor 2024 gelijk aan dat van 2023, namelijk €57.000.
Tarieven en heffingsvrij vermogen
Ook het heffingsvrij vermogen is per 2023 omhooggegaan. Tip! Houd rekening met hoger heffingsvrij vermogen. Het heffingsvrije vermogen in box 3 is in 2023 verhoogd naar € 57.000 (was €50.650 in 2022).
Die rente beschouwt de Belastingdienst als inkomen. Daarom moet je vanaf een bepaald bedrag belasting betalen over je spaargeld. In 2023 mag je 57.000 euro belastingvrij sparen.Heb je een fiscaal partner, dan mag je zelfs tot 114.000 euro belastingvrij sparen.
Over uw belastbaar inkomen uit vermogen betaalt u belasting. Wij gaan ervan uit dat u een voordeel hebt uit uw grondslag sparen en beleggen. Over dit voordeel betaalt u vanaf 2023 32% inkomstenbelasting. In 2022 en 2021 is dat 31% inkomstenbelasting.
Heffingsvrij vermogen 2024
Bij fiscale partners is in 2024 het totale heffingsvrije vermogen €114.000.
Het kabinet stelt voor om vanaf 2024 2 schijven te introduceren. Dat betekent dat in box 2 24,5% belasting betaald moet worden over de eerste € 67.000 aan inkomsten per persoon.
Er wordt een progressief tarief gehanteerd. Voor vermogens tussen € 100.000 en € 500.000 geldt een tarief van 1%, tussen € 500.000 en € 1 miljoen geldt een tarief van 2%, tussen € 1 miljoen en € 2 miljoen geldt een tarief van 3%, tussen € 2 miljoen en € 5 miljoen 4% en boven € 5 miljoen geldt een tarief van 5%.
Per 1 januari 2023 wordt de zelfstandigenaftrek verlaagd van € 6.310 naar € 5.030. De zelfstandigenaftrek wordt in de komende jaren stapsgewijs afgebouwd naar € 900 in 2027. Vanaf 1 januari 2023 wordt de aftrek van periodieke giften aan algemeen nut beogende instellingen (ANBI) begrensd tot € 250.000 per kalenderjaar.
Als je de afgelopen jaren meer dan € 100.000 spaargeld had, betaalde je bij sommige banken een negatieve rente over het bedrag. Sinds 1 oktober 2022 hebben alle Nederlandse banken negatieve rente helemaal afgeschaft. Je betaalt dus bij geen enkele bank nog negatieve spaarrente over je spaargeld.
Over het belastingjaar 2022 geldt een heffingsvrij vermogen van 50.650 euro (voor fiscaal partners is dat 101.300 euro). Dat betekent dat als jouw vermogen op 1 januari 2022 lager is dan dit bedrag, je geen belasting hoeft te betalen over je vermogen.
Grondslag sparen & beleggen: € 200.000,- -/- € 50.000,- = € 150.000,- Rendementspercentage: € 5.700,- / € 200.000,- = 2,85% Voordeel uit sparen en beleggen: 2,85% * € 150.000,- = € 4.275,- Te betalen belasting in box 3: € 4.275,- x 31% = € 1.325,-
Een bedrag van 50.000 euro op je spaarrekening is dus zeker meer dan het doorsnee vermogen van de Nederlander. Maar als je een groot pensioentekort hebt, kan een bedrag van 100.000 euro nog te weinig zijn. Het hangt dus sterk af van je persoonlijke situatie en wat je met je spaargeld wilt doen.
Dit betekent dat per 2023 weer een groot aantal belastingmaatregelen wijzigt. Belangrijke wijzigingen zijn het verhogen van de arbeidskorting, het verlagen van het tarief in de eerste schijf in de inkomstenbelasting, de verhoging van het opstaptarief van de vennootschapsbelasting en de verhoging van de vliegbelasting.
De overheid heeft vanaf 1 januari 2023 een prijsplafond ingesteld voor de energierekening van kleinverbruikers. Tot een bepaald bedrag betaalt iedereen een maximumbedrag, daarboven betaal je de marktprijs. Deze regeling is voor iedereen in Nederland, dus ook voor ondernemers die in de categorie kleinverbruikers vallen.
Het bedrag dat hier uitkomt is het inkomen uit vermogen, waar burgers 31% belasting over betalen. Dit tarief voor box 3 wordt jaarlijks met 1% verhoogd naar 34% in 2025. Het heffingsvrij vermogen wordt dan ongeveer € 57.000. De Belastingdienst legt per kalenderjaar uit hoe het werkt.
In 2023 wordt de eenmalige vrijstelling voor een schenking bij de aankoop van een woning afgebouwd naar maximaal € 28.947. Dat was in 2022 nog € 106.671. De vrijstelling wordt in 2024 helemaal afgeschaft.
Vermogen is de waarde van uw bezittingen min uw schulden. Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee.Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen.
Over een vermogen tot 100.000 euro betaal je aan heffing: 100.000 – 50.000 (vrijstelling) = 50.000 euro x 0,59 procent = 295 euro. Bij een vermogen vanaf één miljoen euro stijgt de heffing naar 1,76 procent over het meerdere. Dit is ook gelijk het maximum.
Veel mensen hebben weinig tot geen spaargeld
10 procent van de Nederlandse huishoudens heeft 100.000 euro of meer aan spaargeld, maar 20 procent heeft minder dan 2.500 euro op de spaarrekening staan. En dan is er ook nog eens 11 procent die helemaal geen spaargeld heeft.
In Nederland geldt er geen limiet voor de hoeveelheid geld die u in huis mag hebben. Contante bedragen boven de € 596 euro moet u wel opgeven bij uw belastingaangifte. Dit is € 1.192 als u een fiscale partner heeft. Ook de waarde van cadeaubonnen die u in huis heeft telt mee.