Een formule die toegepast wordt om de correcte afstand te bepalen, zegt dat je volgafstand moet overeenkomen met de helft van je snelheid. Rijd je 120 km/u, dan moet je dus minimaal 60 meter afstand houden. Let op: wanneer je in de file met 10 km/u rijdt, is nog een afstand van 5 meter nog altijd aangewezen.
De basisregel voor een veilige volgafstand is eenvoudig: op een droog wegdek moet je altijd twee seconden afstand houden tot je voorligger.
Zelf inschatten of je genoeg afstand houdt, kan met de 2 seconden regel: begin te tellen als de auto voor je een vast object (bv. hectometerpaaltje) passeert en kijk of je na twee seconden bij datzelfde object bent. Of neem de helft van je snelheid + 10% voor je marge in meters.
De Wegcode stelt immers dat binnen de bebouwde kom bestuurders van een auto of een motorfiets ten minste 1 meter zijdelingse afstand moeten houden tussen hun voertuig en een (brom)fietser. Buiten de bebouwde kom bedraagt die afstand zelfs 1,50 meter.
Hoeveel meter moet je afstand houden rondom grote voertuigen? Goed zo, op drie meter afstand kan de chauffeur van de vrachtauto jou zien. Helaas, als je te weinig afstand houdt, kan de chauffeur jou niet zien.
De regel zegt dat er idealiter twee seconden tijd verstrijkt tussen het passeren van een bepaald punt door een voertuig en het voertuig daarna. Deze regel dient er vooral voor om kop-staartbotsingen te voorkomen.
Veilige volgafstand
Belangrijk is dat je de weg voor je kunt overzien en vrij is. Een gemakkelijke manier om te bepalen of je een voldoende minimale volgafstand houdt is de “twee seconden regel”.
de afstand tussen de 2 auto`s moet minimaal 2 seconden zijn. Zo bereken je de juiste volgafstand: Kijk wanneer je voorganger langs een verkeersbord rijdt en tel hoe lang je er over doet voordat jij er voorbij rijdt. Of: deel je snelheid door 2 en tel 10% daar bij op.
Er zijn een aantal manier om de correcte volgafstand te kunnen bepalen in het verkeer. De snelheid gedeeld door 2 + 10%. Voorbeeld 100km/u: (100 gedeeld door 2 = 50) + (10% van 100 = 10) 50+10= 60 meter volgafstand.
Hoe bereken je dus de remafstand? Er is een vuistregel voor het bepalen van de remafstand bij verschillende snelheden bij een droog wegdek. Je deelt de snelheid waarmee je rijdt door 10 en deze uitkomst vermenigvuldig je met elkaar. Vervolgens deel je het geheel door 2 (dus 100/10 = 10, 10x10=100, 100/2 = 50m).
Om een goede afstand te hebben, moet je de 2 seconden regel respecteren. Dit houdt in dat je bij 50 km/u ongeveer 28 meter afstand moet hebben op je voorligger. Om je auto tot stilstand te brengen, heb je 2 seconden om te reageren en ben je alweer bijna 28 meter verder!
Deze eenvoudige regel helpt je om de veiligheidsafstand te berekenen: deel de snelheid waarmee je rijdt door twee: 80 km/uur veilige afstand (80 : 2 =) 40 meter. 100 km/uur veilige afstand (100 : 2 =) 50 meter.
De wet zegt namelijk dat je minstens één meter afstand moet laten tussen jouw auto en de auto's die voor en achter je geparkeerd staan. Parkeren in een kleinere plaats is dus niet toegelaten.
Snelheid, afstand en tijd
Als een auto in één uur een afstand van 80 km aflegt, dan is de snelheid 80 kilometer per uur. Afgekort tot 80 km/u. De snelheid is een maat van hoe snel de auto zich voortbeweegt.
Tijdens het inhalen is er een licht voordeel tot de cabines bij elkaar in de buurt komen. Dan krijgt de inhalende vrachtbak pas goed 'de wind van voren'. Hierdoor worden de laatste meters bij het inhalen ook direct de zwaarste.
Een formule die toegepast wordt om de correcte afstand te bepalen, zegt dat je volgafstand moet overeenkomen met de helft van je snelheid. Rijd je 120 km/u, dan moet je dus minimaal 60 meter afstand houden. Let op: wanneer je in de file met 10 km/u rijdt, is nog een afstand van 5 meter nog altijd aangewezen.
In Duitsland moet je voldoende afstand houden tot de auto die voor je rijdt. De formule: als je bijvoorbeeld 100 km per uur rijdt, moet je 50 meter afstand houden tot je voorganger. Dat noemen ze een halber Tacho. Bij slecht mag het nog ruimer.
Het is belangrijk om voldoende afstand te houden ten opzichte van uw voorganger. De remweg is reactietijd + de tijd die uw auto nodig heeft om tot stilstand te komen. Naarmate u sneller rijdt wordt de remweg langer. De vuistregel is om 2 seconden afstand te houden ten opzichte van uw voorganger.
Bepaal afstand op een lijn door de waarde van de coördinaten voor de twee punten van elkaar af te trekken. Het berekenen van de eendimensionale afstand tussen twee punten als je de waarde voor elk punt weet is gemakkelijk. Gebruik gewoon de formule d = |x2 - x1|.
De reactie afstand wordt berekend door de snelheid te delen door tien en te vermenigvuldigen met drie. Dit houdt in dat bij een snelheid van 30 km/u de wagen nog gemiddeld 9 meter tegen 30 km/u verderrijdt voor de bestuurder effectief begint te remmen.
130 km/uur: 130 / 10 * 3 = 39 meter.
Een alerte bestuurder heeft een reactietijd van ongeveer één seconde om op de rem te trappen. Bij een snelheid van 50 km/uur leg je dus al 14 meter af voordat je voertuig afremt. Vandaar dat in veel kinderrijke gebieden 30 km-zones zijn. Bij die snelheid duurt het 'slechts' 8 meter tot je reageert.
De remweg is de afstand die een auto nog aflegt, na het maken van een noodstop. Deze afstand is langer dan je verwacht. Een alerte en fitte bestuurder heeft gemiddeld een reactietijd van één seconde. Daarna begint het remmen pas.
De remweg is de afstand die nodig is om tot stilstand te komen vanaf het moment dat er geremd wordt. De formule voor de remweg is s = v gem t rem. s is de remweg in meter (m). t rem is de remtijd in seconden (s).
De autosnelweg behoort tot de veiligste categorie wegen. Kruisende bestuurders, verkeerslichten of tegenliggers hoeft u op de autosnelweg niet te verwachten. Bestuurders rijden op -door een vangrail- gescheiden rijstroken in dezelfde richting met -min of meer- gelijke snelheden.